De voorgenomen aanscherping van de CO₂-heffing voor Nederlandse afvalenergiecentrales (AEC’s) heeft tot onrust geleid binnen de afvalverwerkingssector. De regering wil de CO₂-reductie-eis voor deze centrales optrekken van 35% naar maar liefst 80% in het Belastingplan 2025. Dit percentage ligt fors hoger dan de 43% reductie die voor andere industriële sectoren geldt. De Vereniging Afvalbedrijven (VA) waarschuwt dat deze stap niet alleen zal leiden tot hogere kosten voor burgers en bedrijven, maar ook een negatieve impact kan hebben op de milieudoelen.
Sinds de invoering van de CO₂-heffing in 2021 hebben verschillende AEC’s al honderden miljoenen euro’s geïnvesteerd in CO₂-afvangtechnologieën om de huidige reductie-eis van 35% te kunnen behalen. Volgens de VA komt de nieuwe, scherpe reductiedoelstelling echter onverwacht, en overstijgt deze de geplande investeringen. De branchevereniging stelt dat de nieuwe eisen onhaalbaar zijn zonder extra steun of een herziening van het beleid. “Dit leidt alleen maar tot een forse kostenstijging voor burgers en bedrijven, het weglekken van afval naar andere landen en het zet de CO₂-reductie op losse schroeven,” aldus de VA.
Nationale kop op Europese regels: hogere lasten voor burgers en bedrijven
De verhoogde CO₂-heffing, vaak aangeduid als een ‘nationale kop’ op Europese wetgeving, is volgens de VA in strijd met de beginselen van het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma. Deze beleidsverankering zorgt er, aldus de branchevereniging, voor dat de kosten voor afvalverwerking sterk stijgen, met gevolgen voor zowel huishoudens als bedrijven. “Alle 12 AEC’s in Nederland hebben afgelopen zomer op verzoek van de Rijksoverheid meegewerkt aan een verkenning naar mogelijkheden om via ‘maatwerkafspraken’ meer dan 35% CO₂-reductie te realiseren,” legt de VA uit. Het adviesrapport dat uit deze verkenning is voortgekomen, zou echter nog niet aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd.
De VA vreest dat de stijgende heffingen afvalverwerking in Nederland minder aantrekkelijk maken, wat kan leiden tot export van afval naar het buitenland. Veel andere Europese landen hanteren lagere verbrandingsbelastingen en minder strenge emissie-eisen. Dit zou niet alleen de bedrijfscontinuïteit van Nederlandse AEC’s onder druk zetten, maar ook resulteren in meer emissies door minder efficiënte verwerking elders in Europa.
Belang van AEC’s voor warmtenetten en de energietransitie
Nederlandse AEC’s zijn een cruciale warmtebron voor warmtenetten, die onder andere woningen, bedrijven en tuinbouw van duurzame warmte voorzien. De sector ondersteunt hierdoor de energietransitie en vermindert de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht dat tegen 2030 nog eens 70.000 woningen op dergelijke warmtenetten worden aangesloten.
De VA doet een dringende oproep aan de overheid om de verhoogde heffing voorlopig op te schorten en ruimte te bieden aan lopende CO₂-afvangprojecten. De sector stelt voor om de reductiedoelstelling van 43%, die ook voor de industrie geldt, over te nemen en tegelijkertijd in te zetten op maatwerkafspraken en Europees afgestemd beleid. “Een effectieve oplossing ligt in maatwerkafspraken, een gelijk speelveld en Europees afgestemd beleid. De branche kan dan echt werk maken van de klimaatdoelen en van groene groei,” besluit de VA. Met deze oproep hoopt de sector op een evenwichtige benadering, waarin de milieudoelen worden nagestreefd zonder de economische lasten voor burgers en bedrijven onnodig te verhogen.