Menno Steketee
De afrondende simulatie die het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) en het zusterinstituut DLR eind oktober uitvoerden rond het bijtanken van verkeersvliegtuigen in de lucht, ging vooral over informatietechnologie, procedures en betrouwbaarheid.
Toch valt onder dit ‘cruiser-feeder-concept’ ook onderzoek met een harde technologische component: de ontwikkeling van een zogeheten ‘forward extended boom’, een vooruitstekende bijvulstang. Het ontwerp van NLR en de TU Delft is intussen afgerond. Mocht de bouw van een prototype worden gefiatteerd, dan ‘is er een haalbaar en veilig ontwerp mogelijk’, aldus Huub Timmermans van NLR.
Alle militaire tankervliegtuigen moeten vóór een vliegtuig manoeuvreren om dit van brandstof te voorzien, een proces dat ook van de piloten van het ontvangende toestel de nodige stuurmanskunst vereist. Voor verkeersÂÂÂvliegÂtuigen is dit minder dan ideaal, aangezien dit extra scholing van piloten vereist en de passagiers kan verontrusten, omdat die de manoeuvre kunnen zien.
Binnen het Europese project RECREATE is daarom onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een vooruit stekende bijvulstang, die het op de automatische piloot koersende passagiersvliegtuig van achteren bijvult, buiten het zicht van de passagiers.
Er waren de nodige technische uitdagingen, zegt Timmermans, bijvoorbeeld om een grotere veiligheid te verkrijgen. Zo moet het ontwerp, dat nu alleen nog als digitaal model bestaat, worden uitgerust met vier ‘ruddervators’, beweegbare vleugeltjes die de bijvulstang naar de vulopening sturen, in plaats van de gebruikelijke twee. ‘We hebben voor vier gekozen om besturing mogelijk te maken, ook als er, bijvoorbeeld door een technische storing, een ruddervator is uitgevallen.’
Met het oog op de aero-elasticiteit zou de civiel toepasbare bijvulstang moeten worden vervaardigd van composietmateriaal.