Herman Damveld
De exploitanten van kerncentrales in West-Europa kregen deze week drie tegenslagen te verwerken.
Ten eerste is een besluit uitgesteld over de Belgische kerncentrales Doel 3 en Tihange 2, waar afgelopen zomer achtduizend haarscheurtjes in het reactorvat ontdekt werden. De kerncentrales moesten op bevel van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) buiten bedrijf blijven tot nader onderzoek dat aanvankelijk in de herfst afgerond zou worden. Pas deze week heeft exploitant Electrabel het onderzoek toegestuurd naar het FANC, dat meedeelt ‘tegen midden januari 2013 een voorstel te doen over een eventuele definitieve stopzetting van de reactoren van Doel 3 en Tihange 2 of, integendeel, een heropstart ervan.’
Een tweede tegenvaller betreft de Zweedse kerncentrale Oskarshamn 2. Het energiebedrijf Fortum, aandeelhouder van de kerncentrale, heeft zich neergelegd bij een uniek besluit van de Veiligheidsautoriteit SSM. Deze overheidsinstelling heeft bepaald dat Oskarshamn 2 onmiddellijk gesloten moet worden, omdat de noodstroomvoorziening niet deugt. Men had vier aggregaten moeten installeren, maar er slechts twee gekocht en deze niet naar behoren geïnstalleerd. De centrale is 39 jaar oud. Volgens Fortum ‘had een moderniseringsprogramma voor deze kerncentrale volgens de plannen nu afgerond moeten zijn’, maar zal men er pas ‘in juni 2013’ mee beginnen.
Ten derde stijgen van de bouwkosten van de European Pressurizedwater Reactor (EPR) van 1600 MW in het Franse Flamanville. Electricité de France (EDF) begon in 2007 met de bouw. De centrale zou 3,3 miljard euro kosten en in 2012 in bedrijf komen. EDF zegt nu dat ‘mede door de maatregelen als gevolg van Fukushima en de vervanging van 45 ondersteunende constructiedelen’ de bouwkosten stijgen naar acht miljard euro en dat de centrale in 2016 in bedrijf komt. Het Italiaanse ENEL beëindigde daarop meteen zijn aandeel in de EPR, krijgt er 613 miljoen euro voor terug van EDF én ziet af van deelname aan nog eens vijf EPR-centrales.