De toenemende vraag naar elektriciteit en het steeds meer van wind- en zonne-energie afhankelijke aanbod daarvan zorgt ervoor dat in 2030 de leveringszekerheidsnorm voor het eerst kan worden overschreden. Reden voor paniek is dat zeker niet, maar actie is nodig.
Sinds 2003 onderzoekt netbeheerder TenneT jaarlijks in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de leveringszekerheid van elektriciteit in Nederland. Het is een rapport dat normaal niet veel stof doet opwaaien.
Dat is anders met het laatste rapport Monitoring Leveringszekerheid 2022; voor het eerst verwacht de hoogspanningsnetbeheerder dat de leveringszekerheid boven de norm uit komt. In 2030 kan volgens het basisscenario gedurende het hele jaar tot 4,5 uur elektriciteit niet gegarandeerd worden. Dat is weinig, maar alsnog 0,5 uur boven de norm.
“De 4,5 uur is een gemiddelde waarde, gebaseerd op een veelvoud van simulaties onder verschillende klimaatcondities”, zegt Koen Gorrissen, projectleider van het rapport. “De vraag heeft bijvoorbeeld te maken met hoe koud het is. Als we steeds meer gaan verwarmen met elektriciteit, wordt de afhankelijkheid groter. Een tweede variatie die we in het onderzoek toepassen is de uitval van centrales.”
Zeker is dat de vraag naar elektriciteit zal stijgen, naar verwachting van 118TWh nu naar 133TWh in 2030. “De vraag stijgt onder meer vanwege de toename in elektrisch vervoer, warmteproductie door warmtepompen en – ook belangrijk – de elektrificatie van de industrie. Dat is afgestemd op de verwachtingen van het PBL, zodat we een goede inschatting hebben kunnen maken hoeveel de vraag gaat stijgen.”
Tegelijk zal de productie van elektriciteit door het stoken van gas afnemen van 16,9GW nu naar 14,2GW in 2030 en worden de kolencentrales in 2029 uitgezet; een extra afname van 4GW. “Daarbij is het ook belangrijk te benoemen dat het vermogen in het buitenland ook naar beneden gaat. In de vorige editie van het rapport waren Duitsland en België in staat ook Nederland van elektriciteit te voorzien; dat is steeds minder het geval.”
Daar staat tegenover dat in Nederland flink wordt geïnvesteerd in groene energie. “De totale productie over een jaar heen wordt door wind- en zonne-energie opgevangen. Maar de momenten dat er tekorten zijn, zijn ook de momenten dat er weinig duurzame productie is. De inzet van duurzame energie is tijdens de uren met tekorten dan ook zeer laag, onder de 5% van het geïnstalleerde vermogen.”
Dat komt doordat de tekorten in de simulaties zich vooral voordoen in Elfstedentocht-achtige scenario’s. “Wanneer er een week lang weinig wind en zon is gecombineerd met een hoge vraag. Ook kunnen we dan steeds minder aanspraak maken op elektriciteit uit het buitenland. Landen direct om ons heen hebben dan met dezelfde omstandigheden te maken. Het kan zelfs zijn dat er niet voldoende waterkracht is.”
TenneT adviseert de overheid daarom dat ze voor de voorwaarden zorgt waardoor de markt in staat blijft te investeren in regelbaar vermogen om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen, bijvoorbeeld in een gascentrale die later omgebouwd kan worden tot een waterstofcentrale.
Deels ook zullen bedrijven en consumenten moeten leren de vraag af te stemmen op het aanbod. “De eerste stap daarin is de industriële vraag, al hebben die automatisch een reden om dat te doen als de energiekosten de productie niet rechtvaardigen. Ook het opladen van elektrische voertuigen of het schuiven met het inzetten van warmtepompen zijn zaken die daaraan zeer kunnen bijdragen. De elektriciteitsvoorziening zal volatieler worden; van een vraag gestuurd systeem naar een aanbod gestuurd systeem.”
Batterijen als tijdelijke opslag zijn dan weer geen totaaloplossing. “Die zijn vooral goed in staat om de middagpiek in productie op te slaan voor verbruik in de piekvraag in de avond. Maar batterijen zijn minder geschikt om de piek over de seizoenen heen te verschuiven”, zegt Gorrissen. Niet dat ze geen belangrijke rol spelen. “Als de batterijcapaciteit minder zal zijn dan we nu aannemen, neemt de leveringszekerheid snel af. Zonder batterijen wordt de leveringszekerheidsnorm 35 uur overschreden. Maar de toegevoegde waarde van meer dan 11GW aan batterijcapaciteit is niet zo groot, omdat bij langdurige tekorten ook de batterijen niet meer kunnen worden opgeladen.”
Rest nog een advies voor de overheid: investeer in verbindingen met het buitenland. “Met name in verbindingen met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. België, Duitsland of Denemarken hebben op dezelfde momenten tekorten als Nederland. Het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen hebben een ander profiel. De VK loopt een uur achter en heeft dus een ander piekmoment en het land heeft veel kernenergie in hun systeem. Noorwegen doet vooral veel met waterkracht. Die landen kunnen ons dus eerder helpen.” Gorrissen besluit: “De gesprekken tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk om te investeren in een dergelijke verbinding lopen al, niet van kust naar kust maar via een directe verbinding tussen de windparken op zee, via een zogenoemde Multi Purpose Interconnector.”