Gerald Schut
De mogelijkheden van technologische innovatie om het klimaatprobleem op te lossen worden overschat. Dat schrijven 400 Belgische ingenieurs in een open brief aan de Vlaamse publieke omroep VRT.
Jazeker, nieuwe technieken hebben onze levensstandaard de afgelopen twee eeuwen grandioos verbeterd, schrijven zij. En internet en hernieuwbare energie zijn prachtig. Maar economische groei gaat nog steeds gepaard met een groeiend gebruik van fossiele brandstof. Dat de emissies in Europa de afgelopen 30 jaar gedaald zijn komt vooral, door ‘de verplaatsing van de meest vervuilende en energieverslindende industrieën naar landen waar de milieu- en sociale normen het laagst zijn.’
Volgens de ingenieurs kunnen technische ontwikkeling en energie-efficiëntie door twee mechanismen de groeiende vraag niet bij houden. Ten eerste zitten er aan ieder systeem technische grenzen, zoals de wet van Betz het rendement van een windturbine maximeert op 60 %. Er is steeds minder laaghangend fruit om te plukken. Ten tweede zorgt het rebound-effect , ofwel de Jevons paradox, ervoor dat de consumptie van efficiëntere technologie juist toeneemt. Zo wordt de efficiency-winst tenietgedaan en regelmatig zelfs omgekeerd door frequenter gebruik van goedkopere techniek.
‘Men kan dus redelijkerwijze niet geloven dat technologische innovatie de menselijke samenleving zal redden binnen de, gezien de noodsituatie van het klimaat, korte beschikbare tijd […] Deze conclusie is in totale tegenstelling tot de huidige dynamiek, die overeen lijkt te komen met het dogma van “altijd meer”, en roept vragen op die afwijken van ons technologisch vakgebied.’ De VRT omschrijft de ondertekenaars ‘als burgerlijke, bio- en industriële ingenieurs’.