Nieuws

Nederlandse kennisinstellingen horen bij de Europese top in innovatie

© EPO. Het hoofdkantoor van het Europees Octrooibureau in München.

Nederland doet het opvallend goed in de Europese innovatierace. Uit nieuw onderzoek van het Europees Octrooibureau (EOB) en Fraunhofer ISI blijkt dat Nederlandse publieke onderzoeksinstellingen, waaronder TNO en de universiteiten en academische ziekenhuizen, tot de meest actieve patentaanvragers van Europa behoren.

Octrooien zijn een belangrijke graadmeter voor innovatie: ze laten zien waar nieuw onderzoek daadwerkelijk tot concrete vindingen leidt. In de periode 2001-2020 dienden publieke onderzoeksorganisaties (PRO’s) uit 39 EOB-lidstaten bijna 63.000 octrooiaanvragen in. Daarvan kwamen er meer dan 3.800 uit Nederland. Alleen Frankrijk en Duitsland scoorden hoger, wat opmerkelijk is voor een relatief klein land.

TNO als patentmotor

Het zwaartepunt van die innovatiekracht ligt duidelijk bij TNO. Het instituut was verantwoordelijk voor 2.923 van alle Nederlandse PRO-octrooiaanvragen, goed voor zo’n 77 procent. Daarmee behoort TNO tot de vijf grootste publieke aanvragers van Europa.

Sinds 2017 zette TNO bovendien meer dan 45 spin-offs op, samen goed voor 700 nieuwe banen en een gezamenlijke waarde van 664 miljoen euro. Eén van de bekendste voorbeelden is Nearfield Instruments, een spin-off die in 2024 nog 135 miljoen euro ophaalde voor de verdere ontwikkeling van zijn uiterst precieze nanoschaal-meetsystemen.

António Campinos, voorzitter van het Europees Octrooibureau, noemt publiek onderzoek “een van Europa’s grootste troeven”. Volgens hem toont het rapport aan hoe belangrijk publieke onderzoeksorganisaties en ziekenhuizen zijn voor het Europese innovatievermogen. “Om hun volledige potentieel te benutten, moeten we samenwerking stimuleren en de vertaalslag naar de praktijk versnellen,” zegt hij.

Universiteiten en ziekenhuizen als uitvinders

Ook de universiteiten en academische ziekenhuizen laten van zich horen. In totaal waren Europese academische ziekenhuizen goed voor meer dan 17.400 octrooiaanvragen, waarvan 559 uit Nederland. Waar ziekenhuizen vroeger vooral kennis leverden voor octrooien van derden, dienen ze tegenwoordig steeds vaker zelf aanvragen in.

In Nederland komt inmiddels zo’n 60 procent van de ziekenhuisaanvragen rechtstreeks van de instellingen zelf, het hoogste aandeel in Europa. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) geldt daarbij als koploper in directe indieningen. Dat laat zien dat de technologieoverdracht tussen medische wetenschap en markt hier bijzonder goed is georganiseerd.

Ook andere kennisinstellingen doen hun duit in het zakje. Zo diende de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) 187 octrooien in en het Nederlands Kanker Instituut (NKI) 140. Het tekent een breed ecosysteem waarin fundamenteel en toegepast onderzoek elkaar aanvullen.

Europese samenwerking als kracht

Het rapport benadrukt dat Nederland zijn sterke positie dankt aan een combinatie van factoren: stevige publieke instellingen, goed uitgewerkte partnerschappen met bedrijven en een duidelijke focus op maatschappelijke impact. Door onderzoek niet alleen in het lab te houden maar actief te vertalen naar producten en bedrijven, blijft Nederland prominent aanwezig in het Europese innovatielandschap.

Bovendien loopt Nederland voorop in de invoering van het Unitary Patent-systeem. Met een adoptiegraad van 44,4 procent bij publieke onderzoeksorganisaties en academische ziekenhuizen zit ons land duidelijk boven het Europese gemiddelde van bijna 41 procent. Dat betekent dat Nederlandse instellingen sneller overstappen op één uniforme Europese octrooibescherming, wat grensoverschrijdende innovatie eenvoudiger maakt.

Een cultuur van toegepast onderzoek

De cijfers tonen dat Nederland uitblinkt in toegepast onderzoek. Die oriëntatie op praktische toepassingen past goed bij de Nederlandse traditie van samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven.

De groei van het aantal octrooiaanvragen spreekt boekdelen: van 90 aanvragen in 2001 tot 175 in 2020, bijna een verdubbeling. Daarmee blijft Nederland, ondanks zijn bescheiden omvang, een zwaargewicht in het Europese innovatie-ecosysteem.

Onderwerp: Innovatie

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten