Nieuws
0

Daadkracht gevraagd

Mischa Brendel

Als er één zaak is waar het kabinet de afgelopen regeerperiode prat op ging, dan is dat wel het Energieakkoord.

Het krijgt in de onlangs gepresenteerde miljoenennota dan ook flink wat aandacht. Terecht, want de energietransitie wordt steeds urgenter en zal in de komende verkiezingen ongetwijfeld ook een rol spelen.

Het is alleen jammer dat het kabinet de noodzakelijke daadkracht, waarover het in de miljoenennota spreekt, zelf niet toont. Want het Energieakkoord is het poldermodel bij uitstek: het is een overeenkomst tussen overheid, bedrijfsleven en belangenorganisaties die pas na moeizame onderhandelingen definitief werd (om vervolgens na korte tijd al sterk in twijfel te worden getrokken, onder meer door het PBL, ECN en de ACM).

Kortom: de markt heeft een flinke vinger in de pap. En dat terwijl het kabinet in de miljoenennota stelt dat ‘negatieve effecten van broeikasgasuitstoot op het klimaat’ niet vanzelf door de markt worden meegenomen in de heersende marktprijzen en dat er hierdoor sprake is van klassiek marktfalen. ‘Het beter laten functioneren van markten kan in zo’n situatie de maatschappelijke welvaart verhogen.’ Met andere woorden: om de broeikasgasuitstoot te beperken, is overheidsregulering noodzakelijk. Dan lijkt een compromisvol akkoord eerder een vertragend effect te hebben op de energietransitie.

Dat het ook heel anders kan, toont Duitsland. Met de Energiewende heeft het een strikt beleid opgezet dat wél leidt tot directe resultaten. De keuze van E.ON om zijn bedrijfsdeel ‘fossiele brandstoffen’ af te splitsen en naar de beurs te brengen, is daar een direct gevolg van.

De opstelling van het huidige kabinet – ‘in het najaar van 2016 presenteert het kabinet in een Energieagenda stappen om de energietransitie op de middellange en lange termijn verder vorm te geven’ – is ronduit zwak. En dat terwijl duurzame energie tegenwoordig zelfs op de agenda van banken staat: het Economisch Bureau van ABN-AMRO presenteerde op Prinsjesdag het rapport Na aardgas komt zonneschijn, waarin het wijst op de noodzaak om op duurzame energie over te schakelen en dat aardgas, niet kolen, als transitiebrandstof moet gelden, al moet de rol van deze transitiebrandstof snel worden afgebouwd. De conclusie van ABN-AMRO in het kort: getreuzel kost ons geld.

Consultancybureau McKinsey gaat nog een stap verder en stelt dat Nederland vanaf 2020 jaarlijks € 10 miljard moet investeren om te voldoen aan de Europese klimaatdoelstellingen. En dat kan prima zonder dat het ten koste gaat van economische groei, aldus McKinsey. Het levert juist een hoger bnp, meer banen, meer financiële stabiliteit en een hoger algemeen welzijn op.
Wanneer een bank en een consultancybureau, doorgaans toch partijen die voor marktwerking pleiten, stellen dat je niet daadkrachtig genoeg optreedt inzake de energietransitie, dan moet je als overheid toch eens bij jezelf te rade gaan.

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×