Nieuws
0

HAN Automotives ‘man on t he moon’

Mischa Brendel

De nieuwe auto van de faculteit automotive van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) doet dit jaar niet alleen mee in de urban concept categorie van de Shell Eco-marathon (SEM), maar moet het jaar erop ook nog eens een RDW-goedkeuring krijgen om als brommobiel de weg op te mogen.

De ambities voor de Arval Inspire II liggen hoog, want het zestienkoppige HAN Hydromotive team wil in de SEM ook nog eens in de top vijf eindigen. HAN Automotive-directeur Marc de Leeuw noemt het dan ook het ‘man on the moon’ project.

Voorganger Arval Inspire I eindigde in 2011 bij de SEM op de derde plek bij de urban concept wagens die op waterstof reden en had daarbij dezelfde stack (een stapel brandstofcellen) ingebouwd als de Inspire II. Toch is dit geen garantie voor nieuw succes, legt technisch manager Daan Klabbers uit: ‘Omdat we de auto hebben ontworpen om op de openbare weg te mogen, zijn er ook zaken als vering toegevoegd. Dit is geen vereiste van de RDW, maar we wilden dit zelf om de Inspire II dichter bij een echte auto te krijgen.’ Hierdoor is de auto echter wel zwaarder. Klabbers: ‘Klopt, maar we denken dat we het extra gewicht voldoende weg kunnen strepen tegen de verbeteringen die we hebben aangebracht om bij de SEM een verbruik van 1 op 600 te kunnen halen.’

Die verbeteringen zijn onder meer een kleiner frontaal oppervlak en de carrosserie. De carrosserie rustte bij de eerste versie van de auto op een houten onderstel; de zelfdragende body van de Inspire II is een met vezel versterkte kunststof, bestaande uit biaxiale glasvezelmatten en vinylestherhars.

De Inspire II is zo ontworpen dat er naast de chauffeur ruimte is voor één passagier die met de rug naar de chauffeur toe zit. Hierdoor ontstaat er tussen de stoelen van chauffeur en passagier een driehoekvormige ruimte waarin de stack zich bevindt, met daar bovenop de fles met waterstof. De brandstofcellen leveren elektriciteit aan de twee wielnaafmotoren die de achterwielen van de auto aandrijven. Klabbers: ‘Deze elektromotoren hebben per stuk een vermogen van 1.500 W, maar tijdens de Eco-marathon wordt dit vermogen via de motorcontroller teruggevoerd naar 600 W totaal, omdat we voor de race niet meer vermogen nodig hebben. Zo zijn de motoren zuiniger. De elektriciteit die met waterstof wordt opgewekt in de stack gaat direct naar de wielnaafmotoren toe, zodat we geen extra accu’s nodig hebben.’ De auto remt regeneratief. De energie die op deze manier wordt opgewekt wordt kort opgeslagen in condensatoren en vervolgens gebruikt om de motoren aan te drijven. Pas als deze energie is opgebruikt, gaan de wielnaafmotoren weer over op de elektriciteit uit de stack.

De chauffeur heeft zicht door een panoramaruit, die eveneens dienst doet als portier. Dit portier klapt naar voren open en huist eveneens de enkele koplamp, het dashboard en de stuurkolom van de auto. Volgens het HAN Hydromotive team bespaart dit ontwerp veel gewicht. Het betekent wel dat de stuurinrichting afwijkt van een conventioneel ontwerp. Aan het einde van de stuurstang zit een staalkabel waarmee via een pitman-arm de wielen bestuurd worden (een pitman-arm zet de roterende beweging van de stuurstang om in een lineaire beweging om de wielen te draaien).

Het team is erg trots op de auto, die echt hún auto is, omdat ze naast het ontwerp ook de bouw en het testen voor hun rekening hebben genomen. De ontwikkeling is niet vlekkeloos verlopen, vertelt Klabbers: ‘We ontdekten dat ontwerpen en bouwen twee verschillende dingen zijn. Als we in het ontwerp een onderdeel hadden waar een hoek van 45,13 graden in zat, dan bleek dit in de bouw niet haalbaar en werd dit 45 graden. Hierdoor pasten vervolgens enkele onderdelen niet goed op elkaar.’ Ook liepen onderdelen zoals frasen en stickers plakken uit, waardoor de deadline niet gehaald dreigde te worden. ‘We hebben daardoor een heel hectisch einde gehad’, vervolgt Klabbers. ‘Laat ik het netjes houden en het leermomenten noemen.’

Onderwerp:
EnergieVervoer

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten