Thomas van de Sandt
Midden juli heeft onder meer Shell een diepterecord gebroken voor gaswinning op het Noorse continentale plat. De nieuwste permanente installatie op de bodem van de Noorse Zee, nodig voor het boren en installeren van productieputten in het Ormen Lange gasveld, is geplaatst op 925 meter diepte. Dat is zo’n honderd meter dieper dan de drie andere onderzeese installaties in hetzelfde veld.
Shell is operator van het gasveld en heeft een belang van zeventien procent. Het plaatsen van het 950 ton wegende gevaarte is tot in de puntjes voorbereid, vertelt een woordvoerder. ‘We hebben transponders geïnstalleerd op de zeebodem en op de stalen structuur die tijdens de installatie als richtpunten voor de apparatuur konden dienen. Daarnaast begeleidden onbemande onderzeeboten de operatie.’
De installatie is geplaatst in het Noordelijk deel van Ormen Lange, waar de zeebodem veel slapper is dan in de rest van het veld. Daarom is van tevoren maar liefst 100.000 ton stenen op de bodem gedropt om deze te stabiliseren.
Het Ormen Lange gasveld, genoemd naar een Vikingschip, is met een geschatte reserve van 300 miljard kubieke meter gas een van ’s werelds grootste offshore gasvelden. Shell wil de productie gaan opbouwen naar zeventig miljoen kubieke meter per dag, genoeg voor twintig procent van de totale Britse vraag. Echter, de extreme omstandigheden (stormen, hoge golven, zeer onregelmatige zeebodem) 120 km uit de Noorse kust vormen een probleem. Mede hierdoor is besloten geen productieplatform in zee te leggen. In plaats daarvan staan er nu vier installaties (zogenaamde templates) op de zeebodem die aansluitingen bevatten voor het boren en het installeren van productieputten en apparatuur om de toekomstige gasstroom te regelen en te monitoren en antivriesstoffen te injecteren. De nieuwste template bevat gaten (‘slots’) voor het boren van acht verschillende productieputten.
Het boorschip West Navigator gaat later dit jaar van start met de boringen in het noordelijk deel van Ormen Lange. Als het veld in productie is, gaat het gas via een onderzeese pijpleiding naar de bewerkingsinstallatie in Aukra, aan de Noorse kust. Daarvandaan gaat het via een 1.200 km lange pijp over de zeebodem naar Easington aan de Britse Oostkust.