Michael Persson
Autonoom rijden is de toekomst, maar die is niet helemaal vrij van zorgen, betoogt Michael Persson. Vooralsnog worden bestuurders alleen maar nerveuzer, en fabrikanten doen hun uiterste best alle verantwoordelijkheden af te schuiven.
Soms wordt de toekomst gewoon opgestuurd. Sinds vorige week kunnen bezitters van een Tesla voor $ 2.500 een pakketje software downloaden waarmee ze hun auto in een robot kunnen veranderen. Dan kunnen de armen over elkaar: de Tesla rijdt vanzelf, en is de eerste semi-autonome auto voor consumenten. De auto wordt echt auto.
Er zijn concurrenten met vergelijkbare functies, zoals de S-klasse van Mercedes. Maar daar moet je het stuur nog blijven vasthouden – zoals in de meeste landen in Europa ook verplicht is. Tesla heeft daar, als echte disrupter uit Silicon Valley, lak aan en geeft de wetgever het nakijken: hier, zo hard gaan we, kijk maar of je ons kunt volgen.
Hier in Amerika mag je wel met losse handen rijden. Dat is wonderlijk, in een land waarin zelfs kinderen een helmpje op krijgen als ze op een step stappen. Het veiligheidsfetisjisme heeft kennelijk wat losse eindjes, een erfenis van de anarchistische pioniersgeest die onderdeel is van de Amerikaanse mentaliteit.
En dus verschenen de afgelopen dagen de eerste filmpjes van mannen die het nieuwe snufje uitprobeerden. Veel ge-wow, maar ook veel zenuwachtig gegiechel, en angstige blikken als de auto een langzaam rijdende voorganger nadert. ‘Hoe is het mogelijk dat dit legaal is?’, roept een van de testers uit.
De Tesla blijft keurig in zijn rijstrook, maar alleen als de markering goed zichtbaar is. Je kunt de Tesla van baan laten veranderen met de richtingaanwijzer, maar dat gaat in een van de filmpjes een keer bijna mis. En bij het optrekken versnelt zo’n elektrische krachtpatser als een achtbaanwagentje – wat opwindend is, maar toch wat ongemakkelijk voelt als je niet precies weet op welke rails hij rijdt.
Het rijden zou relaxter moeten worden, zegt een van de testers, maar het wordt juist nerveuzer. ‘Het voelt net alsof je naast een vijftienjarige zit die nog nooit gereden heeft. Bij elke manoeuvre denk je: wat gaat-ie doen?’
Dat klopt in zekere zin ook. Dit is een bèta-versie, aldus Tesla-baas Elon Musk bij de presentatie. Hij verwacht snel verbetering: de Tesla is niet alleen zelfrijdend, maar ook zelflerend. De auto’s vormen samen een neuraal netwerk, waardoor de automatische piloot met de week slimmer wordt. Toch zijn daar grenzen aan, want het aantal sensoren is beperkt; achteruitkijken is er nauwelijks bij. Musk raadt de bestuurders dan ook aan zelf te blijven opletten.
Daarmee is dit een bijzonder moedige manier van innoveren – zomaar een halfbakken systeem op de weg gooien – maar tegelijkertijd ook een gemakkelijke. De aansprakelijkheid blijft volledig bij de bestuurder liggen. De techniek mag dan wel autonome beslissingen nemen, maar voelt nog geen enkele verantwoordelijkheid. Pas op het moment dat Tesla die stap durft te zetten, is de toekomst echt gearriveerd.
Michael Persson is wetenschapsjournalist en correspondent voor De Volkskrant in New York.