Nieuws
0

TUD deelt vier eredoctoraten uit

Benno Boeters

Afgelopen vrijdag, tijdens de diesviering (zie voorpagina), lauwerde de TU Delft vier wetenschappers met een eredoctoraat. In de eerste plaats natuurlijk om hun grote wetenschappelijke verdiensten, maar ook om de samenwerking met hun Delftse vakgenoten te bestendigen. Doorgaans benoemt de universiteit twee eredoctoren per jaar, maar vanwege het 175-jarig bestaan pakte Delft uit met vier.

Andrew Endy, universitair hoofddocent aan de Stanford University (Californië, VS), kreeg het eredoctoraat voor zijn baanbrekende onderzoek in en ontwikkeling van synthetische biologische cellen die kunnen functioneren als een transistor of een transcriptor. Zoals chips informatie geleiden of opslaan via kanaaltjes en schakelingen in silicium, geleiden dna of rna in de cellen (‘biobricks’) informatie. ‘Het uiteindelijke doel van zijn research is het bouwen van een bio-computer’, zei prof.dr. Marileen Dogterom (bionanowetenschappen) in de voordracht van Endy als eredoctor. Zij en haar collega prof.dr. Isabel Arends (biotechnologie) roemden ook Endys initiatief voor de jaarlijkse iGEM-bijeenkomst, die biotechnologen bijeenbrengt en waar Delftse studenten in 2015 de Biobrick Trophy wegsleepten.

De uit China afkomstige en aan de Harvard University (Boston, VS) verbonden prof.dr. Xiaowei Zhuang ontving het eredoctoraat voor haar ontwikkeling van ‘super resolution microscopy’, waarmee zij op nanoschaal zichtbaar maakt wat er in een cel gebeurt, bijvoorbeeld hoe dna-moleculen proteïnen beïnvloeden. Volgens prof.dr. Cees Dekker heeft ‘sterwetenschapper’ Zhuang met haar ‘stochastic optical reconstruction microscopy’ een twintig keer scherpere resolutie bereikt, zodat nu kijken ín de cel mogelijk is. Haar onderzoeksveld heeft duidelijke raakvlakken met het onderzoek in hogeresolutie-beeldvorming bij bionanowetenschappen in Delft.

Met het eredoctoraat voor civiel ingenieur Manuel Alvarinho eert de TU Delft een echte ontwikkelingswerker. Alvarinho spant zich al sinds het onafhankelijk worden van Mozambique (tot 1975 een kolonie van Portugal) in voor drinkwatervoorziening en sanitaire voorzieningen, onder andere als stichter en leider van de Conselho de Regulação de Águas. Volgens erepromotor prof.dr.ir. Luuk Rietveld heeft hij de hele sector in dat land naar een hoger niveau getild. Voor schoon drinkwater zijn veel dorpen op het Mozambikaanse platteland nog afhankelijk van waterpompen. ‘Hij is werkelijk de praktijkgerichte ingenieur, die ideeën ontwikkelt én toepast’, aldus Rietveld. Collega prof.dr.ir Hubert Savenije gaf aan dat met dit eredoctoraat ook veertig jaar betrokkenheid van de TU Delft bij de sanitaire en waterprojecten in Mozambique bekroond wordt.

Hoogleraar Alessandro Vespignani van de Northeastern University (Boston, VS) wordt met zijn eredoctoraat geprezen voor de verbinding die hij maakte tussen het vakgebied van medische epidemiologie en het bestuderen en modelleren van verspreiding van virussen in ict-netwerken. Volgens prof.dr.ir. Piet van Mieghem (telecommunicatie) kwam Vespignani al in 2001 op het idee om verspreiding van ‘gewone’ en computervirussen te vergelijken en toont hij vooral aan hoe bepalend de onderliggende netwerken daarbij zijn. De wetenschapper heeft ook uitvoerig gekeken naar hoe het ebolavirus in Afrika en het zikavirus in Brazilië mensen hebben geïnfecteerd. Hij bouwt aan modellen die voorspellen hoe virussen hun weg gaan vinden. Epidemiologie in netwerken is ook een onderzoeksgebied bij de Delftse faculteit elektrotechniek, wiskunde en informatica.

Onderwerp:
ArbeidsmarktOnderwijs

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten