Het tekort aan technici dreigt de energietransitie en de bouw van 1 miljoen woningen tot 2030 te dwarsbomen. Vijf technische brancheverenigingen hebben daarom in samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland het Aanvalsplan Techniek gepresenteerd. Volgens de organisaties moet de arbeidsmarkt compleet anders worden ingericht voor technici, bijvoorbeeld door een speciale vakkrachtenregeling voor statushouders.
“Het is echt vijf voor twaalf. Zonder onconventionele oplossingen loopt Nederland op tal van fronten letterlijk vast door het gebrek aan technici”, zegt Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW. Ze vindt dat ook andere organisaties hun verantwoordelijkheid moeten nemen. “Ze kunnen dit niet alleen en hebben er ook de steun van bijvoorbeeld onderwijsinstellingen, overheden, opleidings- en ontwikkelingsfondsen en hun leden bij nodig.”
De brancheverenigingen – Techniek Nederland, Koninklijke Metaalunie, werkgeversvereniging WENB, Bouwend Nederland en FME – en ondernemersclubs VNO-NCW en MKB-Nederland hopen dat het plan de komende 10 jaar flinke extra investeringen losmaakt en dat zo 60.000 vacatures structureel kunnen worden ingevuld.
Gouden Poort
Het Aanvalsplan Techniek heeft drie belangrijke uitgangspunten; met meer mensen laten kiezen en behouden voor de techniek als eerste uitgangspunt. De branches hebben de ambitie om de instroom van mensen te verdubbelen en de uitstroom tot een minimum te beperken. Hiermee moeten op termijn structureel 25.000 vacatures per jaar worden ingevuld.
Sleutel hierbij is wat de partijen de Gouden Poort noemen. Deze moet uitgroeien tot de centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een overstap naar een (andere) technische sector overwegen of zich verder willen bekwamen. Daar vinden zij o.a. (zij-)instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van vaardigheden.
Iedereen die kiest voor een baan in de betrokken sectoren krijgt onder andere 10-jarige werk- en ontwikkelgaranties aangeboden. Om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen, stelt het bedrijfsleven verder 1.000 extra (hybride) docenten beschikbaar en komen er Techniekcentra voor hybride beroepsopleidingen ter versterking van de bestaande opleidingsbedrijven.
Een hogere productiviteit is het tweede speerpunt. De branches zetten in op meer robotisering en digitalisering van de industrie (smart industry), meer pre-fab bouw en standaardisering, en meer programmatische en seriematige overheidsaanbestedingen – meer dan deze transformaties nu al aandacht krijgen. Hierdoor zijn naar verwachting 25.000 technici per jaar minder nodig.
Als laatste willen de brancheorganisaties meer statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) laten werken en meer talent van buiten (tijdelijk) aan trekken. Een gerichte vakkrachtenregeling moet hierbij helpen. Hiermee schatten de partijen structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar in te vullen.