De recent gepubliceerde R&D Top 30 toont aan dat Nederland achterblijft in het behalen van haar R&D-ambities. Vooral ASML speelt een dominante rol in de verdeling van deze investeringen, met als resultaat een sterk geconcentreerd innovatielandschap. Deze afhankelijkheid roept vragen op over de veerkracht van de Nederlandse economie. TNO Vector biedt inzichten die relevant zijn voor het vormgeven van toekomstbestendig beleid.
ASML is met haar unieke positie in de halfgeleiderindustrie een zogenaamd control point, een concept dat ook door TNO Vector wordt onderzocht om economische afhankelijkheden beter te begrijpen. Door de technologische complexiteit van haar machines en de hoge toetredingsdrempels heeft ASML een sleutelpositie verworven. De R&D-uitgaven van ASML zijn tussen 2016 en 2023 gestegen van 744 miljoen naar 2,8 miljard euro. Hoewel dit indrukwekkend is, maakt deze groei Nederland tegelijkertijd kwetsbaar, omdat de totale R&D-uitgaven van het land structureel achterblijven bij de 3%-doelstelling.
TNO Vector wijst erop dat dergelijke afhankelijkheden de veerkracht van een economie onder druk kunnen zetten. Nederland kent een sterke concentratie van R&D in Noord-Brabant, met ASML als spil in de machinebouwsector. Dit roept de vraag op: wat gebeurt er als deze sector te maken krijgt met disrupties, zoals geopolitieke spanningen of technologische veranderingen?
Nokia: een waarschuwing uit het verleden
Een belangrijke les komt uit Finland, waar Nokia decennialang een vergelijkbare rol vervulde in de ICT-sector. Dit R&D-intensieve bedrijf was in de jaren ’90 een pijler van de Finse economie. Maar door de opkomst van concurrenten zoals Apple en Samsung verloor Nokia rond 2010 haar marktdominantie. Dit leidde tot massale ontslagen, een daling in R&D-uitgaven en een structurele achterstand op de nationale innovatieagenda. Finland worstelt sindsdien om haar R&D-doelstellingen opnieuw te behalen.
TNO Vector benadrukt dat dergelijke economische afhankelijkheden kwetsbaarheden met zich meebrengen, zeker in sectoren met een hoog control point zoals ASML. Net als Finland riskeert Nederland een ernstige economische klap als dit control point onder druk komt te staan.
Lessen voor Nederland
Om de Nederlandse innovatiepositie te versterken en risico’s te beperken, kunnen de volgende lessen volgens TNO Vector uit de Nokia-casus worden getrokken:
- Diversificatie van het innovatielandschap
Nederland moet inzetten op meerdere R&D-intensieve sectoren. Mogelijke kandidaten zijn farma/biotech (bijvoorbeeld Johnson & Johnson) en digitale platforms (zoals Booking.com). Door ook startups en mkb-bedrijven te stimuleren, kan Nederland een breder en veerkrachtiger innovatie-ecosysteem opbouwen. - Uitbreiding vanuit bestaande sterktes
De opgebouwde expertise van ASML kan worden gebruikt als springplank naar andere sectoren. Dit kan bijvoorbeeld via spin-offs en samenwerking met andere industrieën. Zo wordt de kennisbasis verbreed zonder volledig afhankelijk te blijven van één bedrijf. - Behoud van control points
Het vestigingsklimaat moet aantrekkelijk blijven voor bedrijven als ASML. Initiatieven zoals ‘project Beethoven’ kunnen hieraan bijdragen. Daarnaast is het belangrijk om het innovatie-ecosysteem rond ASML te versterken en lock-ins te voorkomen. - Investeren in regionale ecosystemen
De regio Eindhoven laat zien hoe clustering van bedrijven innovatie kan stimuleren. Een vergelijkbare aanpak kan worden toegepast om nieuwe innovatiehubs te ontwikkelen in andere delen van Nederland.
De inzichten van TNO Vector maken duidelijk dat Nederland niet alleen moet inzetten op groei via ASML, maar ook op het ontwikkelen van een breder, veerkrachtiger innovatielandschap. Het Nokia-effect in Finland toont aan hoe groot de risico’s zijn van een te grote afhankelijkheid van één sector. Door diversificatie, strategisch gebruik van bestaande control points en gerichte investeringen kan Nederland haar innovatiekracht toekomstbestendig maken.
Meer informatie over dit onderwerp en aanvullende analyses zijn beschikbaar via dit artikel.