Erwin Boutsma
Premier Dmitri Medvedev van Rusland opende begin deze maand de nog naamloze brug tussen Wladiwostok en Roesski-eiland, in de Japanse Zee, in het uiterste zuidoosten van Rusland. De tuibrug overspant een afstand van 1.104 m tussen de beide pylonen en is daarmee de langste tuibrug ter wereld.
In de beste tradities uit het Sovjettijdperk kan het project enige megalomane trekjes niet worden ontzegd. Zo leidt de brug naar Roesski-eiland – met een oppervlakte van 306 km2 bijna tweemaal zo groot als Texel, maar met 5.000 inwoners (tegen 14.000 voor Texel) veel dunner bevolkt – dat geen economische behoefte heeft aan een dergelijke verbinding. Toenmalig president Vladimir Poetin vond het in 2007 echter nodig dat Roesski-eiland een imposante verbinding zou krijgen met het vasteland, omdat het waarschijnlijk was dat er op termijn een internationale top in Wladiwostok zou plaatsvinden. Die top kwam er ook, en de brug was net op tijd klaar: op 9 en 10 juli kwamen de landen van de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC) bijeen in Wladiwostok en op Roesski-eiland.
Lees verder onder de foto
Een paneel van de brug wordt opgehesen (credit: Vitaliy Ankov/Hollandse Hoogte)
Officiële cijfers over de bouwkosten zijn nooit openbaar gemaakt, maar de vele critici in Rusland gaan uit van een bedrag dat boven de achthonderd miljoen euro ligt, driemaal zoveel als het overheidsbudget van de twee miljoen inwoners tellende provincie waarin de brug is gebouwd.
Niettemin is het een fraai stukje ingenieurswerk. De tuibrug is 1.886 m lang, overbrugt een zeeëngte van 1.460 m en hangt in het midden 70 m boven het water. Het 30 m brede wegdek is met 168 kabels – waarvan de langste 580 m meet – verbonden aan twee pylonen van 321 m hoog.
Lees verder onder de foto
Beide brugdelen hebben elkaar bijna bereikt (credit: Vitaliy Ankov/Hollandse Hoogte)
De brug moet bovendien bestand zijn tegen extreme weerscondities, zoals een lokale temperatuur die uiteenloopt van min dertig tot plus veertig graden Celsius en ijsafzettingen op de brug tot zeventig centimeter dik.
(credit: Vitaliy Ankov/Hollandse Hoogte)
