De Amerikaanse chipgiganten Nvidia en AMD hebben een opmerkelijke afspraak gemaakt met de regering-Trump: wie AI-chips aan China wil verkopen, moet 15 procent van de omzet rechtstreeks afdragen aan de Amerikaanse overheid. In ruil daarvoor krijgen de bedrijven exportvergunningen die ze maandenlang niet konden bemachtigen.
Het gaat om een constructie die zelden voorkomt. In feite wordt de federale overheid een soort zakenpartner van de chipmakers voor hun Chinese activiteiten. Volgens Amerikaanse media is de overeenkomst het resultaat van onderhandelingen op hoog niveau, waarbij Nvidia-topman Jensen Huang onlangs nog persoonlijk met president Trump om tafel zat. Twee dagen na dat gesprek begon het ministerie van Handel de benodigde licenties te verstrekken.
Verbod opgeheven, maar tegen een prijs
De verkoop van Nvidia’s H20-chip, speciaal ontwikkeld voor de Chinese markt, werd in april verboden. Ook AMD kreeg een klap toen het geen toestemming meer kreeg om de MI300- en MI308-chips aan China te leveren. De nieuwe deal maakt export weer mogelijk, maar alleen tegen betaling van het forse percentage aan Washington.
Voor Nvidia gaat het om miljarden. Analisten van Bernstein Research schatten dat de verkoop van H20-chips in China ruim 15 miljard dollar kan opleveren. Voor AMD gaat het om circa 800 miljoen dollar. In totaal kan de regeling de Amerikaanse schatkist dit jaar meer dan 2 miljard dollar opleveren.
Breder economisch drukmiddel
De afspraak past in Trumps bredere strategie om de Amerikaanse overheid meer invloed te geven op internationale bedrijfsdeals. Eerder werd de overname van U.S. Steel door Nippon Steel alleen goedgekeurd nadat de VS een ‘golden share’ kreeg, waarmee het vetorecht kreeg over belangrijke beslissingen.
Daarnaast zet Trump sterk in op het terughalen van halfgeleiderproductie naar Amerikaanse bodem. Bedrijven die chips buiten de VS produceren, moeten binnenkort mogelijk 100 procent invoerrechten betalen, tenzij zij fors investeren in fabrieken in de Verenigde Staten. Eerder werd bijvoorbeeld Apple overgehaald tot een belofte van 600 miljard dollar aan binnenlandse productie-investeringen.
Dominantie en afhankelijkheid
Nvidia en AMD spelen allebei een sleutelrol in de wereldwijde chipindustrie. Nvidia heeft een dominante positie in AI-hardware en werd in juli het eerste bedrijf met een beurswaarde van meer dan 4.000 miljard dollar. AMD ontwikkelt onder meer processors en grafische chips voor gameconsoles, datacenters en AI-toepassingen.
Beide bedrijven zijn afhankelijk van de Chinese markt, maar zitten ook klem tussen commerciële belangen en geopolitieke spanningen. China op zijn beurt onderzoekt ondertussen mogelijke monopolievorming door Nvidia, wat de handelsrelatie er niet eenvoudiger op maakt.
Hoewel geen van beide bedrijven inhoudelijk wil ingaan op de deal, benadrukt Nvidia dat het zich aan alle exportregels houdt. Het bedrijf spreekt de hoop uit dat de Amerikaanse regelgeving zó wordt ingericht dat het wereldwijd kan blijven concurreren – ook met Chinese spelers.