De markt voor elektrische luchttaxi’s is druk, complex en duur. Maar tussen alle miljoenenprojecten en multinationals steekt één naam er ineens uit: FlyNow uit Oostenrijk. Hun geheim? Een elektrische helikopter zonder piloot, met minder onderdelen, minder regels en vooral: minder kosten. Dit zou weleens de eerste luchttaxi kunnen zijn die écht gaat vliegen.
De meeste elektrische luchttaxi’s die momenteel in ontwikkeling zijn, lijken op uit de kluiten gewassen drones: vol met rotoren, bewegende onderdelen en geavanceerde aerodynamica. FlyNow gooit het over een andere boeg. Hun eCopter maakt gebruik van een coaxiale rotorconfiguratie: twee propellers boven elkaar, die in tegengestelde richting draaien. Dat klinkt misschien ouderwets, maar is technisch juist slim. Het systeem bevat minder bewegende delen, is lichter, goedkoper en eenvoudiger te onderhouden dan veel andere eVTOL-concepten.
Bijkomend voordeel: de Europese luchtvaartautoriteit EASA classificeert de eCopter als een elektrische helikopter, een bestaande categorie waarvoor de regelgeving al grotendeels klaarligt. Daardoor hoeft FlyNow niet door het langdurige en onzekere certificeringstraject voor volledig nieuwe luchttaxi’s. En dat betekent: sneller de lucht in.
Betaalbare luchttaxi’s voor één of twee personen
FlyNow mikt op drie versies van de eCopter: een eenzitter, een tweezitter en een vrachtmodel. Alle varianten worden gebouwd op basis van hetzelfde frame. Dat maakt de productie schaalbaar en efficiënt. De passagiersversies worden autonoom gevlogen: gebruikers boeken simpelweg een rit, stappen in, en de software doet de rest. Geen piloten, geen ingewikkelde besturing – enkel vooraf ingestelde vluchtroutes en automatische botsingsdetectie.
Volgens CEO Jürgen Greil is het doel dat een ritje met de eCopter uiteindelijk vergelijkbaar geprijsd wordt met een taxirit over de weg. Een gewaagde belofte, maar niet ondenkbaar gezien het modulaire ontwerp en de lage productiekosten.

Geen vliegend prototype, wel een vliegende planning
Een volledig werkende prototype is er nog niet, maar FlyNow heeft al wel een full-scale testmodel op de grond getest – inclusief alle functionele componenten. De verwachte prestaties zijn bescheiden maar realistisch: een kruissnelheid van 130 km/u, een bereik van 50 kilometer op één acculading, en een maximaal laadvermogen van 200 kilo. Voldoende voor korte ritten tussen steden, industrieterreinen of luchthavens.
De commerciële productie staat gepland voor 2026, waarbij de vrachtversie als eerste op de markt komt. Logisch, want vracht hoeft geen veiligheidsgordel om – en de regelgeving voor cargo is nu eenmaal soepeler dan voor passagiersvervoer.
Wat FlyNow onderscheidt van concurrenten als Lilium, Joby en Volocopter is niet alleen het technische ontwerp, maar vooral de strategische eenvoud. Geen futuristische beloften over transcontinentale vluchten of stedelijke luchthubs, maar een degelijk werkpaard voor korte afstanden – net genoeg om waardevol te zijn, zonder overbodige complexiteit.
Met de juiste partners en een realistisch certificeringstraject zou FlyNow zomaar eens één van de eerste kunnen zijn die écht commerciële luchttaxi’s in Europa in de lucht krijgt. Misschien niet met het meeste spektakel, maar wel met een kans van slagen.
Bekijk hieronder de eerste beelden van de testvlucht: