Mischa Brendel
- Verschillende technologieën getest
- Living Lab
Op 18 juni startte een consortium onder leiding van bouwbedrijf Heijmans onder de noemer een praktijktest met energieopwekkende geluidsschermen. Deze solar noise barriers (SONOB) zijn aan de westelijke Randweg in ’s Hertogenbosch geplaatst. Het gaat om twee schermen waarmee het consortium verschillende methoden om zonne-energie op te vangen zal testen. Het geluidswerende aspect van de schermen is al aangetoond en wordt niet getest; de één jaar durende praktijktest moet vooral aantonen of het technisch en economisch haalbaar is om geluidsschermen langs snel- en spoorwegen energie op te laten wekken.
Het Living Lab-project bestaat uit twee geluidschermen van elk 5 m breed en 4,5 m hoog. Elk scherm biedt ruimte aan vier verschillende manieren om zonlicht op te vangen met semi-transparante zonnepanelen. Het ene geluidsscherm is gericht op het noorden en zuiden, het andere op het oosten en westen.
De bovenste helften van beide geluidsschermen bevatten zogenoemde luminescent solar concentrators. ‘Deze LSC’s, ontwikkeld door de TU/e, bevatten speciale pigmenten die het zonlicht naar de zijkanten van de panelen afbuigen’, vertelt Heijmans-woordvoerder Rik Hammer. ‘De zonnecellen bevinden zich, onzichtbaar, aan de randen van deze panelen.’
De test moet voor de LSC’s aantonen hoeveel energie deze opwekken, zowel in oost-westelijke richting als in noord-zuidelijke richting. Hetzelfde geldt voor de onderste helft van beide geluidsschermen, welke glazen panelen met zonnecellen bevatten; het ene paneel bevat eenzijdige (monofacial) zonnecellen, het andere paneel heeft tweezijdige (bifacial) zonnecellen, zodat het consortium het verschil in energieopwekking kan vaststellen.
Nederland telt in totaal circa 1.250 km aan geluidsschermen langs snel- en spoorwegen. Hammer: ‘Volgens onze berekeningen kan 1 km van ons zonnegeluidsschermconcept in theorie jaarlijks voldoende elektriciteit opwekken om een elektrische auto 900.000 km te laten rijden, of om vijftig huishoudens een jaar lang van stroom te voorzien.’ Wat de werkelijke opbrengst is, zal uit deze praktijkproef moeten blijken.