De ogen van brancheorganisaties in de techniek waren in september gericht op Den Haag. Investeert het kabinet voldoende in bijvoorbeeld het onderwijs om het tekort aan technische vakmensen aan te pakken? Uiteindelijk overheerst tevredenheid, met wat kanttekeningen.
Techniek Nederland waarschuwt al langer dat het tekort aan technische vakmensen met ‘green skills’ een groot risico is voor de energietransitie. Voorzitter Doekle Terpstra is daarom deels tevreden met de extra investeringen van het kabinet Rutte IV.
“We zijn blij met het Actieplan Groene en Digitale banen van het kabinet. Ook het stimuleren van bbl-opleidingen voor zij-instromers in de techniek is een goed streven evenals de voortzetting van de subsidieregeling praktijkleren. Wel pleiten wij voor een structurele regeling in plaats van een jaarlijkse verlenging. Vanaf 2023 is naar verwachting nog maar maximaal 2300 euro per leerplaats beschikbaar voor leerbedrijven die een bbl-student begeleiden. De afgelopen jaren ontvingen leerbedrijven nog 2700 euro per leerplaats. Techniek Nederland zet zich in om deze versobering op te kunnen vangen, desnoods via een andere subsidiepot.â€
Er leerrechten voor praktisch geschoolden en krijgt de STAP-regeling een aanvullende 500 miljoen euro (over vier jaar) specifiek voor mensen met maximaal een MBO-4 diploma. Tot tevredenheid van Techniek Nederland, zegt Terpstra: “We hopen dat daarmee ook extra aandacht komt voor het aantrekkelijke carrièreperspectief in de technieksector en dat de leer- en ontwikkelcultuur op de werkvloer wordt versterkt.â€
Om de kwaliteit van vakmanschap te borgen wil Techniek Nederland de kwaliteit van opleidingen, cursorisch onderwijs en beroepspraktijkvorming zoveel mogelijk in eigen hand houden. Techniek Nederland gaat ook samen met de overheid investeren in aantrekkelijk techniekonderwijs betreffende het plan van het kabinet voor Leven Lang Ontwikkelen (LLO) dat de aansluiting wil verbeteren tussen initieel onderwijs en arbeidsmarkt om personeelstekorten terug te dringen.
Bouwend Nederland
De brancheorganisatie van de bouw in Nederland, Bouwend Nederland, laat weten tevreden te zijn met de verlenging van Subsidie Praktijkleren. De subsidieregeling is specifiek bedoeld om werkgevers te stimuleren om praktijk- en werkleerplaatsen beschikbaar te stellen en de juiste begeleiding daarbij te geven en werkt naar alle tevredenheid, stelt de brancheorganisatie. Verder vindt Bouwend Nederland het positief dat er in de Miljoenennota 33 miljoen structureel beschikbaar komt om leerlingen in het voorgezet onderwijs betere te begeleiden bij een beroepskeuze.
Dat geldt ook voor de omscholingsregeling waar werkgevers eenmalig 3750 euro per medewerker aanvragen die zich wil laten omscholen. De Omscholingsregeling wil alle werkgevers financieel ondersteunen bij het aanbieden van een omscholingstraject aan (nieuwe) medewerkers. Hierbij is het mogelijk dat (nieuwe) medewerkers uit een andere beroepsgroep opgeleid worden voor een kansrijk beroep in de bouw en infra. Voor de medewerkers zelf geeft omscholing naar kansrijke beroepen een duurzaam perspectief op de arbeidsmarkt. Er is circa een half miljoen euro subsidie verstrekt om mbo-onderwijs voor volwassenen flexibel en via modules aan te bieden. Eén van de doelen is om de personeelstekorten in de technieksector terug te dringen.
Metaalunie
De kabinetsplannen voor het techniekonderwijs zijn een verbetering, zegt Jos Kleiboer, directeur Beleid Metaalunie, maar schieten ook tekort. “Na veel aandringen van Koninklijke Metaalunie wordt de Subsidieregeling Praktijkleren (SPL) verlengd met een jaar, maar het is niet de manier om werkgevers te blijven stimuleren om praktijk- en leerplaatsen aan te bieden. De SPL is belangrijk voor ondernemers en maakt het mogelijk dat leerlingen, studenten of werknemers die een (beroeps)opleiding volgen zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt, waardoor ondernemers kunnen beschikken over goed opgeleid personeel. Echter, mbo-opleidingstrajecten, ook in de bbl, beslaan minstens 2 en meestal 3 jaar. Niet alleen werkgevers worden hier de dupe van, maar vooral de 130.000 bbl-studenten die jaarlijks instromen, waarvan 30.000 in de techniek.’
Het kabinet zet met de op Prinsjesdag gepresenteerde kabinetsplannen een stap in de goede richting om de kwaliteit van het technisch onderwijs te verbeteren en om de instroom te vergroten. Zo is het kabinet voornemens om de begeleiding van studenten en loopbaanoriëntatie te intensiveren door een substantiële financiële impuls, van 1,2 miljoen euro in 2022 naar 34 miljoen euro per jaar. Een vergelijkbaar bedrag komt er vrij voor doorstroom in de beroepskolom.
Kleiboer: “Metaalunie is blij met deze intensivering, mits de kansen op de arbeidsmarkt voor nu en in de toekomst leidend zijn. Dit geldt in het bijzonder voor technische opleidingen. Metaalunie pleit voor een nauwe samenwerking met technische branches om de loopbaanoriëntatie ook op punt van banen met toekomst, écht inhoud te geven, startend vanaf primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO). De financiële impuls voor loopbaanoriëntatie subsidies gaat naar de mbo-instellingen, maar begin vooral in het vmbo. In het mbo hébben jongeren immers al gekozen.â€
Kleiboer pleit voor verdere professionalisering van het onderwijs. “Onderwijs heeft een moderniseringsslag nodig. Daarom zijn de 16 uur extra betaalde uren voor professionaliseringsruimte van docenten én de extra ruimte voor leerlingbegeleiding goed. De professionaliseringsruimte is hard nodig om docenten zich verder te laten ontwikkelen in de sectoren waarvoor ze onderwijs geven, zoals de techniek.â€