Jan van den Berg
In Rotterdam is de afgelopen twee weken het Concept House Prototype gebouwd. Op woensdag 7 december is het complete casco neergezet en was de woning wind- en waterdicht.
Afgelopen dinsdag was het huis ook van binnen afgewerkt. Hoe kort de bouwtijd ook was; aan het Concept House is al twee-en-een-half jaar gewerkt, zegt projectleider Jaap van Kemenade van de TU Delft.
‘De belangrijkste uitgangspunten zijn een industrieel gebouwde woning die een EPC heeft van 0.’ Dit betekent dat de woning energieneutraal is (wat betreft warmte- en koudevraag en elektriciteit voor verlichting). Momenteel ligt de eis voor nieuwe woningen op een EPC van 0,6. In 2020 moet dat 0 zijn.
De vloeren, wanden en het dak worden kant en klaar op de bouwplaats afgeleverd. Dit geldt ook voor de centrale cel, waarin sanitaire voorzieningen, installaties en aansluitingen voor elektra, water, riool en dergelijke zijn aangebracht.
‘Een van de grootste uitdagingen is om alle partijen zodanig te laten samenwerken, dat de componenten goed op elkaar aansluiten’, verduidelijkt Van Kemenade. ‘Een andere opgave is om een goede energieprestatie te krijgen. Dat doen we met goede isolatie, geïntegreerde energie-opwekking in het dak, warmte/koude-opslag in de bodem en een warmtepomp.’
Met al die techniek is het nu gebouwde prototype relatief duur. ‘Ga je in serie bouwen, dan wordt het natuurlijk goedkoper. Anderzijds zijn hogere kosten voor energie-installaties onvermijdelijk, als je straks EPC van 0 moet halen.’
Het eerste Concept House bestaat uit één verdieping van 85 vierkante meter plus een overdekt balkon van vijftien vierkante meter. Het staat op een platform op 3,5 meter boven de grond. Aan de ene kant steunt het op een zeecontainer en aan de andere kant op twee kolommen. ‘In de container brengen we een kantoortje onder en plaatsen we apparatuur voor het monitoren van de woning’, legt Van Kemenade uit.
In de periode tot februari zullen de installaties ingeregeld worden. Vervolgens volgen een jaar lang korte proeven met bewoners. ‘Die zullen er niet langer dan twee weken verblijven.’ Het proefwonen acht Van Kemenade heel belangrijk. ‘We moeten weten hoe comfortabel de woning is. Ook moeten we nog veel leren over de mate waarin bewoners zich bezig willen houden met energiebesparing en in hoeverre we dit aan de installaties zelf kunnen overlaten.’
De ervaringen in 2012 vormen de input voor het ontwerp van een nulserie. Woningcorporatie De Woonplaats uit Enschede heeft belangstelling om deze serie van twaalf appartementen te laten bouwen. ‘Op basis hiervan kunnen we dan het definitieve systeemontwerp maken.’
