Mischa Brendel
Het is onduidelijk of de overheidsinvesteringen voor innovatiebeleid sinds het kabinet Balkenende II enig effect hebben gehad. Dit blijkt uit het rapport ‘Innovatiebeleid’ dat de Algemene Rekenkamer (AR) eind september presenteerde.
Sinds 2003 hebben verschillende kabinetten geprobeerd innovatie in Nederland te stimuleren. Om dit te bewerkstelligen steeg het innovatiebudget van 1,3 miljard euro in 2003 tot 3,7 miljard euro in 2010. Het huidige kabinet zet deze trend voort: het wil de investeringen in het bedrijvenbeleid (waarbij het in principe om dezelfde innovatie-investeringen gaat) verhogen tot 3,8 miljard euro in 2015. Het grootste verschil met het eerdere innovatiebeleid is dat minister Verhagen van EL&I meer inzet op fiscale regelingen in plaats van de subsidies die zijn voorgangers verstrekten.
Het doel van deze investeringen is de vergroting van het innovatief vermogen van de Nederlandse economie. Volgens de AR is echter totaal niet duidelijk of het aantal bedrijven dat innoveert sinds 2003 is gestegen. De AR zegt over de bevindingen het volgende: ‘Onze hoofdconclusie is dat de doeltreffendheid en doelmatigheid van het innovatiebeleid in de periode 2003-2010 niet zijn vast te stellen. Zo hebben we niet kunnen vaststellen of de verdubbeling van de uitgaven aan innovatiebeleid van 1,8 miljard euro in 2003 naar 3,7 miljard euro in 2010 heeft geleid tot vergroting van het innovatief vermogen.’ Verder laat de AR weten dat het aandeel investeringen in r&d van het totaal aantal private investeringen in het bedrijfsleven niet is gestegen, maar juist gedaald (van 1,01 procent in 2003 naar 0,88 procent in 2009).
De doelstelling van de overheid was eerder om in 2008 in de globale top vijf te staan van economieën met het grootste concurrentievermogen. In 2011 is Nederland echter nog niet verder gekomen dan een zevende plaats. Nederland is dan ook geen leider, maar al jaren een volger in innovatie.
Volgens de AR moet de minister zich inspannen om de effecten van het innovatiebeleid zichtbaar te maken. Momenteel is niet openbaar welke bedrijven hoeveel geld krijgen en wat zij precies met dit geld doen.
De minister moet er dan ook voor zorgen dat het innovatiegeld te volgen is tot aan het bedrijf dat het geld ontvangt. Als voorbeeld wordt de Amerikaanse website www.recovery.gov genoemd.