Mark van der Heijden
Femto Engineering, dit jaar precies 25 jaar oud, schuift met zijn diensten steeds meer naar voren in het ontwikkelproces van bedrijven. Het Delftse ingenieursbureau kan voor er maar een pennenstreek op papier staat aangeven wat de randvoorwaarden en impact van een bepaald ontwerp zal zijn. “Het heeft veel toegevoegde waarde als je dat een klant kunt aanbieden, al voordat er iemand in de werkplaats aan de slag is.”
Met de branie die net afgestudeerden hebben, startte Tom Santegoeds op 1 april 1997 met twee medestudenten het bedrijf Femto Engineering. “Bedrijven hadden vaak vragen over hoe een constructie stijver of sterker kan. Op de TU Delft was er geen capaciteit voor om dat tussen de bedrijven door te doen. Wij dachten dat inmiddels wel te kunnen met de sterkteleer die we op de TU Delft hebben geleerd.”
De drie studenten technische mechanica kochten pc’s, sloten telefoons aan en gingen de boer op. “We maakten gebruik van de eindige elementenmethode ofwel Finite Element Method – de drie eerste letters vormen samen het begin van onze naam. Om de spanningen en rekken in een constructie te berekenen kun je deze opdelen in een aantal eindige elementen. De som van de oplossingen van deze deelproblemen is de oplossing van je grote probleem.”
“Heel snel daarna zijn we in offshore terecht gekomen, waar vaak grote partijen zitten met constructies die niet kapot mogen gaan. Ondertussen berekenen we constructies van shampoofles tot autoband en hoogoven. Ook doen we niet meer alleen structurele berekeningen, maar ook stromingsanalyses: hoe werkt een pomp, hoe zit het met de rookgassen?”
Femto Engineering had een vliegende start dankzij de steun van het nog maar enkele maanden door de TU Delft opgerichte Technostarter-traject, de incubator waar het huidige YES!Delft uit is ontstaan. In de jaren daarna is het bureau uitgegroeid tot twee vestigingen; in Delft uiteraard waar 20 medewerkers werken en in Münster waar nog eens vijf medewerkers actief zijn.
Er is sindsdien meer veranderd. “Als ik nu kijk naar de rapporten die we 25 jaar geleden hebben gemaakt, schaam ik me absoluut niet. Het was wat toen mogelijk was”, zegt Santegoeds. “Nu zijn we veel verder, met nieuwe berekeningsmethoden en nieuwe toepassingen. Ook kost fysiek testen veel tijd en geld, en dan is nog de vraag of je daar alle informatie uit kan halen. Testen moet nu een proof of concept zijn.”
“Het is bovendien altijd mijn frustratie geweest dat men naar ons toekomt als iets al fout gegaan; dan ben je damage control aan het doen. Of omdat dat er iets als een certificering nodig is; dan is het onderwerp al zo goed als defintief en kun je binnen heel beperkte kaders slechts een oplossing bieden.”
Santegoeds’ bureau richt zich daarom meer op het moment vóór dat een prototype gemaakt wordt. “Met systems engineering word je in een eerder stadium betrokken bij ontwerp- en ontwikkelproces. Dan kunnen we eerder zeggen wat nodig is en bieden we meer toegevoegde waarde.”
Denk daarbij bijvoorbeeld aan het project DragonFly van hogeschool InHolland waarvoor studenten een vliegtuig met verbrandingsmotor ombouwen tot een elektrisch vliegtuig. Femto Engineering kan daarvoor veel vragen van tevoren al helpen beantwoorden. “Hebben de accu’s voldoende capaciteit? Kan ik voldoende vermogen uit de accu’s trekken zonder dat ze te heet worden? Is dat genoeg om voldoende snelheid en hoogte te halen? Je weet wat je nodig hebt voor je naar een echt fysiek model toegaat.”
Het is een ontwikkeling die past in de bredere trend van Industry 4.0. “Als je snel en efficiënt wil komen met producten waar de markt om vraagt, zul je het op deze manier moeten doen. We zien de interesse toenemen. Je kunt klanten helpen met een oplossing voor er een pennenstreek op papier staat en verschillende scenario’s doorwerken”, besluit Santegoeds. “Het heeft veel toegevoegde waarde als je dat een klant kunt aanbieden, al voordat er iemand in de werkplaats aan de slag is.
