Nieuws
0

Nieuwe markten voor bestaande technologieën

891ed422a9e08b580cbfbe2cbdf0f3fb1e153d4c

Mischa Brendel

Tal van bedrijven hebben prachtige uitvindingen en intellectueel eigendom waarmee ze binnen hun vakgebied een unieke dienst aanbieden. Maar wat als het in dat vakgebied wat minder gaat? Of wat als dat bedrijf zijn blik wil verbreden? Hoe boor je een nieuwe markt aan?

‘Veel bedrijven zijn bezig met het brengen van nieuwe technologieën naar een markt, mij interesseert het brengen van bestaande technologieën naar een nieuwe markt’, vertelt Wouter Vandamme, oprichter en CEO van Thingit. Hij richtte het bedrijf vier jaar geleden op, nadat hijzelf jaren had gewerkt als R&D-ingenieur en businessontwikkelaar. ‘Op een gegeven moment kwam ik terecht bij een bedrijf dat producten maakt voor de telecomsector. Om hun kabels goed af te dichten, gebruiken ze een zelf ontwikkelde gel. Ik bedacht me toen dat je dezelfde gel ook prima kunt gebruiken om andere dingen af te dichten, bijvoorbeeld een duikbril. Toen is bij mij het besef gaan groeien dat veel bedrijven kennis en technologie in huis hebben die ze maar op één markt gebruiken.’ Toen Vandamme het management van het bedrijf ervan wilde overtuigen nieuwe markten aan te boren, kreeg hij nul op het rekest. ‘Ze hadden enkel oog voor hun eigen business, en ik had toen te weinig ervaring om daar een andere dynamiek in te brengen.’

Een voorbeeld dat Vandamme graag noemt, is er niet een van Thingit zelf, maar het geeft goed weer hoe een bedachte technologie een succesverhaal in een andere markt kan worden: de Ampelmann. Deze hydraulische loopbrug blijft perfect stilliggen terwijl mensen op volle zee van het schip overstappen op een windturbine. Vandamme: de basistechniek hiervoor is een omgedraaide vliegsimulator! Studenten bedachten dat het onderstel van een vliegsimulator letterlijk omgedraaid kon worden en op een boot kon worden toegepast om een stabiel oppervlak te creëren. Het is exact die abstracte denkswitch die we bij Thingit trainen.’

In Vandammes hoofd was het idee voor Thingit geboren: research doen om een nieuwe markt te vinden voor een bestaande technologie en deze daar met succes op uitbrengen. Vandamme startte Thingit in 2015 als randactiviteit en haalde daarvoor heel wat expertise en datamining tools binnen.  Die zorgen ervoor dat Thingit  razendsnel een inzicht kan verkrijgen in technologie en mogelijke markten, en een gepast businessmodel voor klanten kan ontwikkelen.

Een eerste stap ligt echter dichter bij huis, vertelt Vandamme: ‘Dat is het bewust maken van een bedrijf van het potentieel dat er ligt. Het is echt niet zo dat ze spontaan bij ons komen aankloppen. Wij gaan op zoek naar bedrijven die technologieën in huis hebben die meer waard kunnen worden. En, tenminste als het voor ons meezit, hebben ze problemen om zichzelf te kunnen handhaven in hun huidige markt.’

In eerste instantie zoeken de medewerkers van Thingit – inmiddels zo’n tien mensen, waarvan er zeven fulltime in dienst zijn – daarin naar bedrijven die proactief benaderd kunnen worden. De crux zit hem in deze bedrijven bewust maken van de potentie van hun technologie. Pas als het management van een bedrijf is overtuigd, begint het echte werk voor Thingit, legt Vandamme uit: ‘In maximaal twee maanden tijd duiken we heel intensief in de technologie en bevragen we het bedrijf. Hoe zit het bijvoorbeeld met de patentsituatie? En welke markten hebben ze zelf al geprobeerd te betreden? Na die twee maanden zijn we dan helemaal up and running en hebben we de sterktes van de technologie helpen scherpstellen. Dat is onze eerste van vijf stappen.’

De tweede stap is kennisverbreding met alle mogelijke markten. Dat doet Thingit middels datamining en brainstormen. Vandamme: ‘Je moet een goede kijk krijgen op de potentiële markten, want onze klant wil er natuurlijk zeker van zijn dat als hij vijf jaar in onze gebrachte ideeën investeert, hij in deze eerste maanden wel de juiste markten heeft gekozen.’

De derde fase is het prioriteren van de potentiële markten: waar liggen de grootste kansen en op welke termijnen en met welke investeringen?

Fase vier omvat het specifieker bekijken van de verschillende marktsegmenten: ‘Wat hebben we verder nodig om hiervan een business voor deze markt te maken? We geven hierover een presentatie aan onze klant en leveren een businessplan’, aldus Vandamme.

De vijfde fase is het businessplan uitvoeren. Daarbij is het niet zo dat Thingit het gemaakte plan na goedkeuring van de klant simpelweg uitvoert; nee, de klant moet zich de verworven kennis over de nieuwe markt ook eigen maken.

Een van de klanten van Thingit is ONAK. Het bedrijf ontwikkelde een materiaal waarin met een zelf bedachte techniek vouwen zijn aan te brengen en vervaardigt op deze manier opvouwbare kano’s. ‘ONAK is ontstaan uit een uit de hand gelopen hobby van mij en medeoprichter Otto Van De Steene’, vertelt zaakvoerder Thomas Weyn. ‘De opvouwbare kano’s die destijds op de markt waren voldeden niet aan wat wij wilden. Ofwel waren ze moeilijk in elkaar te steken, ofwel voeren ze zeer onaangenaam.’

Vrij snel toen het duo met hun origamikano op de markt kwam, bleek er interesse vanuit ander marktpartijen voor de techniek. Dat was eind 2016. Weyn: ‘We hebben toen explorerend wat dingen opgestart samen met Thingit, maar we waren er nog niet klaar voor.’ Eind 2018 was dat anders: de opvouwbare kano’s werden goed verkocht en ONAK achtte de tijd rijp om breder te gaan kijken. De samenwerking met Thingit werd weer opgepakt. Weyn: ‘We hebben gezegd: we weten in welke markten er sowieso al interesse is, maar we hebben een partij nodig die de markt goed kent en die ook de ontwikkelingskosten mee wil dragen.’ Zo waren er al ideeën over het ontwikkelen van een opvouwbare dakkoffer voor op auto’s, opvouwbaar meubilair en opvouwbare containers voor dierentransport. De zoektocht binnen de grote markten werd samen met Thingit verder verfijnd.

Het contact met Thingit bij deze ontwikkelingen is intensief, vertelt hij. ‘Thingit maakt een plan van aanpak en werkt het hele project uit. Zij nemen het projectmanagement op zich, maar ze hebben zeer regelmatig contact met ons om de technische kennis ook mee te kunnen nemen naar potentiële partners.’

Het is echter absoluut niet zo dat Thingit totaal geen verstand heeft van de technische kant, verzekert Weyn. ‘Het zijn ingenieurs met de nodige kennis om snel te begrijpen waar het over gaat en of het algemeen toepasbaar is.’

Hoewel Vandamme het bedrijf vanuit België heeft opgezet, is Thingit een Belgisch-Nederlands bedrijf. Aan de Nederlandse zijde staat Floris van Dijk. Vandamme ontmoette Van Dijk in een vroege fase van de opstart van het Thingit in België. Van Dijk was toen nog in dienst bij BAM, maar liep tegen soortgelijke dingen als Vandamme aan. Van Dijk: ‘Ik ben afgestudeerd bedrijfskundige. Ik ben geen ingenieur en heb ook geen rechten gestudeerd. De meeste mensen komen via een van die twee invalshoeken bij IP terecht, maar ik niet. Ik heb mijn scriptie toevallig geschreven over octrooidata. Daardoor heb ik wel kennis opgedaan van octrooien en wat je ermee kunt. In de octrooidatabase staat gewoon een weelde aan informatie.’

Na enige carrièreomzwervingen belandde Van Dijk toevallig bij BAM, bij het octrooibeheerteam. Het bouwbedrijf heeft namelijk een eigen octrooiafdeling. Van Dijk vervolgt: ‘Ik zag daar enorme kansen liggen. Niet alleen voor BAM, maar voor de gehele bouwsector. Er lag veel onbenutte potentie van intellectueel eigendom. Dat komt omdat de meeste mensen alleen actief zijn op hun eigen markt. Ik dacht toen bij mezelf: hebben we zoveel potentie liggen waar niemand de skills voor heeft om iets mee te doen?’ Van Dijk merkte dat er niemand was die een bedrijf als BAM hiermee kon helpen. Totdat hij Vandamme tegenkwam. Een vruchtbare samenwerking was geboren.

In de afgelopen jaren heeft Thingit heel wat kleinere bedrijven geholpen; er was een vijftiental grote projecten. Momenteel start Thingit elk jaar drie tot vier nieuwe projecten op. Vandamme: ‘We mikken op mkb’s, want daar zitten alle parameters goed. Vaak hebben die geld opzijgezet om te investeren in hun bedrijf, maar ze weten niet goed waarin ze exact moeten investeren. Ook missen ze de structuur en mensen om innovatie binnen hun bedrijf aan te pakken.

Die aanpak legt ONAK in ieder geval geen windeieren, stelt Weyn: ‘Met de dakkoffer staan we nu op het punt om een project op te starten. De laatste paar dingen worden nu uit onderhandeld, maar alles staat verder in de startblokken.’ Ook bij BAM zijn de eerste licenties getekend waardoor er extra geld beschikbaar komt voor innovatie.

Onderwerp:
BedrijfsvoeringBeleid

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten