Nieuws

ITER brengt kernfusie dichterbij met krachtigste magneet ter wereld

© ITER. ITER in aanbouw.

In Zuid-Frankrijk is de krachtigste magneet ter wereld voltooid. Het gaat om de centrale solenoïde van ITER, het internationale kernfusieproject dat een werkende mini-zon op aarde wil realiseren. De supergeleidende magneet van bijna 1.000 ton moet extreem heet plasma onder controle houden—een cruciale stap in de ontwikkeling van kernfusie als duurzame energiebron.

De centrale solenoïde is een indrukwekkend stuk techniek. Met een hoogte van 18 meter en een diameter van 4,25 meter weegt deze bijna 1.000 ton. De magneet is geproduceerd in de Verenigde Staten en verscheept in onderdelen naar Frankrijk, waar hij in het reactorcomplex in Cadarache werd samengebouwd. Eenmaal operationeel genereert hij een magnetisch veld van maar liefst 13 tesla—ongeveer 280.000 keer sterker dan het aardmagnetisch veld. Dat is zo krachtig dat hij theoretisch een vliegdekschip van de grond zou kunnen tillen.

Een mini-zon onder controle

Maar waarom zo’n extreme kracht? Alles draait om controle. ITER is gebouwd om kernfusie mogelijk te maken: het samensmelten van lichte atoomkernen tot zwaardere, waarbij enorme hoeveelheden energie vrijkomen. Dit is hetzelfde proces dat ook in de zon plaatsvindt. Om dit op aarde te reproduceren, moet een plasma worden verhit tot zo’n 150 miljoen graden Celsius—tien keer heter dan het binnenste van de zon. In zo’n omgeving is geen materiaal bestand tegen direct contact, dus moet het plasma ‘zweven’, gevangen in een magnetisch veld.

Dat is precies waar de centrale solenoïde voor dient. In combinatie met andere magneten zorgt deze ervoor dat het plasma in de juiste vorm en positie blijft. Zonder deze magneet zou het superhete mengsel van deuterium en tritium simpelweg de reactorwand vernietigen of niet de juiste omstandigheden bereiken voor fusie.

© ITER US. De ITER-tokamak wordt het grootste apparaat in zijn soort ter wereld, met een plasmavolume van 840 m³.

Internationale samenwerking en lange adem

ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor) is het resultaat van een ongekende wereldwijde samenwerking. De Europese Unie, de Verenigde Staten, Rusland, China, India, Japan en Zuid-Korea leveren allemaal bijdragen in de vorm van technologie, kennis en onderdelen. Het project moet bewijzen dat kernfusie niet alleen theoretisch mogelijk is, maar ook praktisch uitvoerbaar als duurzame energiebron.

De ambities zijn groot: zodra ITER volledig operationeel is, moet de reactor 500 megawatt aan thermische energie kunnen opwekken met slechts 50 megawatt aan input. Anders gezegd: een rendement dat tien keer hoger ligt dan de ingevoerde energie. En dat zonder langdurig radioactief afval, zonder CO₂-uitstoot, en met een vrijwel onuitputtelijke voorraad brandstof: waterstof.

Toch is het pad naar kernfusie lang en vol uitdagingen. De bouw van ITER is al meermaals vertraagd. De oorspronkelijke deadline om het reactorcomplex in gebruik te nemen lag rond 2025, maar is inmiddels verschoven naar 2034. Ook de kosten zijn opgelopen—volgens de laatste schattingen ruim 20 miljard euro. Veel daarvan komt door de ongekende technische complexiteit: onderdelen worden wereldwijd gemaakt, onder strikte toleranties, en moeten als een gigantisch technologisch bouwpakket in elkaar passen.

De voltooiing van de centrale solenoïde is dan ook niet alleen technisch belangrijk, maar ook symbolisch. Het toont aan dat, ondanks alle obstakels, het project gestaag voortgang boekt. De komende jaren wordt de reactor verder opgebouwd en voorbereid op de eerste echte tests. Als alles slaagt, kan ITER het begin markeren van een nieuw tijdperk waarin kernfusie niet langer sciencefiction is, maar een realistisch onderdeel van onze energiemix.

Neem een kijkje achter de schermen bij ITER.
Onderwerp:
EnergieInnovatie

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten