Het klinkt als een sciencefictionfilm: eicellen en zaadcellen maken uit huidcellen, een embryo creëren met de genetische eigenschappen van vier ouders, of een kind maken wat genetisch geheel verwant is aan beide ouders van hetzelfde geslacht. Met in vitro gametogenese (IVG) zou het in de toekomst misschien wel mogelijk kunnen zijn. Maar hoe verder je in de toekomst kijkt, hoe meer dilemma’s er aan de horizon opdoemen. Onderzoeker Michelle Habets van het Rathenau Instituut onderzocht de maatschappelijke vraagstukken die uit IVG voortkomen.
In vitro gametogenese (IVG) is het ontwikkelen van eicellen en zaadcellen in het lab, bijvoorbeeld uit huidcellen. De huidcellen worden in het lab geherprogrammeerd tot geïnduceerde pluripotente stamcellen. “En omdat die stamcel in potentie nog alles kan worden, kun je dus onderzoeken of je er een zaadcel of een eicel van kan maken in het lab”, legt Habets uit. In theorie zou het daarna mogelijk kunnen zijn om met die geslachtscellen een nieuw mensenleven te creëren, maar er is nog wel een lange weg te gaan.
In Nederland doen wetenschappers van diverse universiteiten onderzoek naar IVG onder de projectnaam HipGametes, waar ook het Rathenau Instituut aan meewerkt. Het onderzoek biedt, naast de futuristische toekomstscenario’s, ook kansen voor de behandeling van onvruchtbaarheid en genetische aandoeningen. “Als je geslachtscellen in het lab perfect kunt laten ontwikkelen, dan kun je dat vergelijken met de geslachtscelontwikkeling van iemand die onvruchtbaar is en zien waar het mis gaat”, zegt Habets.
Als het zou lukken om vanuit in vitro geslachtscellen een embryo te maken, dan biedt dat de mogelijkheid om onderzoek te doen naar de ontwikkeling van embryo’s. Op dit moment is dat niet op grote schaal mogelijk, omdat het in Nederland verboden is om embryo’s te creëren voor medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het creëren van embryo’s met in vitro geslachtscellen zou nu nog buiten de wetgeving vallen, al is de overheid bezig met een traject om de Embryowet aan te passen.
Toekomstperspectieven
In de verre toekomst zou IVG allerlei veelbelovende mogelijkheden kunnen bieden. “Je kunt bijvoorbeeld onvruchtbare koppels helpen aan een genetisch eigen kind. Maar ook homoseksuele koppels, want dan zou je van iemands huidcel een eicel kunnen maken en van de andere persoon een zaadcel. Al is het volgens wetenschappers wel extra ingewikkeld om bijvoorbeeld van de huidcel van een vrouw een spermacel te maken, of van de huidcel van een man een eicel”, zegt Habets.
“Ook vrouwen in de menopauze zouden met IVG alsnog kinderen kunnen krijgen. En in theorie zou het ook mogelijk kunnen zijn om een genetisch eigen kind van enkel jezelf te krijgen, als je van je eigen huidcellen zowel een eicel als een zaadcel maakt en die combineert.” Je zou zelfs met drie of vier mensen een kind kunnen krijgen, door vanuit de in vitro geslachtscellen van twee mensen een embryo te creëren en vanuit de lichaamscellen van dat embryo weer een nieuwe geslachtscel te ontwikkelen. Die geslachtscel bevrucht je met een andere geslachtscel tot een nieuw embryo, dat dus drie ouders heeft. Het eerste embryo hoeft nooit geboren te worden.
In theorie zou het mogelijk kunnen zijn om een genetisch eigen kind van enkel jezelf te krijgen.”
De potentieel onbeperkte hoeveelheid embryo’s zou het ook mogelijk maken om gedetailleerde embryoselectie te doen. “Als iemand nu embryoselectie doet, bijvoorbeeld bij IVF, dan zijn het vaak maar een paar embryo’s die je kunt screenen en waar je uit kunt kiezen. Maar stel dat je in het lab honderden embryo’s kunt maken, dan zou je in principe al die embryo’s op heel veel eigenschappen kunnen gaan screenen, om dan het ‘ideale’ embryo eruit te halen.”
Ook kiembaanmodificatie, het aanpassen van het DNA, zou bij kunstmatige geslachtscellen makkelijker zijn. Het DNA kan dan worden aangepast in de uit lichaamscellen gecreëerde stamcel, voordat die zich ontwikkelt tot geslachtscel. Op die manier zou je bijvoorbeeld erfelijke aandoeningen uit het DNA kunnen halen.

Wetenschappelijke uitdagingen
Bij muizen is het inmiddels gelukt om functionele eicellen uit huidcellen te maken. Vervolgens zijn na bevruchting met een normale zaadcel, levende muizenpups geboren. Maar bij mensen zijn we nog niet zo ver. Voordat het zover is, moeten er nog wel flink wat wetenschappelijke en technische hobbels overwonnen worden.
De eerste stap, een geïnduceerde pluripotente stamcel tot een geslachtscel laten ontwikkelen, is al complex. “De cel heeft epigenetisch al een bepaalde identiteit, het is bijvoorbeeld al een huidcel. Ook als je daar een geïnduceerde pluripotente stamcel van maakt, wil die cel eigenlijk nog steeds een huidcel worden”, legt Habets uit. Ook het nabootsen van de omgeving waarin geslachtscellen normaliter rijpen, de eierstok en de zaadbal, is een flinke uitdaging. “De omgeving van het lab is natuurlijk heel anders”, stelt Habets. Onderzoekers proberen dus om ook die omgevingscellen vanuit huidcellen te ontwikkelen.
Het is Japanse wetenschappers van de Universiteit van Kyoto recent gelukt om vanuit menselijke geïnduceerde pluripotente stamcellen de voorlopercellen van geslachtscellen te ontwikkelen, zonder dat ze daarvoor de omgevingscellen van muizen gebruikt hebben. Ze hebben een methode gevonden om de epigenetische identiteit van de pluripotente stamcel te overschrijven, waardoor die zich kan ontwikkelen tot voorlopercel, schreven ze in mei in Nature. Of het de wetenschappers ook gaat lukken om van deze voorlopercellen geslachtscellen te maken, of een embryo, is nog niet duidelijk.
Zelfs als het uiteindelijk lukt, blijft het een groot experiment met risico’s. “Stel dat je die eerste baby vanuit IVG geboren laat worden, dan kun je de risico’s nooit helemaal kennen”, zegt Habets.
Genetisch eigen kind
Het onderzoek naar IVG kan veel kennis opleveren, maar aan het belang hiervan liggen wel bepaalde aannames ten grondslag. “De grootste aanname is dat het heel belangrijk is om een genetisch eigen kind te krijgen. Je geeft met het onderzoek misschien ook dat signaal af.” Habets bedoelt niet dat genetisch verwantschap níet belangrijk is, maar ze vindt wel dat we de aannames achter onderzoek kritisch tegen het licht moeten blijven houden.
Die aanname vormt ook de basis voor onderzoek naar kiembaanmodificatie. “Stel dat mijn partner een genetische ziekte met zich meedraagt, dan zou je dat dus genetisch kunnen aanpassen in de geslachtscellen met kiembaanmodificatie, maar je kunt ook nog steeds kiezen voor een donor. Sommige wetenschappers stellen dat zij zieke kinderen helpen, maar dat zieke kind bestaat nog niet. Ik kan altijd de beslissing maken om geen kind te krijgen. Met kiembaanmodificatie creëer je de mogelijkheid om een gezond genetisch eigen kind te krijgen. Maar of je dat wenselijk vindt, hangt natuurlijk ook af van de vraag of we überhaupt embryo’s genetisch willen gaan aanpassen?”

Waar ligt de grens
Ontwikkelingen zoals IVG, embryoselectie op grote schaal en kiembaanmodificatie van embryo’s, kunnen veel impact hebben op de maatschappij. Wat gebeurt er als bedrijven de technologie patenteren? Hoe zorg je er dan voor dat het voor iedereen toegankelijk blijft? Is het acceptabel dat bedrijven geld verdienen aan het voortbestaan van de mens? Maakt het voor de beschermwaardigheid van het embryo uit of het kunstmatig gecreëerd is of niet? Wat betekent een oneindige hoeveelheid embryo’s voor de waardering van leven? Allerlei vragen waar we volgens Habets als samenleving goed over na moeten denken.
De ontwikkeling van IVG heeft de belofte om voor meer gelijkheid te zorgen, als bijvoorbeeld vrouwen na de menopauze kinderen kunnen krijgen. Maar Habets stelt dat we op deze manier een maatschappelijk probleem oplossen met een technologie, waardoor het een individueel probleem wordt. “Er wordt van ons vrouwen aan de ene kant verwacht dat we carrière maken, maar aan de andere kant zit er een bepaalde limiet aan hoe lang wij kinderen kunnen krijgen. Er is een kans dat het inzetten van technologie als oplossing voor het botsen van je carrière met het krijgen van kinderen, ervoor zorgt dat we op gemeenschappelijk niveau minder doen om onderliggende oorzaken aan te pakken.”
Een gevolg van embryoselectie en kiembaanmodificatie zou kunnen zijn dat erfelijke aandoeningen, zoals het Syndroom van Down, steeds minder zullen voorkomen. Dat kan ook juist voor ongelijkheid zorgen. “Ten eerste, gaan we het ouders dan kwalijk nemen, als ze toch gekozen hebben voor een kind met Down? En ten tweede, hoe kleiner die groep wordt, hoe minder kennis er over het syndroom is, met de kans dat ook de kwaliteit van zorg niet verbetert of zelfs verslechtert. En waar leg je de grens? Stel dat er ADHD in mijn familie zit, mag ik dan ook IVG met embryoselectie doen omdat ik liever geen kind met ADHD wil?”
Mag ik dan IVG met embryoselectie doen omdat ik liever geen kind met ADHD wil?”
Maatschappelijk debat
IVG zou ons beeld van ouderschap, vruchtbaarheid, relaties, seks en gezondheid kunnen veranderen. Dat legt veel macht bij wetenschappers. “Als je kijkt naar de geschiedenis van seksualiteit en vruchtbaarheid, dan gaat het vaak over macht”, zegt Habets, verwijzend naar de Baas In Eigen Buik beweging. Juist omdat het over macht gaat, moet je er als samenleving goed over nadenken of je een technologie als IVG daadwerkelijk wil, stelt Habets. “Hoe meer stemmen je hoort, hoe meer aspecten er belicht worden. Iemand die gelovig is zal bijvoorbeeld andere dingen zeggen dan een wetenschapper.”
Als burgers niet betrokken worden, dan bepalen wetenschappers, beleidsmakers en bedrijven de toekomst. “Maar in een democratie wil je dat we met z’n allen nadenken over hoe we willen dat onze toekomst eruitziet.” En dat moeten we nu doen, juist voordat de technologie er is. “Want je ziet vaak dat als een technologie eenmaal is ontwikkeld, het ook echt gebruikt wordt.”