Nieuws
0

Zie ginds gaat de emissievrije boot

Mark van der Heijden

Grote veranderingen zijn nodig om de wereld op een goede manier achter te laten. Dat is de overtuiging van het nieuwe bedrijf Zero Emission Services. En dit ambitieuze bedrijf maakt precies zo’n grote verandering mogelijk met emissievrije binnenvaart.

Het idee van Zero Emission Services (ZES) is simpel uit te leggen. In plaats van met vervuilende dieselmotoren gaan binnenvaartschepen varen met een elektrische aandrijving en (enorme) batterijen als energiebron. Die batterijen kunnen bijvoorbeeld tijdens het laden en lossen van de vracht worden verwisseld – zoals u thuis snel de lege batterijen uit een zaklamp haalt en vervangt door volle batterijen.

Dat laatste is natuurlijk gemakkelijk zelf te doen, maar dat is het op de schaal van binnenvaartschepen niet. Achter ZES staat daarom een consortium van vier partijen: ING, energie- en technisch dienstverlener ENGIE, maritiem technologiebedrijf Wärtsilä en het Havenbedrijf Rotterdam. Belangrijk bij de start zijn ook logistiek bedrijf CCT en Heineken, die zich ieder voor tien jaar aan ZES hebben verbonden.

‘Emissievrije binnenvaart vraagt om een systeemverandering door het loskoppelen van de energievoorziening van de aandrijving’, zegt Willem Dedden, de kersverse directeur (sinds 1 juni) van Zero Emission Services. ‘ZES gaat die energie aanbieden door middel van ZESpacks, containers vol met batterijen. De ZESpacks hebben een modulaire opzet van standaard 20-voets containers met een gestandaardiseerde aansluiting. Daarmee bindt ZES zich niet aan een specifieke energietechnologie of specifieke leverancier. Dat maakt dat het concept schaalbaar, betrouwbaar en flexibel is.’

Blijkt bijvoorbeeld dat in de toekomst waterstof een betere energiedrager is, dan kan daar relatief eenvoudig naar worden overgestapt in een ZESpack. ‘Dit maakt het aantrekkelijk voor de schipper om in te stappen, omdat hij daarmee toekomstvast gaat werken. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn, hoeft de schipper daarin geen keuze te maken.’

Dedden weet echter dat systeemverandering tijd kost. ‘Wie koopt een elektrische auto als je niet kunt opladen? En wie investeert er in een laadstation als er niet genoeg auto’s langs komen om op te laden?’ Daarom is de samenwerking van de zes bedrijven zo belangrijk om dit innovatieve project van de grond te krijgen.

Zo neemt het Franse energiebedrijf Engie de energievoorziening voor zijn rekening. ‘Een belangrijk principe’, vertelt Brendan Wauters, director business development Engie, ‘is dat een ZESpack op verschillende schepen gebruikt kan worden en dat de laadstations meerdere types ZESpacks kunnen opladen. Vandaar dat het ontwikkelen van degelijke standaarden en protocollen van bijzonder belang wordt.’

Het wisselen van de ZESpacks zal volgens hem geen problemen opleveren; uit onderzoek blijkt dat een binnenschip 40 % van de tijd stil ligt, bijvoorbeeld omdat er vracht moet worden geladen of gelost. De capaciteit van de ZESpacks is ongeveer 2 MWh; goed voor ongeveer vijf uur varen, net voldoende voor de afstand Alphen aan de Rijn-Moerdijk.

De gebruikte energie is voor 100 % van groene oorsprong, verzekert Wauters. Sterker, de ZESpacks kunnen daarbij flexibiliteit aan het net leveren. ‘Het gevolg van steeds meer hernieuwbare energiebronnen, is dat deze per definitie minder stabiel zijn. De ZESpacks kunnen netstabilisatie bieden door te zorgen dat vraag en aanbod in evenwicht blijft.’ In andere woorden: ze kunnen worden opgeladen als de zon schijnt of de wind waait.

ING treedt op als investeerder in ZES en heeft een innovatieve financieringsvorm ontwikkeld op basis van pay-per-use, zegt Ruud van Dusschoten, ceo van ING Nederland. ‘Door deze financieringsvorm hoeft een scheepseigenaar niet zelf de transitie te betalen en loopt deze geen financieel risico op de energiedrager. De scheepseigenaar betaalt alleen voor gebruik.’

Wel zal een schipper een elektrische aandrijflijn moeten hebben en dus mogelijk zijn schip moeten aanpassen. ‘De financiering van de schepen wordt verstrekt door een bank en zeker gesteld met een hypotheek. Het is daarom logisch dat de bank die het schip financiert ook de aanpassing van de aandrijflijn financiert. Dat kan ING zijn, maar er zijn ook andere banken heel actief in de binnenvaart.’

Van Dusschoten houdt de scheepseigenaren voor dat de keuze voor een elektrische aandrijflijn nu urgent is. ‘Nieuwe motoren moeten sinds 1 januari van dit jaar voldoen aan de Fase V NRMM-normen voor emissies. Het is nu dus een heel logisch beslismoment voor een investering in techniek.’

Zonder de bijdragen van maritiem technologiebedrijf Wärtsilä en het Havenbedrijf Rotterdam te kort te willen doen, Heineken en diens vaste vervoerder CCT zetten een belangrijke eerste stap richting een succesvolle uitrol. De bierbrouwer vervoert jaarlijks ongeveer 70.000 containers van zijn brouwerijen naar de havens in Rotterdam en Antwerpen. Heineken en CCT zullen voor dat transport de komende tien gebruik maken van ZES.

CCT bezit behalve terminals in Alphen aan de Rijn en in Moerdijk ook drie containerschepen, waarvan er twee al een volledig elektrische aandrijving hebben. Een daarvan, de Alphenaar, zal voor het einde van dit jaar volledig elektrisch tussen die twee terminals varen.

Door alleen tussen de eigen terminals te varen, houdt CCT de vinger aan de pols. ‘Varen met ZESpacks is iets nieuws’, verklaart Luc Smits, directeur van CCT. ‘We maken gebruik maken van een wisselbatterij, die minder energie bevat dan een volle dieseltank, dus zullen we moeten kijken hoe zich dat ontwikkelt.’

‘We willen elektrisch varen optimaal testen en uitproberen. Dan is het varen tussen twee eigen terminals handiger om vertragingen op te lossen door snel in te grijpen. Daarbij is Moerdijk centraal gelegen tussen Antwerpen en Rotterdam’, vult Smits aan. CCT zal in de beginperiode de kosten van het laden en lossen van het schip zelf dragen.

Vaart eind dit jaar pas het eerste binnenvaartschip volledig elektrisch, ZES kijkt al veel verder. ‘Onze ambitie is dat in 2030 150 schepen emissievrij varen. Daarvoor denken we zo’n 300 ZESpacks en twintig laadstations nodig te hebben. Daarmee kunnen we 25 % van de binnenvaartcontainermarkt bedienen’, zegt Dedden.

Hij heeft vertrouwen in de toekomst van ZES – en niet alleen omdat hiermee het milieu gespaard wordt en schippers voldoen aan alle eisen wat betreft uitstoot. ‘We zullen de schipper een propositie kunnen voorleggen, waarbij de kosten gelijk zullen zijn aan die op fossiele basis. Daarbij rekenen we ook op de ontwikkeling in batterijtechnologie. De verwachting is dat de prijs van de batterijen omlaag en de capaciteit omhoog zal gaan.’

Dedden besluit: ‘De ambitie van ZES is om in een keer een grote stap te nemen naar een emissievrije binnenvaart. Daarmee levert de sector een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en versterkt de binnenvaart zich als een moderne transportmodaliteit.’

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×