Nieuws
0

RWS werkt aan de weg van de toekomst

In samenwerking met Rijkswaterstaat

De weg van de toekomst is dichterbij dan we denken. De ontwikkelingen in smart mobility volgen elkaar in een rap tempo op. Rijkswaterstaat is daarom in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat betrokken bij de Coöperatieve ITS-corridor.

De ITS-corridor – die loopt van Rotterdam via Frankfurt naar Wenen – richt zich op een betere doorstroming van het verkeer en op het vergroten van de veiligheid op de weg. ‘In het klassieke denken betekent dit meer asfalt aanleggen. Maar met de moderne technologie kunnen we de doelen eveneens behalen door gebruik te maken van Intelligent Transport Systems (ITS)’, vertelt projectmanager Abraham Bot van Rijkswaterstaat. Signalering zoals de matrixborden boven de weg zal uiteindelijk verdwijnen en plaatsmaken voor coöperatieve verkeersdiensten afgeleverd in het voertuig. Voertuigen en systemen langs de kant van de weg staan dan met elkaar in contact via een speciaal beveiligde Wifi-verbinding.

Weggebruikers krijgen hierdoor straks real-time inzicht in verkeerssituaties op hun route. Remt er iemand plots verderop of is er gladheid, dan krijgt de bestuurder advies om bijvoorbeeld de snelheid aan te passen of van baan te wisselen. Daarnaast zenden voertuigen allerlei informatie uit die de wegbeheerder zal gebruiken voor het verbeteren van het verkeersmanagement en -veiligheid.

Samen met wegbeheerders in Duitsland en Oostenrijk richt Rijkswaterstaat zich momenteel op waarschuwingen bij wegwerkzaamheden en het verwerken van sensordata uit voertuigen. Verder werkt Rijkswaterstaat voor Nederland specifiek aan waarschuwingen voor stilstaande voertuigen. Bot: ‘We hebben een internationale overeenkomst gesloten om deze diensten ook daadwerkelijk te ontwikkelen en als eerste uit te rollen op de internationale ITS-Corridor. Het concrete doel van deze eerste stap is om informatie-uitwisseling tussen voertuigen onderling en tussen voertuigen en de infrastructuur Europabreed te standaardiseren.’

De diensten van de drie landen moeten dus voor de weggebruiker bij de landsgrenzen naadloos in elkaar overlopen. Dat is volgens Bot lastiger dan het lijkt, want de EU-standaarden voor ITS zitten vol met opties en interpretatiemogelijkheden. Een gezamenlijke aanpak is de enige oplossing om tot een grensoverschrijdend systeem te komen. ‘We zijn daarom eerst begonnen met het doornemen van de standaarden tot in de kleinste details. Dit is nu samengevat in een zogenaamd berichtenprofiel. Het is de bedoeling dat landen die later aansluiten hier ook gebruik van gaan maken omdat ze het voorwerk dan niet meer hoeven te doen. Tsjechië bijvoorbeeld heeft al aangegeven hier interesse in te hebben’, aldus Bot. ‘In een ander soortgelijk EU-project – InterCor – werken we vanuit Rijkswaterstaat samen met Frankrijk, Groot-Brittannië en België. Zo krijgen we dus steeds meer landen bij elkaar in Europa en krijgt het ontwikkelde profiel versneld een formele EU-status.’

Dat komen tot een uniform systeem lastig is, blijkt al uit enkele voorbeelden die Bot aanhaalt. ‘Soms staat er op onze matrixborden voor iedere rijstrook een andere snelheid aangegeven. Dit fenomeen kennen we alleen in Nederland. Onze rijstrooknummering is omgekeerd in vergelijking met het buitenland: wij nummeren van buiten naar binnen. Daarnaast verschillen de verkeerstekens voor een deel per land.

Rijkswaterstaat stapte al snel over naar het testen van de nieuwe systemen in de praktijk. Een stuk van 20km op de A16 tussen Rotterdam en Dordrecht bleek hiervoor ideaal. Het is onderdeel van de ITS-Corridor, er vonden voor langere periode wegwerkzaamheden plaats en het voldoet aan de harde eis van een zeer complex traject: er liggen parallelrijbanen, fly-overs en tot vijf rijstroken per richting. Bot: ‘We hebben op die weg de dienst voor het waarschuwen bij werkzaamheden inclusief wifi-bakens uitvoerig getest. De informatie van de wegwerkzaamheden hadden we vertaald naar gestandaardiseerde berichtjes met daarin de relevante informatie omtrent de locatie en de snelheidslimiet ter plaatse. Een geschikte partij uit de automotive industrie heeft de auto-elektronica verzorgd.’

De testen waren succesvol maar een nauwe samenwerking met de automotive industrie was tijdens deze fase dus al onmisbaar. ‘Wij kunnen niet voorschrijven wat een auto met onze uitgezonden informatie doet’, aldus Bot. ‘De automotive industrie heeft hiervoor speciaal een eigen consortium opgericht waarin ze gezamenlijk hierover afspraken maken.’ Het projectteam organiseert internationale testevenementen waarbij ook alle belangrijke partijen uit de automotive industrie uitgenodigd worden. Zo vond er in juni een groot evenement plaats langs het A16-traject. Een twintigtal bedrijven uit de automotive- en software-industrie kwamen hier om hun ITS-G5-systemen te testen tegen het mede door Rijkswaterstaat ontwikkelde profiel. Bot: ‘We hadden allerlei testscenario’s opgezet: virtueel maar ook op de weg in combinatie met echte werkzaamheden, inclusief een scenario in de Drechttunnel. Iets wat nog nooit eerder gedaan was. Die testdagen gaven ons een goed beeld over hoe de ontwikkeling in de markt ervoor stond.’

Volkswagen heeft inmiddels aangekondigd dat het in het voorjaar van 2019 auto’s op de markt zal brengen die klaar zijn voor coöperatieve verkeersdiensten. Rijkswaterstaat staat tot die tijd nog voor een aantal uitdagingen. ‘We hebben alle losse stukken techniek goed op ons netvlies, maar moeten dit allemaal wat degelijker aan elkaar gaan koppelen in een grote keten’, licht Bot toe. ‘Daarnaast zullen we ons nog meer gaan richten op de weggebruikers. Daar komen verkeerspsychologen en juristen bij om de hoek kijken. Want hoe gaat de weggebruiker de nieuwe vorm van informatievoorziening verwerken? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de privacywet niet overtreden met het ontvangen van informatie van weggebruikers?’

Rijkswaterstaat zal ondertussen voor de ITS-corridor en andere Smart Mobility-projecten naar nieuwe collega’s blijven zoeken in bijvoorbeeld de industriële automatisering, ICT, datamanagement en techniek. Bot: ‘Het gaat daarbij naast inhoudelijke kennis ook om creatieve mensen met lef. Dit project wijkt behoorlijk af van onze gewoonlijke werkwijze. Om in deze sector snel te kunnen acteren en anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, werken we zonder gedetailleerde kaders en richtlijnen. We investeren in innovatie waarbij we leren door het in de praktijk te doen.’

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten