Achtergrond

5 gamechangers in de eiwittransitie: de megastal uit, de bioreactor in

© Those Vegan Cowboys. Koe Margaret in het laboratorium

Meer dan 250 bedrijven in Nederland dragen bij aan de eiwittransitie. Een deel van hen werkt aan nieuwe eiwitbronnen en technologieën. Met name kweekvlees en precisiefermentatie liggen onder het vergrootglas. Maak kennis met 5 gamechangers.

Van economische kansen tot technologie; Nederland heeft alles in huis om te pionieren in de eiwittransitie. De shift naar een voedselsysteem met minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten is nodig, want over enkele decennia kunnen we de wereld niet meer voeden zoals we nu doen. Dat komt onder meer doordat de productie van vlees en zuivel inefficiënt is. Ook draagt de bioindustrie bij aan de klimaatcrisis en is de veestapel een risicofactor voor pandemieën.

De eiwittransitie zorgt voor een efficiënter, duurzamer, schaalbaarder, veiliger, gezonder en diervriendelijker voedselsysteem met nieuwe verdienmodellen. De afgelopen 25 jaar is de verhouding tussen plantaardig en dierlijk eiwit in onze voeding veranderd van ongeveer 3:6 naar 4:6. Diverse partijen willen dat de balans in 2030 is gekanteld: 60% plantaardig eiwit, 40% dierlijk eiwit. Overheid, universiteiten, hoge scholen, stichtingen en bedrijven werken volop samen om de shift aan te moedigen. Dat gebeurt onder andere met de ontwikkeling van nieuwe eiwitbronnen en efficiëntere productiesystemen. Denk daarbij aan dierlijke eiwitten uit het lab (zie Those Vegan Cowboys, Mosa Meat en revyve), andere dierlijke eiwitten (zie Protix) en nieuwe plantaardige eiwitbronnen (zie AlgaePARC).

Over enkele decennia kunnen we de wereld niet meer voeden zoals we nu doen”

Geremd door regels

Jarenlang stond Nederland vooraan met innovaties en primeurs, met als paradepaardje het eerste patent op kweekvlees in 1999. Maar inmiddels dreigt Nederland achterop te raken. Bijna alles is er om kweekvlees en andere novel foods naar de schappen te brengen, maar binnen de Europese Unie verloopt de regelgeving rondom nieuwe voedingsmiddelen uitzonderlijk traag. Mede daardoor vertrekken veelbelovende start-ups naar landen als Singapore en de Verenigde Staten, waar kweekvlees wel is toegestaan.

Kweekvleesstart-ups Meatable en Mosa Meat wisten desondanks in 2023 een akkoord te regelen met de Nederlandse overheid. Als eerste land in de EU mogen mensen in Nederland binnenkort, onder beperkte voorwaarden, kweekvlees en -vis proeven.

Those Vegan Cowboys

“Meet Margaret. The world’s first milk giving stainless steel cow.” De branding van de in Gent gevestigde start-up Those Vegan Cowboys is doorgevoerd in alles. Head cowboys zijn Jaap Korteweg en Niko Koffeman, die het project financieren met geld uit De Vegetarische Slager, het merk dat ze in 2018 aan Unilever verkochten. De missie van de cowboys is echte, grasgevoerde kaas maken, maar dan zonder tussenkomst van een dier.


© Those Vegan Cowboys. Kaas van plantaardige caseïne.

Stalen koe Margaret staat symbool voor een set bioreactoren in de Gentse faciliteit. Voordat de cowboys arriveerden, ontwikkelden de onderzoekers in het lab een fermentatieproces voor de productie van een zoogdiereiwit, dat inzetbaar is in de farmaceutische industrie. Toen dat gelukt was, zagen Korteweg en Koffeman hun kans om de boel over te nemen. Ze wilden namelijk een ander zoogdiereiwit maken, caseïne. Normaal gesproken is dit eiwit alleen aanwezig in dierlijke melk. Het molecuul heeft een unieke, bolvormige structuur die ervoor zorgt dat de eiwitten in melk samenklonteren nadat je een enzymenmengsel (stremsel) hebt toegevoegd. Met behulp van enkele andere ingrediënten en een boel roeren, rolt daar uiteindelijk een blok kaas uit.

Caseïne is dé sleutelstof voor kaas en de functie ervan is niet na te bootsen met bestaande plantaardige eiwitten. Dankzij precisiefermentatie kunnen micro-organismen het in theorie prima produceren, maar een geschikt organisme vinden bleek lastig. Daarom loofde Those Vegan Cowboys een prijs uit van € 2,5 miljoen aan de persoon die een organisme vond dat gras efficiënt kan omzetten in caseïne. In 2022 presenteerden de cowboys hun eerste labkaasje. Of het lekker is weet alleen niemand, want proeven is nog niet toegestaan.


© Those Vegan Cowboys. Jaap en koe Margaret

Mosa Meat

In 2013 presenteerde Mark Post, oprichter van het in Maastricht gevestigde Mosa Meat, de eerste kweekvleesburger live op televisie. Een voedingswetenschapper mocht de burger proeven. Ze vond ‘m wat droog, maar de smaak was prima. Het stukje kweekvlees kostte destijds € 250.000.

Kweekvleesmakers beloven dat het met de prijs van hun producten wel goed komt, mits ze voldoende kunnen opschalen. Een kweekvleesburger begint met een kleine spierpunctie uit de bil van een koe. Uit zo’n monster van enkele millimeters groot kun je 80.000 burgers kweken in 8 weken tijd. Ter vergelijking: één geslachte koe van een paar jaar oud levert zo’n 300 kilogram vlees, ongeveer 3000 porties.


© Mosa Meat. De kweekvleesburger van Mosa Meat, beeld: Mosa Meat (Redwan Farooq)

Spoedcursus burgers b(r)ouwen

Uit het stukje weefsel van de koe worden spierstamcellen geïsoleerd. In een bioreactor met groeimedium delen die cellen tientallen keren. Vervolgens ontwikkelen de stamcellen zich tot spiercellen. Dan moet je nog van een cellensoep tot een structuur komen. Daarvoor krijgen de cellen een mal om tegenaan te groeien. De mal wordt grotendeels weer afgebroken door het spierweefsel, maar niet helemaal. Het moet dus bestaan uit eetbaar materiaal.

Op dezelfde manier kun je vetstamcellen opkweken. Om een echt lekkere burger te maken, moeten vet- en spiercellen uiteindelijk in één vat kunnen groeien. De burger uit 2013 bevatte nog helemaal geen vet, vandaar de droge textuur. Een andere technologische uitdaging is het groeimedium. Deze bestond tijdens de eerste onderzoeksfases uit het kostbare en dieronvriendelijke kalfsserum, omdat veel cellen daar goed op groeien. Inmiddels heeft Mosa Meat een alternatief, diervrij medium ontwikkeld dat per koeiensoort en celtype moet worden aangepast. De start-up gaf het recept vrij in 2021 om de ontwikkeling van kweekvlees wereldwijd te bevorderen.

Revyve

In 2019 richtten Corjan van den Berg en Edgar Suarez in Wageningen FUMI Ingredients op, wat later revyve werd. Revyve maakt onder andere plantaardige eiwitten die qua functionaliteit lijken op eiwitpoeder van kippeneieren. Kippenei-eiwit is een uniek en veelzijdig ingrediënt dat je terugvindt in allerlei levensmiddelen, zoals vleesvervangers, bakkerijproducten, sauzen en snacks. Je kunt er onder meer mee binden, emulgeren, schuimen en geleren.

De voedingsmarkt snakt naar een plantaardig alternatief, maar de functies van eiwitpoeder van kippeneieren zijn lastig na te bootsen, laat staan in één ingrediënt. FUMI Ingredients ontwikkelde en patenteerde een fermentatietechnologie om eiwitten te produceren met behulp van biergist, een restproduct uit de productie van bier. Deze nieuwe eiwitten bleken de klus te klaren.

In 2022 ging FUMI Ingredients een samenwerking aan met ABinBev, de grootste brouwerijketen ter wereld. De start-up werd omgedoopt tot revyve en is inmiddels een scale-up. In 2023 haalde het bedrijf miljoenen aan financiering op. Revyve upcyclet het afvalgist tot diverse vezels en eiwitten. De ingrediënten vervangen dierlijke ingrediënten en E-nummers. Het bedrijf zet dan ook vooral in op clean-label als motivator voor de producten.

Protix

Protix pioniert in de kweek, veredeling en verwerking van eiwitten en vetten uit insecten, met als focusdier de (larven van de) zwarte soldaatvlieg. Lokale restproducten uit de levensmiddelenindustrie vormen het voer voor de insecten. De insecten worden vervolgens gebruikt voor het maken van diervoeder. Daarmee dicht Protix de keten en wordt de productie circulair. De eiwitten en vetten van Protix zijn bovendien vervangers voor soja en palmolie. Veruit de meeste soja wordt verwerkt in diervoeder en de productie drukt, net als die van palmolie, op het milieu.

© Protix. De verticale landbouw van Protix.

Het bedrijf bevat diverse patenten en is oprichter van het IPIFF (International Platform of Insects for Food and Feed). IPIFF was kartrekker in de missie om het gebruik van insecteneiwitten in diervoeder goedgekeurd te krijgen door de Europese Unie. Dat lukte in 2021. Ook gaf de Europese Commissie dat jaar groen licht om de meelworm, sprinkhaan en krekel toe te laten als novel food voor menselijke consumptie.

AlgaePARC

AlgaePARC (Algae Production and Research Center) is geen bedrijf, maar MKB’ers en start-ups mogen de proeffabriek in Wageningen wel gebruiken. Onder andere FUMI Ingredients, lees meer in het kader over revyve, werd opgericht na onderzoek bij AlgaePARC. In het onderzoekscentrum staan meterslange buizen waarin microalgen groeien onder blootstelling van licht (fotosynthese). Dat doet het eencellige plantje sneller en makkelijker dan welke plant dan ook.


© Wageningen University & Research, AlgaeParc

Jarenlang leken microalgen in potentie geschikt als biodiesel, maar mede door de relatief slechte efficiëntie en opkomst van elektrische auto’s, is die interesse wat ingedamd. Naast brandstoffen zet AlgaePARC in op de productie van chemicaliën, materialen en voeding. Als voedingsmiddel zijn algen juist zeer efficiënt in vergelijking met huidige eiwit- en oliebronnen. Algen kunnen als vervanger dienen voor diverse eiwitten (denk aan sojaeiwit in diervoeder), palmolie en visolie (algen zijn de originele bron van omega-3-vetzuren).


Je las zojuist een gratis premium artikel op TW.nl. Wil je meer van dit? Abonneer dan op TW en krijg toegang tot alle premium artikelen.


 

Onderwerp: Duurzaamheid

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten