Nieuws
0

Naadloze aansluiting opleiding en praktijk

Hogeschool Utrecht

Vijf jaar geleden startte Hogeschool Utrecht als eerste met de opleiding Projectmanagement voor Engineers. Een gouden zet, zo bleek, want de technieksector krijgt steeds meer aandacht voor zaken als projectcontrole, faalkostenreductie en omgevingsmanagement. Waar komt dit vandaan, wat zijn de trends en waar gaat projectmanagement volgens de opleiding naartoe?

“Onze opleiding is primair gericht op technici in de industrie”, vertelt drs. Lukas Brandts, trainer/coach Projectmanagement. “We merken dat het met de technische kennis van projectleiders vaak wel goed zit, maar dat er steeds meer behoefte is aan het goed managen van alle stakeholders en het verbeteren van de daarbij benodigde sociale vaardigheden. Dergelijke soft skills zijn van steeds grotere waarde.”

De cursisten die de opleiding volgen, hebben meestal een HBO- of universitaire achtergrond. Het gaat om mensen die al jaren in projecten werken en een volgende stap willen maken. Brandts: “Je ziet wel meer cursussen projectmanagement, maar dat zijn veelal inleidende cursussen waarin de basis nog een keer wordt uitgelegd. Wij verdiepen alles en passen het toe op de eigen praktijk van de cursisten. Het gaat immers om mensen die al veel ervaring hebben.”

De opleiding speelt zoveel mogelijk in op de actualiteit van de deelnemers en projectmanagement. Zo is er in de markt momenteel een verschuiving van de risicoverdeling in projecten gaande: risico’s komen steeds meer bij de opdrachtnemer te liggen. Contractvormen veranderen, er is een grote toename in het aantal stakeholders en de grenzen tussen verschillende projectfases vervagen. Er zijn steeds meer integrale opdrachten waarbij ontwerp, uitvoering, beheer en onderhoud samenvallen onder één contract. “En juist op de grenzen tussen uitvoering, beheer en onderhoud zitten de meeste faalkosten”, aldus learning & development consultant ing. Michel Grijpink.

Hogeschool Utrecht biedt een uitgelezen kans voor het volgen van een solide opleiding projectmanagement, ook omdat het de opleiding aanbiedt middels Centrum voor Natuur & Techniek. “We hebben in het centrum al ruim vijftig jaar een stevige achtergrond in de volle breedte van de techniek en in het bijzonder in beheer en onderhoud”, stelt Grijpink. “We maken daar optimaal gebruik van door die kennis mee te nemen in onze opleiding projectmanagement. Hierdoor kunnen we een opleiding aanbieden die naadloos aansluit bij de praktijk en deze zelfs in-company geven.”

De ontwikkeling van sociale vaardigheden neemt ook een prominente plek in bij de opleiding. Projecten zijn tegenwoordig zo complex dat managers ook rekening moeten houden met omgevingsmanagement, het aansturen van meerdere onderaannemers en het perfect samenstellen van een groot en divers projectteam. Grijpink: “Projectmanagement is geen individuele sport. We beginnen de opleiding dan ook altijd met een persoonlijkheidsanalyse. De cursist leert die analyse te gebruiken om anderen in te schatten; niet alleen teamleden maar ook opdrachtgevers. Opdrachtgevers met een bepaald profiel vragen om een communicatieve aanpak die daarbij aansluit.”

Bij het communiceren met de opdrachtgever bespreekt de opleiding ook de adviserende rol die een projectmanager kan innemen. Opdrachtnemers kunnen en moeten meer verantwoordelijkheid naar zich toe trekken door onuitgesproken verwachtingen van de opdrachtgever mee te nemen in het project. “Zie je bijvoorbeeld manieren om een bouwproject veiliger te maken, laat dat dan weten of handel ernaar. Houd rekening met de missie van de opdrachtgever”, zegt Grijpink.

Een andere problematiek die bij de opleiding nadrukkelijk aan bod komt, is de verantwoordelijkheid en daarmee gepaarde werkdruk. Welke verantwoordelijkheid past bij je functie als projectmanager? Soms moet een project gaandeweg sneller opgeleverd worden, maar wiens verantwoordelijkheid is dat precies? En wat mag je verwachten van onderaannemers en de opdrachtgever? Brandts: “Dat zijn hele moeilijke vragen waarop we geen standaard antwoord kunnen geven. Maar doordat de cursisten hierover met elkaar in gesprek gaan en elkaars businesscases herkennen, gaan ze dit beter doorgronden.”

De intensieve lesvorm met kleine groepen van maximaal zestien cursisten levert veel mogelijkheden voor persoonlijke groei en ontwikkeling. “Een opdracht die cursisten afgelopen jaar erg boeide was het observeren van het leiderschap tijdens elkaars projectvergaderingen”, vertelt Brandts. “Met daaraan gekoppelde vragen als: hoe was de sfeer, wat voor interventies waren er nodig, was er ruimte voor verbetering en zaten er mensen in het projectteam die er niet echt tussen pasten?”

Daarnaast is er regelmatig een koppeling met de praktijk door deskundigen van een bedrijf zelf te betrekken bij de opleiding. “Cursisten die tijdens de lessen bijvoorbeeld een businesscase moeten uitwerken, doen dat in de stijl van hun eigen bedrijf”, licht Brandts toe. “Het ligt dan ook voor de hand om degene die binnen het bedrijf de businesscase beoordeelt, uit te nodigen om in de les te vertellen wat de verwachtingen zijn. Het gaat dan veel meer om het toespitsen op de wensen van de organisatie. Dat is ook de kracht van de opleiding.”

De Hogeschool Utrecht biedt de opleiding ook aan als ketenopleiding: werknemers van verschillende projectonderdelen, klanten en andere partijen kunnen dan allemaal betrokken worden bij de leergang. Brandts: “We laten op die manier mensen van verschillende lagen binnen een organisatie elkaars taal spreken en begrijpen. Dit geeft kracht aan de uitvoering. Naderhand snappen ze elkaar beter en weten ze wat ze van elkaar kunnen verwachten.”

De opleiding blijkt zeer succesvol. “We hebben hele enthousiaste feedback gehad”, constateert Brandts. “Cursisten die elkaar bijvoorbeeld tegenkomen op projecten vertelden mij dat ze elkaars werkwijze herkennen. Ze begrijpen elkaar en kunnen samen sneller problemen doorgronden en oplossen.” Grijpink voegt daaraan toe: “Maar wat we uiteindelijk willen, is aantoonbare waardecreatie. En dat lukt ook! We zien dat projectleiders die teams samenstellen van mensen die de opleiding hebben gevolgd, projecten op koers kunnen blijven houden. Dat levert ze uiteindelijk dus een hoop geld op.”

De Hogeschool Utrecht verwacht dat de opleiding de komende jaren zal blijven groeien, net als de kennis van de oud-cursisten. “Want persoonlijke ontwikkeling stopt niet na een cursus van een jaar”, zegt Grijpink. “Daarom houden we mensen betrokken middels learning communities, zijn er terugkomdagen en netwerkbijeenkomsten met gastsprekers. Dat zijn vaak zelf oud-cursisten.”


Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×