Erwin Boutsma
Wetenschappers van het Amerikaanse NIST hebben een bestaande atoomklok dusdanig aangepast dat hij een afwijking heeft van maximaal één seconde in vijftien miljard jaar, ruwweg de leeftijd van het heelal.
De atoomklok, die de tijd bepaalt op basis van de frequentie waarmee strontium-atomen van elektrisch energie-niveau wisselen, heeft nu minder last van achtergrondstraling, waardoor hij drie keer zo nauwkeurig is als in 2014, toen hij het vorige wereldrecord vestigde.
Is een dergelijke nauwkeurigheid wel écht nodig? Niet per se voor het bijhouden van de tijd, zegt ook NIST, maar de techniek opent wel de weg naar bijvoorbeeld het meten van minieme zwaartekrachtsverschillen op verschillende hoogtes.