René Didde
Afvalwater is niet alleen steeds meer een bron voor energie en warmte, het zal in de toekomst steeds meer leverancier worden van schaarse grondstoffen. Op een prestigieuze TEDx-conferentie lanceerde ir. Charlotte van Erp Taalman Kip recent de afvalwaterzuiveringsinstallatie als grondstoffenfabriek.
De laatste twee jaar zijn we al bekend geraakt met de rioolwaterzuiveringsÂinstallatie als ‘energiefabriek’. Maar liefst vijftien waterschappen werken vooral aan grootschalige vergisting van het rioolslib. Vergisting reduceert het volumineuze slib en levert biogas (methaan) op dat met enkele eenvoudige bewerkingen kan worden opgewerkt tot aardgaskwaliteit.
Op een bijeenkomst van de gerenommeerde TEDx-conferentie (Technology, Entertainment, Design) waar recent op het Binnenhof een keur aan innovatieve ideeën aan een algemeen publiek werd getoond, voegde ir. Charlotte van Erp Taalman Kip het concept ‘grondstoffenfabriek’ toe. ‘We zijn op een andere manier naar afvalwater gaan kijken’, aldus de innovatietechnoloog van waterschap Hollandse Delta in Rotterdam. ‘De grondstoffenfabriek past goed in onze lange termijnvisie afvalwaterketen die dit najaar wordt gepresenteerd.’
Het steeds schaarsere fosfaat, onder meer een belangrijk bestanddeel in kunstmest, is het bekendste voorbeeld van een door de mens in urine en faecaliën uitgescheiden mineraal dat een nieuw leven kan beginnen als meststof. ‘De techniek, een neerslagproces met magnesium, is eenvoudig. De bottleneck is eerder dat wetgeving momenteel geen afzet op bijvoorbeeld sportvelden toestaat’, zegt Van Erp Taalman Kip.
Ook stikstof kan uit het afvalwater worden teruggewonnen en als ammoniakverbindingen in de kunstmestindustrie worden toegepast. En koolstofdioxide, het gas dat vrijkomt door het strippen uit het biogas, kan als grondstof dienen in de glastuinbouw, als waterontharder fungeren of worden ingezet bij de productie van gips. Een rwzi in Blaricum vangt door slim zeven papiervezels af, voordat het water de zuivering in gaat. ‘Dat kan onder meer nieuw isolatiemateriaal opleveren’, vertelt Van Erp Taalman Kip.
Er zijn ook geavanceerde toepassingen die zich nog in een prematuur technologische stadium bevinden. De meest beloftevolle ervan is een pijler onder de door het kabinet gestimuleerde biobased economy. ‘Slib kan ook worden verzuurd, waarna vluchtige vetzuren ontstaan. Die kunnen worden opgenomen door bacteriën die het als polyhydroxyalkanoaat (pha) in hun cel opslaan. Dat pha is te isoleren, waarna het een bouwsteen is voor bioplastic of andere chemicaliën’, zegt de innovatietechnoloog.
Een andere noviteit is het alginaat dat het korrelslib uit het Nereda-proces zo mooi aan elkaar doet plakken. ‘Er blijft altijd surplusslib over waaruit het alginaat kan worden teruggewonnen. Alginaat kan vervolgens dienen als verdikkingsmiddel in de farmaceutische industrie, zuivel- en voedingsmiddelenindustrie. Mogelijk kunnen de technologen ook uit de voeten met de microplastic-deeltjes die voor een belangrijk deel in het slib worden vastgelegd.’
Het is ook mogelijk dat verschillende ontwikkelingen tegenstrijdig blijken, laat Van Erp weten. ‘Als je koolstof wilt vergisten om er energie van te maken, dan resteert er minder koolstof als grondstof voor bioplastics.’ En meer papier wegvangen in zeefgoed betekent meer grondstof voor isolatiemateriaal, maar tegelijkertijd waarschijnlijk minder biogas.
De innovatietechnoloog vindt dat in de keuze voor verschillende oplossingen zo hoog mogelijk moet worden ingezet in de zogeheten waardepyramide. ‘Een hoogwaardig product van de secundaire grondstoffen versterkt de business-case’, vertelt ze. ‘Je kan er altijd nog energie van maken als bijvoorbeeld bioplastics of papier weer worden afgedankt.’