René Didde
In het stationsgebied van Utrecht is een enorme bouwoperatie gaande. De drukke verkeersslagader die de Catherijnesingel was, wordt gesloopt om plaats te maken voor een aloude singel met water.
Gebouwen als muziekcentrum Vredenburg zijn verdwenen, bouwkranen werken volop aan nieuwbouw van het stationsgebied. In 2030 is de herstructurering van waarschijnlijk de grootste verbouwing van een Nederlandse stad een feit.
Minder zichtbaar is een minstens zo spectaculaire metamorfose. Onder de grond hebben de milieukundigen van de stad en provincie Utrecht een gebiedsgerichte bodemsaneringsoperatie in gang gezet. Twintig tot dertig, meest door chemische wasserijen en metaalbedrijven met oplosmiddelen als tri- en perchloorethyleen vervuilde locaties worden gesaneerd. Daarbij wordt bewust de combinatie gezocht met warmte- en koudeopslag (WKO).
‘Biowasmachine’ is het concept gedoopt. ‘We maken gebruik van de grondwaterstroming die op natuurlijke wijze pluimen van vervuiling met zich mee voert’, zegt adviseur Albert de Vries. ‘Doordat WKO-systemen grondwater oppompen, er warmte aan onttrekken of er warmte aan afgeven, ontstaat menging en beweging van de vervuiling. Daardoor kunnen bacteriën de dechlorering beter uitvoeren. Uiteraard komt het vervuilde grondwater niet direct in contact met het warmtewater voor de woningen en kantoren.’
De komende twintig jaar moet de biowasmachine met een twintigtal WKO-systemen, waaronder de nu al functionerende systemen van Rabobank, Jaarbeurs en Vredenburg, de vervuiling van het liefst zes vierkante kilometer tellende gebied binnen de perken houden. Zoals in een enorme wasmachine zeep, water en vuile was intensief met elkaar in contact worden gebracht, zo komen hier bacteriën, grondwater en vervuiling met elkaar in aanraking, waarbij het WKO-systeem de motor van de wasmachine is.
De extra menging als gevolg van het oppompen en weer terugbrengen van grote debieten aan grondwater in de bodem bespoedigt het afbraakproces van de chloorhoudende vervuiling, zo is de hypothese. Door deze zuigkracht ontstaat extra stroming van het grondwater, waardoor nieuwe vervuiling met de biowasmachine in aanraking komt. ‘Elk nieuw WKO-systeem dat de woningen en kantoren in het gebied van duurzame warmte en koude gaat voorzien, breidt het toerental van de wasmachine uit’, zegt De Vries.
Sommige afbraakproducten van per en tri zijn schadelijker dan de oorspronkelijke oplosmiddelen, zoals cis-1,2-dichlooretheen en vinylchloride. De laatste verbinding is zelfs potentieel carcinogeen. ‘De biowasmachine zorgt voor een betere afbraak dus een snellere omzetting’, aldus De Vries. ‘Uiteindelijk breken deze metabolieten van nature af tot het onschadelijke etheen en ethaan.’
Een grootschalig systeem van peilbuizen houdt de vordering van het wasproces in het eerste watervoerende pakket tot een diepte van vijftig meter beneden maaiveld in de gaten. Ingenieurs van Arcadis, Deltares en het Groningse, in bacteriologische afbraak gespecialiseerde bedrijf Bioclear zijn betrokken bij dit zeventien miljoen euro kostende project. Dat bedrag is overigens uitgesmeerd over dertig jaar en vormt een schijntje van de bodemsaneringsoperaties van weleer, zoals het Griftpark verderop in Utrecht.
De Vries en medewerkers kwamen achter de onvermoede symbiose vanwege metingen bij een solitair WKO-systeem aan de rand het stationsgebied. ‘We zagen daar een toename van de bacteriologische activiteit en een afname van de vervuiling ten opzichte van de rest van het gebied zonder WKO’, vertelt de Vries. Volgens hem lijdt de werking van de WKO-installatie niet onder de biologische bodemsanering. Evenmin hebben de leidingen van het systeem te lijden van bijvoorbeeld snellere corrosie door de gehalogeneerde verbindingen.
Bij de sanering van het bekende voormalige bedrijventerrein van Philips in de wijk Strijp S in Eindhoven is enkele jaren geleden hetzelfde kunstje geflikt. ‘Daar is de vervuiling bewust in een kleiner gebied gehouden’, zegt De Vries. ‘Het wasmachine-effect is daardoor kleiner dan in ons saneringsproces.’
De Utrechtse aanpak is onderdeel van het CityChlor-project. Daarbij wordt in verschillende Europese steden gezocht naar een effectieve en integrale aanpak van de gechloreerde vervuiling in de binnensteden. In het project is één miljoen euro beschikbaar voor Utrecht. Het project moet resulteren in een handleiding voor de integrale aanpak van dit soort vervuiling.