Mischa Brendel
Voor de derde keer heeft de overheid baanbrekende innovaties aangewezen die volgens het kabinet de potentie hebben de toekomst te veranderen. Inreda Diabetic, Ioniqa en Hiber zijn benoemd tot Nationale Iconen.
Om tot een Nationaal Icoon benoemd te worden, moet een innovatie bijdragen aan de oplossingen voor een maatschappelijke uitdaging, een economisch perspectief hebben en moet er sprake zijn van hoge technologische kwaliteit.
Kunstalvleesklier voor diabetici
Inreda Diabetic ontwikkelde een kunstalvleesklier voor mensen met diabetes. In de alvleesklier bevinden zich de eilandjes van Langerhans. Daar bevinden zich de cellen die insuline aanmaken, maar ook de cellen die glucagon aanmaken. Deze cellen zitten door elkaar en communiceren met elkaar. Het hormoon insuline regelt onder meer de glucosestofwisseling. Bij diabetespatiënten met diabetes type 1 maakt de alvleesklier geen insuline meer aan, wat de glucosestofwisseling ontregelt. De kunstalvleesklier van Inreda Diabetic geeft de patiënt naar behoeven een dosis insuline, dan wel glucagon om de bloedsuikerspiegel op peil te houden.
Robin Koops ontwikkelde de kunstalvleesklier. De werktuigbouwkundige is zelf diabeet. ‘In het begin wist ik eigenlijk niet eens hoe mijn alvleesklier werkte en daar ging het mij ook niet om.‘
Het apparaat van Koops werkt volautomatisch, zodat een patiënt ook zelf geen bloedwaardemetingen hoeft te verrichten, of eraan moet denken zelf te spuiten. Dat is volgens Koops het grote voordeel van zijn apparaat: de patiënt kan weer een normaal leven leiden dat niet gestuurd wordt door zijn ziekte.
Koops test het apparaat al bijna een jaar met succes op zichzelf. Naast hem is er nog één persoon die het apparaat draagt. Dat kan via een verlengde studie. Koops: ‘Maar uiteindelijk moet de grote bups wachten op een CE-markering.’
Het apparaat heeft momenteel de omvang van een iPhone; hij is alleen wat dikker, vanwege de cartridges met glucagon en insuline. Verder telt het apparaat twee sensoren, die elke tien minuten de bloedwaarden van de patiënt meten. Op basis daarvan besluit het zelflerende systeem of de patiënt een dosis van een hormoon nodig heeft. Andere systemen meten alleen de glucosewaarden in het bloed, maar dat is volgens Koops veel te kortzichtig. Is iemand in rust of juist actief? Zijn de hersenen in rust? Gieren er andere hormonen door het lichaam? Koops: ‘Er zijn wel honderd dingen waar je rekening mee moet houden. Dit zelflerende systeem zit er zo dicht op dat het direct bij kan sturen.’
Het systeem is geschikt voor alle typen diabetes waar insuline wordt gespoten en op den duur ook voor kinderen. Maar het mooiste vindt Koops zelf de geringe tijd die hij nog bezig is met zijn ziekte: ‘Het kost me pak ‘m beet tussen de tien en twintig minuten per dag om de verzamelde alarmpjes van het systeem op te lossen. Dat is mijn diabeteszorg op dit moment: met twee vingers in de neus.’
Ioniqa Technologies, een spin-off van de TU/e, kan met een zelf ontwikkelde technologie 25 % van de wereldwijde plasticproductie oneindig upcyclen om herbruikbare plastic verpakkingen van te maken. ‘Met z’n allen produceren we per jaar 50 miljoen ton aan PET-plastics’, stelt Ioniqa-directeur Ton Hooghoudt. ‘En daar recyclen we maar een heel klein gedeelte van: nog geen 10 % wereldwijd.’ Ioniqa kan de overige ruim 90 % terug verwerken tot grondstof. Hooghoudt: ‘En dat kunnen we eindeloos doen.’ Ioniqa dompelt het plastic – het polymeer, onder in een vloeistof, waardoor de moleculen van het polymeer uiteenvallen in monomeren. Dat proces heet depolymerisatie. Bij dit proces weet Ioniqa ook de kleurstoffen te verwijderen, zodat er een helder materiaal ontstaat, identiek aan het plastic dat rechtstreeks uit olie wordt geproduceerd. Het is zelfs geschikt om voedsel in te verpakken.
In juni nam Ioniqa de eerste 10 kiloton PET upcycling-fabriek in gebruik. Afgelopen zomer werd er voor het eerst plastic afval tot ruwe materialen verwerkt, waarbij het systeem wordt verfijnd. ‘De toekomst voor plastic verpakkingen ziet er zeer positief uit’, zei Hooghoudt bij de opening van de fabriek. ‘Vanaf nu zullen we dit proces ook toe gaan passen op andere plastics, inclusief synthetische vezels en wellicht zelfs bioplastics, dus het verhaal wordt alleen maar mooier.’
Een bijkomend groot voordeel van het productieproces van Ioniqa is dat het ook nog eens energiezuinig verloopt: de CO2-voetafdruk is 75 % lager dan die van de productie van PET uit olie.
De dienst van Hiber klinkt in eerste instantie weinig spectaculair en beperkt vergeleken met breedband-internet: voor korte periodes per dag een internetverbinding. Deze verbinding, Hiberband, is echter een slim staaltje technologie dat een IoT-verbinding verschuift van een dekking van circa 10 % van het aardoppervlak – dat is de opgetelde dekkingsgraad van wifi, bluetooth en gsm – naar 100 %.
In 2018 kwamen vijf ondernemers met het idee voor Hiber: zorgen dat iedereen overal ter wereld gebruik kan maken van een verbinding om kleine hoeveelheden data te versturen en ontvangen. ‘We lanceerden binnen twee jaar na onze oprichting onze eerste twee satellieten’, vertelt medeoprichter Coen Janssen, director of business intelligence bij Hiber. ‘We waren wellicht naïef en ambitieus, maar zoals is gebleken ook realistisch.’ Samen met het Agentschap Telecom kreeg Hiber het voor elkaar om wereldwijd gebruik te mogen maken van de 400MHz-band, volgens Janssen een heel geschikte bandbreedte voor ‘low-power-toepassingen.’
‘Elke satelliet is iedere dag even bereikbaar, waar je ook ter wereld zit’, vertelt Janssen. ‘Bij de polen is dat zestien keer per dag, bij de evenaar twee keer.’ De komende twee jaar wil Hiber nog eens veertien satellieten lanceren, zodat er meer en vooral vaker wereldwijde dekking is.
De satelliet leest per contactmoment met een zender op de grond 144 bytes aan data uit en slaat deze gecodeerd op, om op een later moment naar een grondstation te versturen. De klant ontvangt die versleutelde data vervolgens weer van Hiber, waarna deze worden gedecodeerd.
144 bytes is niet veel, maar meer dan genoeg voor tal van toepassingen. Janssen: ‘Een toepassing die mij verbaasde was die voor imkers om bijensterfte tegen te gaan. Met een zender is de temperatuur van de bijenkorven, die vaak in afgelegen gebieden worden gezet, prima uit te lezen.’ Normaal gesproken komt een imker na een tijd terug bij een, als hij pech heeft, uitgestorven bijenkorf. De temperatuur van de korf geeft echter aan hoe goed het met het bijenvolk gaat en als deze verandert, kan een imker dan ook tijdig ingrijpen.
‘We hebben momenteel iets van zeventig klanten die al bij ons hebben getekend en onze dienst ook al uitproberen’, vertelt Janssen. ‘Dat gaat van een imker met bijenkorven tot gerenommeerde verzekeraars en gigantische olie- en gasbedrijven.’
De intelligente technologie zit volgens Janssen in het stuk communicatie tussen de antenne van het modem van de zender op de grond en de antenne van de satelliet. Ook slim: wanneer het modem niet uitzendt, dan gaat deze in de slaapstand, hibernation in het Engels. Dat verklaart ook de naam van het systeem.
Hiber hoopt dat de benoeming tot Nationaal Icoon meer investeerders naar ze toe trekt. Janssen: ‘Satellieten de ruimte inschieten is toch een beetje een dure hobby.’
De Nationale Iconen krijgen van de overheid een internationaal podium om zich verder te ontwikkelen, evenals een ondersteuningsprogramma op maat. Daarnaast krijgen ze een minister of staatssecretaris als ambassadeur.