Thomas van de Sandt
Het Nederlands-Belgisch-Duitse samenwerkingsverband Solliance heeft samen met de Franse producent DisaSolar een belangrijke stap gezet richting het printen van organische zonnecellen (OPV) op industriële schaal. ‘Door de combinatie van een milieuvriendelijker proces en het gebruik van inkjetprinters met een grote capaciteit hebben we met succes de kloof tussen de academische wereld en de industrie overbrugd’, vertelt Tamara Eggenhuisen, onderzoeker in het OPV-programma van Solliance.
In het lab werden de OPV-cellen voornamelijk gemaakt met spincoating, waarbij een visceuze oplossing zich over een draaiende plaat verspreidt en de polymeren zich daarbij als een dunne laag aan het oppervlak hechten. Hiervoor zijn echter gechloreerde oplosmiddelen nodig die in de industrie verboden zijn. Voor het nieuwe proces gebruikt Solliance een mix van veel minder toxische oplosmiddelen en een inkjetprinter van industriële schaal voor het aanbrengen van de fotoactieve laag. De efficiëntie van de geprinte zonnecellen is daarbij gelijk aan die van de gespincoate cellen, namelijk 3 %.
‘We hebben nu nog niet de optimale materialen gebruikt omdat die erg duur zijn, maar daarmee is een efficiëntie tot 12 % haalbaar. De volgende stap is om het proces ook voor die materialen geschikt te maken’, aldus Ronn Andriessen, programmamanager OPV bij Solliance. Daarnaast zet Solliance samen met VDL een pilot op voor de continue productie van OPV-cellen vanaf de rol.
Behalve de snelheid-, schaal- en milieuvoordelen, kan Solliance de organische zonnecellen met het nieuwe proces in elke gewenste vorm en kleur printen en bovendien transparant of semi-transparant maken. ‘Een voorbeeld van wat we met inkjet kunnen is een OPV-cel in de vorm van een blaadje, waarbij de nerven een geprint metaal zijn dat de ladingen afvoert’, aldus Andriessen.