redactie
Het Nederlandse ruimte-instrument SPEXone is flink door elkaar geschud en gerammeld. Daarna onderging de apparatuur grote temperatuurveranderingen; het werd verhit tot 60°C en vervolgens wisselende de temperatuur tussen 50°C en -30°C. Het instrument slaagde met vlag en wimpel voor deze omgevingstesten.
De testen tonen dat de apparatuur en het ingebouwde temperatuurregelsysteem naar behoren werkt en dat het de zware omstandigheden tijdens de raketlancering en in de ruimte aan kan. Eind dit jaar en begin volgend jaar zullen nog enkele prestatie- en kalibratietesten volgen, waarna SPEXone naar NASA in de VS reist om in de PACE-satelliet geïntegreerd te worden.
De PACE-satelliet, die in 2023 wordt gelanceerd, zal vanuit een baan om de aarde klimaatonderzoek doen door te kijken naar wolken, aerosolen en plankton in oceanen. Het doel is om de gezondheid van de oceanen en de atmosfeer in kaart te brengen.
Het SPEXone-instrument zal onderdeel uitmaken van het aerosolonderzoek dat kijkt naar kleine deeltjes zoals zeezout, woestijnstof en as van bijvoorbeeld bosbranden dat in de atmosfeer zweeft. Dat deze deeltjes invloed hebben op klimaatverandering en luchtvervuiling is duidelijk, maar er is weinig bekend over welke rol ze precies spelen. Sommige kunnen de opwarming versterken terwijl andere het mogelijk afremmen. SPEXone gaat de afmetingen, samenstelling, vorm en het zonlicht absorberende of weerkaatsende vermogen van aerosolen achterhalen. Het instrument is daarom zo ontworpen dat het zowel de kleur en intensiteit als de polarisatie van het licht van de atmosfeer nauwkeurig kan meten.
Het SPEXone-instrument wordt geleverd door SRON Netherlands Institute for Space Research en Airbus Defence and Space Netherlands, ondersteund door TNO.
