redactie
Iets uitvinden is één, de uitvinding beschermen met een octrooi is twee. Dat doet merken- en octrooibureau Arnold + Siedsma. Het bedrijf is gespecialiseerd in de juridische bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Dat loopt van het vastleggen van octrooien tot en met de registratie en bescherming van merken, modellen en andere rechten.
‘Wij staan op internationaal niveau uitvinders bij met het aanvragen van een octrooi’, vertelt natuurkundige Marten Bosma (34) van Arnold + Siedsma. ‘Wij werken voor de Willie Wortels op zolder en voor grote multinationals, zoals Samsung, Boeing en Nikon. Zij hebben een eigen afdeling voor intellectueel eigendom, maar richten zich doorgaans op strategie, niet zozeer op het opstellen en aanvragen van octrooien.’
Bosma werkt nu tweeënhalf jaar als octrooigemachtigde in opleiding. Als natuurkundige behandelt hij uitvindingen op zowel werktuigbouwkundig als elektrotechnisch gebied. ‘Je moet tot in de kern weten waar de vinding over gaat. Als wij worden ingehuurd gaan wij met de uitvinder of het bedrijf over de uitvinding praten, en komen we tot de essentie en de achterliggende idee van wat er beschermd moet worden. Dat schrijven we zo helder en veelomvattend mogelijk op in octrooiconclusies.’
Arnold + Siedsma dient de octrooiaanvraag in bij bijvoorbeeld het Europees Octrooibureau, dat vervolgens op zoek gaat naar wat er wereldwijd bekend is over aanverwante vindingen. De uitvinding moet immers nieuw zijn. ‘Meestal krijgen we een licht negatieve mening terug, wat voor ons positief is, omdat we zo breed mogelijk proberen te beschermen. Dat betekent dat we altijd op het randje van het bekende gaan zitten.’
Soms blijkt de uitvinding al te bestaan. ‘Dan is men ervan overtuigd iets bijzonders te hebben uitgevonden, móet het op de markt komen en móet het octrooi krijgen, maar blijkt het allemaal al lang bekend te zijn. Om een octrooi te krijgen moet je nieuw zijn ten opzichte van alles wat in de historie al een keer is opgeschreven. Soms komen er stukken uit 1930 naar boven waar het bewuste idee al in staat. Dat is wat mensen soms lastig vinden.’
Vanwege zijn werk komt Bosma met interessante innovaties in aanraking. ‘De meeste vindingen die wij octrooieren staan dicht tegen de bestaande markt aan. Het is vaak een inventieve variant ergens op. Het komt niettemin ook voor dat we wereldveranderende uitvindingen behandelen. De meer wetenschappelijke vindingen lopen in de regel ver op de markt vooruit, meer dan de meeste bedrijven aandurven.’
Er wordt wel eens gezegd dat de grootste uitvindingen al zijn gedaan. Daar is Bosma het niet mee eens. ‘Op het gebied van de mechanica is er inderdaad al heel veel uitgevonden, maar ik denk dat er nog heel veel gaat komen, helemaal omdat er meer interdisciplinair gewerkt gaat worden.’
Volgens hem zullen er meer hightech producten komen. ‘Kijk naar robotica, daar zit veel mechanica en elektronica in, maar ook software. Ik denk dat het heel verrassend kan zijn wat op die snijvlakken ontstaat, bijvoorbeeld op het gebied van zelfrijdende auto’s, clean tech en de nog verder toenemende automatisering.’