Denemarken is het toneel van een nieuwe mijlpaal in de energietransitie. Siemens Gamesa heeft er stilletjes een offshore windturbine van 21,5 megawatt geïnstalleerd.
De turbine is de krachtigste in Europa tot nu toe. Daarmee mengt het bedrijf zich nadrukkelijk in de race om de grootste, krachtigste ter wereld.
Europese comeback in offshore wind
Jarenlang golden Europese fabrikanten als technologisch leidend in de windindustrie, met namen als Vestas, GE en Siemens Gamesa zelf in de voorhoede. Maar de afgelopen vijf jaar is het speelveld radicaal verschoven: Chinese bedrijven zoals Dongfang Electric en MingYang Smart Energy zetten in op schaalvergroting met turbineratings tot 26MW, waarmee ze hun Westerse concurrenten qua pure capaciteit voorbijstreven.
De installatie van Siemens Gamesa’s nieuwe SG DD-276 offshore prototype is daarom meer dan alleen een test: het is een strategisch signaal. Met een vermogen van 21,5 megawatt en een rotordiameter van 276 meter laat de Europese fabrikant zien dat het nog steeds meedoet – en zelfs durft te experimenteren op het hoogste niveau.

Een test, maar geen kleintje
Hoewel het gaat om een prototype, en Siemens Energy zich terughoudend opstelt over een commerciële uitrol, is de technische ambitie evident. De turbine wordt ingezet om nieuwe technologieën te valideren en om het vereiste certificeringstraject te doorlopen. Volgens Deense regelgeving mogen alleen turbines met geldige certificaten operationeel blijven, een norm waar Siemens Gamesa tot 2027 aan mag werken.
Het bedrijf ontving eerder dit jaar een prototypecertificaat van de Deense Energieautoriteit, wat de weg vrijmaakte voor de installatie. CEO Christian Bruch benadrukte dat er nog geen besluit is genomen over een commerciële introductie, maar insiders zien het als een logische volgende stap in de opwaartse schaalgolf.
Chinese voorsprong onder druk
China’s gretige uitbreiding van offshore windinstallaties – met directe staatssteun, minder strikte regelgeving en sneller vergunningentrajecten – heeft geleid tot een productiewedloop in de windsector.
Dongfang heeft een 26MW-turbine in de pijplijn, terwijl MingYang al turbines operationeel heeft van 18 tot 20MW.
Toch kleven er risico’s aan deze versnelling: experts wijzen op het gebrek aan langdurige operationele data, logistieke complexiteit en structurele belastingen op de enorme rotorbladen.
Hier ligt een kans voor Europese fabrikanten. Door technologisch verantwoord en met oog voor betrouwbaarheid te innoveren, kunnen ze op de lange termijn een stabieler alternatief bieden – zeker in markten waar betrouwbaarheid, onderhoud en veiligheidsstandaarden zwaar wegen.
Logistieke en economische uitdagingen
Een turbine van 21,5MW bouwen en installeren is geen sinecure. De enorme rotordiameter vereist gespecialiseerde schepen, havens met voldoende diepgang en aangepaste hijssystemen. Bovendien zijn de kosten voor onderhoud op open zee exponentieel hoger bij turbines van dit formaat.

Toch is het rendement op termijn veelbelovend: grotere turbines betekenen minder fundaties, kabels en installaties per geproduceerde megawatt. In de juiste schaalgrootte – bijvoorbeeld bij windparken van 1GW of groter – kunnen deze megaturbines juist de kostprijs per geproduceerde kilowattuur verlagen.
Sector op zoek naar balans
De windenergiesector bevindt zich op een kruispunt. Aan de ene kant staat de drang naar schaal, capaciteit en snelle energietransitie. Aan de andere kant de noodzaak voor betrouwbaarheid, leveringszekerheid en financiële houdbaarheid.
Na de recente financiële tegenvallers bij zowel Siemens Gamesa als GE Renewable Energy – veroorzaakt door technische mankementen en leveringsproblemen – lijkt de industrie zich te herbezinnen. Groter is niet altijd beter, tenzij de techniek het aankan.
Toekomstperspectief
De SG DD-276 van Siemens Gamesa vormt een belangrijk testplatform. Niet alleen voor technische innovaties, maar ook als reality check: hoe ver kunnen we gaan met schaalvergroting zonder in te boeten op betrouwbaarheid?
Als het prototype succesvol blijkt, zou Siemens Gamesa in 2027 of eerder kunnen besluiten om deze turbine commercieel aan te bieden. Daarmee zou het bedrijf opnieuw een leidende rol kunnen pakken in offshore wind – en een overtuigend Europees antwoord bieden op de Chinese megaturbines.
De strijd om de grootste turbine is nog lang niet gestreden. Maar met deze installatie laat Europa zien dat het nog altijd een vuist kan maken.