Mischa Brendel
Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en van het Zwitserse Universitäts Spital Zürich hebben met succes in het lab gekweekte hartkleppen op minimaal invasieve wijze bij schapen geïmplanteerd. Volgens de onderzoekers is dit een belangrijke stap naar gekweekte, meegroeiende hartkleppen voor kinderen met hartproblemen. Op 5 maart promoveerde Petra Dijkman op dit onderwerp aan de faculteit Biomedische Technologie van de TU/e.
Kunstmatige vervangers zijn voor mensen met falende hartkleppen een prima oplossing, maar bij kinderen moeten kunstmatige hartkleppen vanwege het groeiende hart en de noodzakelijkerwijs meegroeiende kleppen regelmatig worden vervangen.
Om de hartklep te kweken, zaaiden de onderzoekers losse hartcellen in een mal van een speciaal polymeer, welke is gemonteerd in de roestvaststalen stent waarmee later de klep wordt geïmplanteerd. In deze mal delen de cellen zich en bouwen zij een rooster van eiwitten om zich heen, die de hartklep uiteindelijk zijn stevigheid zullen geven. De polymeermal lost tegelijkertijd vanzelf langzaam op, zodat aan het eind van het proces alleen de gekweekte hartklep overblijft.
Eerder waren er problemen met vervorming en overwoekering van de hartkleppen. Dit probleem hebben de onderzoekers echter opmerkelijk genoeg opgelost door voorafgaand aan implantatie de levende cellen uit de kleppen te verwijderen; binnen enkele weken na implantatie waren de celloze kleppen alweer ‘herbevolkt’ door lichaamseigen hartspiercellen. Een bijkomend voordeel is dat hierdoor de hartkleppen ook gekweekt kunnen worden uit cellen van andere mensen, zonder gevaar van afstoting.
De komende jaren moet blijken of de hartkleppen inderdaad goed meegroeien in de schapen waarin zij zijn geïmplanteerd. Ook is het ontwerp van de klep volgens Dijkman nog wel voor verbetering vatbaar en het is dan ook nog niet bekend hoe lang het duurt voor de gekweekte hartklep beschikbaar is voor mensen.