Nieuws

Kans op klimaatrampen het grootst in Zuid- en Centraal-Europa, volgens nieuw rapport

© iStock

De toenemende dreiging van klimaatverandering brengt wereldwijd steeds meer klimaatrampen met zich mee, zoals hittegolven, droogtes, overstromingen en stormen. Volgens recente analyses van ABN AMRO Group Economics zijn enkele Europese landen bijzonder kwetsbaar voor deze extreme weersomstandigheden, vooral in het zuiden en centraal-oosten van de EU. Maar ook andere delen van Europa zullen op termijn met grotere risico’s te maken krijgen.

Klimaatverandering leidt niet alleen tot directe schade aan infrastructuur en natuurlijke hulpbronnen, maar heeft ook langetermijngevolgen voor de economische groei. Wanneer een land getroffen wordt door een klimaatgerelateerde ramp, zoals een overstroming of droogte, kan de productiviteit van het land sterk verminderen. Dit komt onder andere door de vernietiging van fysieke middelen zoals gebouwen, landbouw en infrastructuur, die in veel gevallen slechts gedeeltelijk zijn verzekerd.

Uit onderzoek blijkt dat de economische schade door klimaat- en weergerelateerde rampen sinds de jaren ’80 aanzienlijk is toegenomen. De totale verliezen in de EU tussen 1980 en 2022 worden geschat op maar liefst 650 miljard euro, waarvan slechts een klein deel is verzekerd. Vooral zuidelijke landen zoals Spanje, Italië en Griekenland worden zwaar getroffen. Voor deze landen, waar de verzekeringsdekking laag is, kunnen de gevolgen op de overheidsfinanciën desastreus zijn.

Regionale verschillen in risico’s

Uit data blijkt dat het zuidelijke en centraal-oostelijke deel van Europa momenteel het grootste risico loopt. Zuidelijke landen zoals Griekenland, Italië, Portugal en Spanje staan bovenaan de lijst van landen die de zwaarste klappen kunnen verwachten. Dit komt deels doordat deze landen niet alleen vaker worden getroffen door natuurrampen, maar ook omdat hun overheidsfinanciën al onder druk staan. Hun hoge schuldenlast maakt hen extra kwetsbaar voor onverwachte kosten, zoals noodhulp en herstelwerkzaamheden na rampen.

Aan de andere kant zijn noordelijke EU-landen, zoals Zweden en Finland, relatief minder kwetsbaar voor klimaatrampen. Deze landen hebben in het verleden minder natuurrampen ervaren en hebben vaak een betere verzekeringsdekking. Maar op lange termijn zal ook deze situatie kunnen veranderen. Met name overstromingen in Atlantische landen, zoals Nederland, België en Frankrijk, zullen naar verwachting in frequentie en intensiteit toenemen.

Gevolgen voor overheidsfinanciën

Naast de directe kosten van rampen, zoals schade aan gebouwen en infrastructuur, zijn er ook indirecte gevolgen die de overheidsfinanciën kunnen ondermijnen. Wanneer een land door een natuurramp wordt getroffen, kan dit leiden tot lagere belastinginkomsten door dalende economische productiviteit. Bovendien kunnen regeringen worden geconfronteerd met hogere kosten voor bijvoorbeeld verzekeringsuitkeringen en financiële steun aan getroffen sectoren.

In scenario’s met een wereldwijde temperatuurstijging van 2°C of meer, zal de druk op overheidsfinanciën in de komende decennia blijven toenemen. Vooral in landen met hoge schuldratio’s, zoals Italië en Griekenland, kunnen deze verliezen problematisch zijn.

Toekomstscenario’s

Volgens schattingen van de Europese Commissie kunnen de jaarlijkse economische verliezen door klimaatrampen tegen het einde van deze eeuw oplopen tot 1,4% van het bbp in een scenario waarbij de wereldwijde temperatuur met 3°C stijgt. Zelfs in een scenario waarin de opwarming beperkt blijft tot 1,5°C, blijven de kosten aanzienlijk, tot ongeveer 0,3% van het bbp.

De kwetsbaarheid van individuele landen zal blijven toenemen, vooral in gebieden waar de huidige verzekeringsdekking laag is en de kans op extreme weersomstandigheden stijgt. Dit betekent dat landen niet alleen moeten investeren in klimaatadaptatie, maar ook in bredere verzekeringsoplossingen om zich tegen toekomstige rampen te beschermen.

Onderwerp: Milieu

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten
×