Dorine Schenk
De robotbootjes die MIT en het Amsterdam Institute for Metropolitan Solutions (AMS Insitute) samen ontwikkelen, kunnen een nieuw trucje. Ze zijn in staat om zelfstandig aan elkaar of los te koppelen om zo drijvende structuren, zoals tijdelijke bruggen, te vormen in de Amsterdamse grachten.
De zogeheten “roboats” worden ontwikkeld om autonoom door de grachten van de Nederlandse hoofdstad te varen om daar mensen en goederen te vervoeren, afval te verzamelen en nu dus ook drijvende structuren te vormen. Door een tijdelijke brug of extra loopruimte te creëren kunnen de autonome bootjes de drukte verlichten in het centrum. Andere toepassingen die de onderzoekers noemen zijn: een tijdelijk platform voor een drijvende markt of een concert op de grachten.
Eind augustus publiceerden de onderzoekers een artikel waarin ze beschrijven hoe de roboats zo aan elkaar vast klikken en zo efficiënt mogelijk drijvende structuren vormen. Een algoritme plant, meet en coördineert hierbij de beweging van de roboats.
Om alles zo soepel mogelijk te laten verlopen werden de roboats in twee categorieën verdeeld: de coördinatoren en de werkers, elk met vier schroeven en een mechanisme met sensoren om autonoom aan andere bootjes vast te klikken. Het verschil tussen de twee is dat de coördinatoren ook beschikken over GPS en meetsystemen om de snelheid en oriëntatie te bepalen.
Een coördinator met een of meer werkers eraan vast gekoppeld, vormt één systeem. Hierbij stuurt de coördinator de bijbehorende werkers aan. Meerdere van die systemen vormen samen een brug of platform. Hierbij kijkt elk systeem of hij zich moet verplaatsen en wat in dat geval de meest optimale en botsingsvrije route is. Vervolgens verplaatsen de systemen zich een voor een naar de juiste positie en klikken daar vast aan de andere systemen.
De onderzoekers testte deze techniek met schaalmodellen van de roboats. Deze zijn een meter lang en een halve meter breed. Uiteindelijk zullen de autonome boten 4 bij 2 m groot worden. De bootjes herschikte zich in enkele minuten tot kleine, simpele structuren zoals vierkanten of een ‘L’-vorm. Grotere constructies kosten meer tijd.