Advertorial NLR
Bij het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum NLR werken 650 mensen aan de toekomst van de civiele en de militaire vliegtuigsector. ‘Onze core business is het beantwoorden van vragen van overheid en bedrijfsleven, zowel van het MKB als de vliegtuigindustrie’, zegt Frank Vos, communicatieadviseur. ‘De wetenschap dat wat je hier ontwikkelt ook daadwerkelijk gaat worden gebruikt, maakt werken hier zo leuk.’
Het bedrijfsgebouw van het NLR in Amsterdam staat in de steigers. Het monumentale pand wordt momenteel verbouwd. In een aanpalend kantoor, vertellen Frank Vos en HR-adviseur Jacobien Wieske enthousiast over de vele terreinen waarop het NLR actief is. Het NLR, net als ECN, Marin en Deltares een Groot Technologisch Instituut (GTI), heeft vestigingen in Amsterdam, Marknesse (Flevoland) en op Schiphol. Het doet onderzoek voor het MKB en voor multinationals, voor de burgerluchtvaart en het Ministerie van Defensie en in binnen- en buitenland, bijvoorbeeld voor Airbus, Boeing en de Chinese vliegtuigfabrikant COMAC. Daarnaast neemt het NLR deel aan onderzoeksprojecten voor de satellietindustrie, onder meer voor het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo. Het grootste deel van de 650 medewerkers heeft een technische academische opleiding. Daarnaast werken er psychologen, om onderzoek te doen naar bijvoorbeeld de invloed van het gedrag van piloten op de vliegveiligheid.
‘Niet iedereen weet hoe leuk het is om hier te werken’, zegt Wieske. ‘Maar als je eenmaal ziet wat hier allemaal kan, dan wil je blijven.’ Veel afstudeerders solliciteren bij het NLR: dit jaar nam het NLR zestien jonge academici aan. ‘Het mooie van het werk hier is dat je het hele proces bijwoont, zowel de acquisitie als het onderzoek, de ontwikkeling en de uiteindelijke testen. Je bent een meewerkend consultant, een adviseur die ook uitvoert.’ De kennis van het NLR bestrijkt alle aspecten van de ontwikkeling en het gebruik van vliegtuigen en helikopters, vertelt Vos. ‘We kennen alle multidisciplinaire aspecten van de hele keten. Die integrale kennis maakt ons aantrekkelijk voor opdrachtgevers.’
‘Onze drie kernwaarden zijn innovatief, praktisch en betrokken’, vervolgt Wieske. ‘Uit welke disciplines we allemaal ook afkomstig zijn, dat is wat ons bindt, dat is wat we zijn. We denken altijd mee met onze opdrachtgevers en proberen vooruit te denken. Soms signaleren we toekomstige uitdagingen zelfs eerder dan onze klanten en bieden dan passende oplossingen aan.’
Soms passen NLR-medewerkers hun expertise toe in heel andere vakgebieden, vertelt Vos. ‘Wij weten bijvoorbeeld alles van het geluid van vliegtuigen en hoe geluidsoverlast te beperken. Die akoestische kennis passen we onder andere toe in de windturbine-industrie.’ Ook het psychologisch onderzoek is breed toepasbaar. ‘Onderzoek naar Human Factors op de veiligheid is bijvoorbeeld ook relevant bij railvervoer en in de gezondheidszorg.’
‘Onze onderzoeken zijn per definitie toepassingsgericht’, gaat hij verder. ‘Wat we hier ontwikkelen komt vroeg of laat in een vliegtuig, helikopter of satelliet. De technologieën waar we nu aan werken, moeten over tien à vijftien jaar aan boord zijn. Daarnaast houden we ons ook bezig met de luchtvaart op de langere termijn. Denk aan het RECREATE-project, over het bijtanken van passagiersvliegtuigen in de lucht.’ Een ander voorbeeld is de zogenaamde ‘endless runway’, een concept waarbij een luchthaven nog maar één runway heeft die als een cirkel om het luchthavengebouw ligt. Zo kun je meer vluchten afhandelen op een kleinere oppervlakte.
Een belangrijke ontwikkeling in de komende jaren is de opkomst van de drone of de RPAS (Remotely Piloted Aircraft System, spreek uit R-pas), zoals het in luchtvaartjargon heet. Vos: ‘Wij zijn sinds november de eerste en enige organisatie in Nederland die een officiële opleiding voor RPAS-piloten mag geven.’ Sinds de zomer is het NLR ook bevoegd om drones te certificeren.
‘De grootste uitdaging is om die drones op een veilige manier in het luchtruim te integreren’, zegt Vos. Om botsingen met het overig vliegverkeer te voorkomen, ontwikkelt het NLR een zogenoemd Detect & Avoid systeem en doet daar testen mee. Een Detect & Avoid systeem laat een RPAS dat op ramkoers met een vliegtuig ligt, automatisch van koers veranderen. Het NLR heeft onlangs een succesvolle test gedaan op het eigen Nederlands RPAS Test Centrum, waarbij naast het NLR vliegtuig ook een vliegtuig van de Kustwacht en een Alouette helikopter van de Koninklijke Luchtmacht werden ingezet.
Vos verwacht een stormachtige ontwikkeling van drones. ‘In de komende 10 jaar zijn de perspectieven voor RPAS gigantisch’, zegt hij. ‘Zowel in de civiele als in de militaire luchtvaart. De actieradius van een RPAS kan bijvoorbeeld groot zijn, omdat je geen rekening hoeft te houden met vermoeiing van piloten. Ik zie heel veel voordelen.’
Het Detect & Avoid systeem levert ook resultaten op voor de bemande luchtvaart, stelt hij. Er zitten steeds minder piloten in de cockpit, die steeds meer hulpmiddelen gebruiken om de veiligheid te garanderen. Zo zijn er al ideeën voor onbemande vrachttoestellen.
Wat de ruimtevaart betreft, concentreert het NLR zich vooral op de satelliet-sector. Opstijgen en landen van vliegtuigen met satellietnavigatie is sinds kort mogelijk. ‘Met satellietnavigatie is het mogelijk om veilig te landen op luchthavens die zich geen duur navigatiesysteem op de grond kunnen veroorloven; bijvoorbeeld in Afrika, maar ook op kleinere vliegvelden in Nederland zoals Teuge’, zegt Vos.
Een andere ontwikkeling waar Wieske en Vos veel van verwachten in de komende jaren, is de ontwikkeling van kunststof vezels. In een samenwerkingsverband met Fokker heeft het NLR een hypermoderne machine aangeschaft die onderdelen kan produceren door kunststof vezels in elkaar te weven. ‘Het NLR en Fokker zijn hechte partners’, zegt Wieske. Met dit zogenoemde Automated Composite Manufacturing (ACM) worden bijvoorbeeld onderdelen van de landingsgestellen van de F-35 (Joint Strike Fighter) ontwikkeld. ‘Bij dit soort projecten werken wij toe naar een prototype en geven dan het stokje over aan een bedrijf’, zegt ze. Ook deze ontwikkeling zou zijn toepassing kunnen vinden in een andere sector, bijvoorbeeld in de automotive industrie.
‘Onze missie is een bijdrage leveren aan het concurrerend vermogen van het Nederlandse bedrijfsleven en om het luchtverkeer veiliger, schoner en efficiënter te maken’, aldus Wieske. ‘Hoe we dat doen? Door in 2016 én de jaren daarna nog beter uitdrukking te geven aan wat ons bindt, wie we zijn en wat het NLR zo’n sterke speler maakt in de Nederlandse en internationale luchtvaartsector: innovatief, praktisch en betrokken.’