Nieuws

Gasunie trekt € 12 miljard uit voor energietransitie: “Zonder actie verliezen we onze industrie”

© Gasunie

Terwijl de wereld overschakelt op duurzame energie, dreigt Nederland de aansluiting te verliezen. Om dat te voorkomen, trekt Gasunie tot 2030 maar liefst 12 miljard euro uit voor infrastructuur voor waterstof, CO2-opslag en duurzame warmte. Niet alleen om klimaatdoelen te halen, maar ook om onze economie draaiende te houden.

In haar strategische agenda laat Gasunie zien dat het menens is. De komende jaren trekt het bedrijf €12 miljard uit voor investeringen in energie-infrastructuur. Opvallend: twee derde van dat bedrag gaat naar duurzame gassen zoals waterstof en biogas. Groene kapitaalinvesteringen zijn in 2024 zelfs meer dan verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor.

“Als we niet snel doorpakken, raken we onze industrie kwijt,” waarschuwt CEO Willemien Terpstra. En dat is geen loze dreiging. Door hoge energiekosten, lange vergunningstrajecten en onduidelijk beleid dreigt Nederland zijn concurrentiekracht te verliezen. De oplossing? Versnellen – en samenwerken.

Waterstofnetwerk krijgt vorm

Een van de belangrijkste projecten waar Gasunie op inzet, is de aanleg van een landelijk waterstofnetwerk. Eind 2024 is de planning geactualiseerd en liggen de eerste pijpleidingen in de Rotterdamse haven al klaar. In 2026 moet daar de eerste waterstof doorheen stromen. De kustregio’s volgen uiterlijk in 2030, en tegen 2032 moeten ook Limburg, Duitsland en België zijn aangesloten.

Het is een ambitieuze planning, maar noodzakelijk. De industrie heeft waterstof nodig als alternatief voor aardgas, zeker in sectoren waar elektrificatie niet volstaat. Denk aan staal, chemie en raffinage. Zonder deze infrastructuur blijft waterstof steken in pilots en proeftuinen.

CCS als tussenoplossing

Waterstof is een belangrijke bouwsteen voor de toekomst, maar op korte termijn is er meer nodig om de industrie draaiende te houden én de uitstoot te verlagen. Daarom zet Gasunie ook in op CCS: het afvangen en opslaan van CO2. Via het Porthos-project wordt CO2 uit de Rotterdamse haven onder de Noordzee opgeslagen. De bouw is inmiddels begonnen, en een groot deel van de benodigde transportleidingen ligt al op zijn plek.

CCS mag dan niet de heilige graal zijn van duurzaamheid, het is wel een praktisch middel om in 2030 de uitstoot van de industrie te halveren. En dat is essentieel om de klimaatdoelen te halen zónder fabrieken te sluiten of massaal productie naar het buitenland te verplaatsen.

Warmte en LNG: de brug naar morgen

Naast waterstof en CCS investeert Gasunie ook in andere infrastructuur, zoals WarmtelinQ – een warmtetransportleiding tussen de Rotterdamse haven en Zuid-Hollandse huishoudens en bedrijven. Daarmee wordt restwarmte nuttig ingezet, als vervanging voor gas.

Ook vloeibaar aardgas (LNG) speelt nog een rol. Na het wegvallen van Russisch gas en de sluiting van het Groningenveld is LNG cruciaal voor de leveringszekerheid. In Rotterdam en Eemshaven breidt Gasunie samen met Vopak de importcapaciteit uit. Bij de Gate terminal is inmiddels de bouw gestart van een vierde opslagtank, en de EemsEnergyTerminal wordt mogelijk verlengd tot na 2027 – niet alleen voor LNG, maar ook voor waterstof en de export van CO2.

Krimpend gasverbruik, stijgende personeelskosten

Opvallend is dat het gastransportvolume in Nederland in 2024 met bijna 9% is gedaald. De oorzaak: een lagere exportvraag. Ook de gasopslagen waren minder gevuld – 25 procentpunt lager dan het jaar ervoor. Toch is de energiezekerheid nergens in gevaar gekomen, dankzij slimme netwerkaanpassingen en voldoende LNG-import.

Financieel levert Gasunie nog steeds solide prestaties, al daalde het onderliggend resultaat naar € 355 miljoen – € 75 miljoen minder dan in 2023. Dat komt onder meer doordat Gasunie nu nog maar voor de helft eigenaar is van de EemsEnergyTerminal. Ook de personeelskosten stegen, wat vooral te maken heeft met de groei van het personeelsbestand: +15% in één jaar. Extra handen zijn simpelweg nodig om al die grote projecten van de grond te krijgen.

De boodschap van Gasunie is duidelijk: de energietransitie moet sneller, maar wel met behoud van economische slagkracht. Nederland heeft de kennis, de infrastructuur en de bedrijven om een voortrekkersrol te blijven spelen – maar dan moet er nú geïnvesteerd worden. Niet alleen in techniek, maar ook in vergunningen, regelgeving en samenwerking tussen publieke en private partijen. Of zoals CEO Terpstra het stelt: “Duurzaamheid en economische veerkracht gaan hand in hand. Maar dat kunnen we niet alleen.”

Onderwerp: Energietransitie

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten