Nieuws

Robots ruimen extreem radioactieve zandzakken op in Fukushima’s “No-go-zone”

radioactieve zandzakken fukushima
© iStock / Tokyo Electric Power Company

In de kelderruimtes van Fukushima Daiichi gaan robots werken aan een levensgevaarlijke missie: het verwijderen van zandzakken met dodelijke stralingsniveau’s. Menselijke toegang is onmogelijk, waardoor deze machines een cruciale rol spelen in de langzame ontmanteling van de kernramp-site.

Volgende week beginnen op afstand bedienbare robots met een gevaarlijke missie in de kelders van de Fukushima Daiichi-kerncentrale. De machines moeten duizenden zwaar radioactieve zandzakken verwijderen die sinds de kernramp van 2011 op hun plek zijn gebleven. Dit kondigde Tokyo Electric Power Company (Tepco) aan.

Radioactieve zandzakken vormen levensgevaar

Deze zandzakken werden destijds gebruikt om met radioactief besmet water om te gaan en bevinden zich in gebieden waar stralingsniveaus dodelijk zijn. Op de oppervlakte van de zandzakken is een stralingsdosis gemeten van 4,4 sievert per uur – een dosis die een mens in minuten kan doden.

Zandzakken in de kelder van Fukushima Daiichi. © Tokyo Electric Power Company

De inzet van robots is dan ook cruciaal. Volgens Japanse media liggen er nog ongeveer 2.850 zandzakken, goed voor in totaal zo’n 41,5 ton radioactief materiaal. Al heeft Tepco deze cijfers nog niet bevestigd. De zandzakken worden na verwijdering veilig verpakt en tijdelijk opgeslagen buiten het directe terrein van Fukushima Daiichi.

Gespecialiseerde robots aan het werk

Deze week heeft Tepco twee gespecialiseerde robots geplaatst in de ondergrondse delen van de beschadigde reactorgebouwen. Een van de machines beschikt over een mechanische grijper die speciaal ontworpen is voor het verwijderen van de zandzakken. Beide robots worden op afstand bestuurd door technici.

Tepco mikt erop om de volledige operatie in maart 2028 af te ronden, aan het einde van het Japanse fiscale jaar 2027. De inzet van deze robots onderstreept hoe noodzakelijk automatisering is bij het opruimen van een ramp van deze omvang.

Extreme omstandigheden

Opruimwerkers van Fukushima moeten in extreem zware omstandigheden werken. Mensen die gebieden met gesmolten reactorbrandstof moeten betreden, dragen volledige beschermende uitrusting: gefilterde gezichtsmaskers, meerdere lagen handschoenen, waterdichte jassen en stralingsbestendige overalls.

Representatieve afbeelding. © iStock

Door de hoge stralingswaarden kunnen mensen slechts enkele minuten per keer in deze zones blijven. Daarnaast zijn er meldingen van verwondingen door contact met radioactief slib, wat de urgentie van robotisering verder benadrukt.

Nucleaire erfenis

De kernramp in Fukushima was het gevolg van de zware aardbeving en tsunami op 11 maart 2011. Drie van de zes reactoren waren actief op het moment van de ramp en smolten door nadat de koelsystemen uitvielen. Hoewel de tsunami direct 18.500 levens eiste, zijn er geen officiële sterfgevallen direct toegeschreven aan de kernramp. Toch wordt het incident gezien als een van de ernstigste nucleaire rampen sinds Tsjernobyl.

Satellietbeeld waarop de schade te zien is na de ramp bij Daiichi, Fukushima. © Digital Globe

Meer dan 880 ton radioactief materiaal bevindt zich nog steeds op de locatie. De volledige ontmanteling van de centrale zal tientallen jaren duren.

Nog veel werk voor de boeg

De ontwikkelingen in Fukushima benadrukken niet alleen de risico’s van kernenergie, maar ook de innovaties die nodig zijn om een dergelijke ramp op te ruimen. Robots worden steeds geavanceerder en bieden nieuwe oplossingen voor extreem gevaarlijke werkomgevingen.

Met nog decennia aan werk voor de boeg blijft de inzet van robots cruciaal voor het veilig ontmantelen van een van de meest radioactieve plekken op aarde.

Onderwerp:
EnergieRobotica

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten