Gerald Schut
Ionica Smeets en Edward van de Vendel presenteren een kinderboek dat rekenen leuk en relevant moet maken. Daar slagen ze wonderwel in. Een leuk en verantwoord kinderkadootje voor de feestmaand.
Het uitgangspunt stemt de verwachtingen hoog: wat gebeurt er als groep 7 van de Rover Hoepsika-school de helft van het saaie rekenboek mag overslaan in ruil voor elke week één rekenvraag over het echte leven, die de klas zelf moet bedenken? Het resultaat is een mooi vormgegeven afwisseling van scènes uit het school- en privéleven van zo’n harmonieuze multiculturele klas die je beduidend vaker in kinderboeken tegenkomt dan in het echt, met in stripvorm uitgewerkte rekenvragen.
Bij mij thuis hadden mijn 11-jarige en ik na de eerste vragen ‘hoe win je alle spelletjes’ en ‘hoe lang zou het lopen zijn naar de maan als er een brug was?’ de smaak te pakken. Fijn ook vonden we het om te merken dat er rekenkundig vaak meerdere wegen naar Rome leiden, als we weer eens een heel andere methode hadden gehanteerd dan het boek, maar wel op een vergelijkbare uitkomst kwamen.
‘Leuk dat het niet alleen maar sommetjes zijn, maar ook vragen waar je iets van leert, bijvoorbeeld of alle ijsjes even koud zijn,’ oordeelde mijn dochter. Dat blijkt namelijk niet zo te zijn. Amerikaans ijs is doordat het vetter en zoeter is maar liefst zeven graden kouder dan Italiaans ijs. Daar past dan natuurlijk weer een som over Celsius en Fahrenheit bij. Het boek bevat veel leuke weetjes en fascineert als het bijvoorbeeld de kosmische kalender tekent: de hele wereldgeschiedenis samengebald in één jaar. Het hele gezin was onder de indruk van het googolplex. De eenvoudige googol – waar Google naar genoemd is – is een 1 met 100 nullen, maar het Googolplex is een 1 met googol nullen.
Regelmatig zorgt het boek ook voor filosofische vragen op de bank. Wanneer ben je rijk? Duizend euro sparen van je zakgeld duurt 20 jaar, maar in de grote-mensen-wereld stelt het nu ook weer niet zo heel veel voor. ‘Als je vier huizen bezit,’ oppert mijn dochter. Niet als je er drie hebt dan? ‘Ja, dan eigenlijk ook wel.’ De rekenvraag legt vervolgens graankorrels op een schaakbord. We leren waarom je denkt dat je vaker in de langzaamste rij staat en waarom 1089 zo’n bijzonder getal is. En we ontmoeten Wim Klein, het Amsterdamse rekenwonder, dat in 1981 in anderhalve minuut hoofdrekenend de dertiende-machtswortel vond van een getal van twee lange regels.
Helaas was het niveau van de vragen soms wat wisselend en zijn we de intermezzo’s over ruzietjes en verliefdheden op een gegeven moment gaan overslaan. Maar gemiddeld geven we een acht en een half, dus wat ons betreft kan wie nog een leuk en verantwoord kinderkadootje zoekt voor de feestmaand ophouden met zoeken.