Gerald Schut
Voor de noordoostkust van Schotland wordt gewerkt aan het grootste Europese project om CO2 direct uit lucht te zuigen en onder de grond te stoppen. Onder de naam ‘Project Dreamcatcher’ wil het bedrijf Storegga Geotechnologies met het Canadese bedrijf Carbon Engineering jaarlijks 500 kton CO2 gaan afvangen, meer dan 100 keer zoveel als de Orca-installatie van het Zwitserse bedrijf Climeworks in IJsland, die nu de grootste installatie van Europa is.
Climeworks schat de kosten van haar techniek om CO2 via direct air capture (dac) vast te leggen op $500 à 600 per ton: ongeveer tienmaal de prijs van een ton CO2 in het Europese handelssysteem voor emissierechten, EU ETS. De hoop is dat de kostprijs van direct air capture snel genoeg daalt, zodat het reëel wordt om de emissies van ‘lastige’ sectoren als industrie, scheepvaart en luchtvaart te kunnen compenseren, zodat die 10 à 20% van de wereldwijde emissies ook klimaatneutraal kunnen worden. Los daarvan zijn in veel klimaatscenario’s decennia lang negatieve emissies nodig. Ook daarvoor biedt direct air capture een uitkomst en is prijsdaling belangrijk. Storegga Geotechnologies hoopt nog dit decennium een kostprijs van £200 per ton te bereiken.
Dit past in de ambitie van de Britse overheid om leider te worden in de ontwikkeling van direct air capture. Het steunt daarom Project Dreamcatcher met £249.000 subsidie als onderdeel van de Direct Air Capture and Greenhouse Gas Removal Technology Innovation Programme Award van de Business, Energy and Industrial Strategy (BEIS). De Britse overheid heeft toegezegd £100 miljoen beschikbaar te maken voor dac. Daarvoor hebben de Britten al een lijst met 24 kandidaatprojecten opgesteld, waaronder een project om CO2 uit zeewater te halen, waar het 150 maal geconcentreerder is dan in de buitenlucht en verschillende projecten om via pyrolyse houtskoolachtige biochar te maken.
De Schotse installatie moet een kopie worden van een installatie die in Texas ontwikkeld wordt door Carbon Engineering. Daar zou volgens planning de bouw volgend jaar moeten beginnen en de installatie zou in 2024 gereed moeten zijn. Voor zowel de Schotse installatie als die in Texas geldt, dat wordt overwogen om de capaciteit te verdubbelen naar 1 Mton CO2 per jaar. Storegga gaat de installatie bouwen met gelicentieerde technologie van Carbon Engineering. In een pilot-installatie in het Canadese Squamish legt Carbon Engineering sinds 2015 1 ton CO2 per dag vast: ruim duizend keer minder dan de beoogde installatie in Schotland dus.
In Schotland is de meest waarschijnlijke locatie van Project Dreamcatcher in de buurt van het Acorn project, dat wordt ontwikkeld door Pale Blue Dot Energy, een dochteronderneming van Storegga. Hier zal blauwe waterstof geproduceerd worden door de CO2 op te slaan in lege gasvelden onder de Noordzee. Dezelfde infrastructuur kan door Project Dreamcatcher gebruikt worden.
Harvard-professor en oprichter van Carbon Engineering David Keith waarschuwde onlangs dat koolstofvastlegging dreigt af te leiden van de noodzaak om snel emissies te reduceren door elektriciteitsopwekking te verduurzamen en vervoer en industrie te elektrificeren. ‘Dit thema wordt heel zichtbaar en veel mensen stappen in, maar veel van de voorstellen zijn onzin,’ zei Keith in MIT Technology Review, waarbij hij vooral refereerde aan bosbouwprojecten als populaire vorm van greenwashing.
Vorig jaar publiceerde The Economist een fictief science based scenario, waarin grote oliebedrijven zichzelf opnieuw hebben uitgevonden als aanbieders van direct air capture en CO2 terugstoppen in de gasvelden, die ze eerder zelf hebben leeggehaald. Het muntte de term ‘carbon leasing’ voor het uitlenen van koolstof aan klanten, terwijl ze de oude koolstof van de klant terugnemen. De nieuwe sector zou wel veel ruimte vragen. Volgens berekeningen van Howard Herzog (MIT) zou met de huidige techniek een installatie om jaarlijks 1 Mton (dus grofweg de capaciteit die Dreamcatcher beoogt) te verwijderen 10 m hoog, 3,5 m breed en 5 km lang moeten worden. Daarvan zouden er wereldwijd 10.000 nodig zijn om de jaarlijks 10 Gton (een kwart van de huidige CO2-emissies van het energiesysteem) vast te leggen.