Benno Boeters
De gemeente Delft, spoorbeheerder ProRail en aannemer Strukton Rail vonden het vorige week donderdag een mijlpaal in de aanleg en dus mochten journalisten door de Delftse spoortunnel lopen en getuige zijn van het storten van de eerste ballaststenen.
De grijze stenen uit België worden per schip aangevoerd naar de Delftse Schie en overgeladen op dumpers die vervolgens de tunnel inrijden en hun lading lossen. Als de stenen goed geëgaliseerd zijn kunnen de betonnen bielzen erop en daarna de rails.
De oostbuis van de 2,3 km lange spoortunnel ligt er, van de Prysmian-kabelfabriek aan de zuidzijde tot de DSM-Gistfabriek in het noorden, met in het midden een ondergronds station. Strukton Rail is er sinds oktober aan de slag en aan de bovenkant van de tunnel zijn al de bevestigingspunten voor de bovenleiding te zien. Een onderstation voor de voeding op 1.500 V staat er ook al. Je zou het bijna routinewerk kunnen noemen, ware het niet dat de tijdsdruk groot is; in februari 2015 moeten de treinen via de twee sporen van de oostbuis rijden.
In 2017 is – volgens de planning – ook de westelijke helft van de tunnel klaar zodat er vier sporen beschikbaar zijn. Grote delen van die tunnelbuis zijn al gebouwd; de aannemer werkt nu aan een deel van 300 m tussen molen De Roos en het kantoor van Hoogheemraadschap Delfland.
Bij ongeveer de helft van de tunnelaanleg zijn stalen damwanden in de grond getrild en hebben omwonenden wel enige overlast ondervonden. De andere helft is gebouwd volgens de wanden-dak-methode. Hierbij maakt een graafmachine sleuven in de bodem tot 28 m diep, waarin men direct bentoniet pompt tegen het inzakken, dan wapeningstaal in het bentoniet brengt waarna het beton van beneden af wordt ingebracht en de steunvloeistof wordt weggepompt. Vervolgens bouwt men het dak en daarna kan de grond weggegraven worden.
Daar waar de oude panden het dichtst op de tunnel in aanbouw stonden, zoals in de Phoenixstraat, heeft bouwer CCL (Consortium CrommeLijn, bestaande uit CFE, Mobilis en Dura Vermeer Groep) extra maatregelen genomen om risico’s op verzakkingen te voorkomen.
De 1 m dikke en ongeveer 25 m diepe wand is paneel voor paneel opgebouwd; daar waar het kon van 7,5 m breedte, daar waar de situatie extra kwetsbaar was in delen van 3,8 m. ‘In kleinere delen opbouwen is veiliger, omdat de vervorming bij panelen van 3,80 m breed minder is dan bij panelen van 7 of 7,5 m’, legt CCL-omgevingsmanager Ada Haasnoot uit. ‘Bovendien hebben we voor elke dilatatievoeg niet één, maar twee rubberen voegslabben toegepast.’
Zo zijn er 750 damwandpanelen opgebouwd. Slechts bij twee voegen waren er signalen dat ze mogelijk niet geheel dicht waren en moest de grond met meer voorzichtigheid worden weggegraven. Amsterdamse taferelen (Noord/Zuidlijn, Vijzelgracht) bleven uit in Delft. Omliggende panden zijn niet beschadigd.
Dat geldt ook voor de oude stadsmolen De Roos, die een meter is opgetild, en de oude Bagijnetoren, die tijdelijk meters is verplaatst om ruimte te maken voor de tunnelbuis. Beide bouwwerken staan nu stevig gefundeerd op het dak van de oostelijke tunnelbuis.
Met een scala aan meetapparatuur is de tunnelbouw gevolgd om mogelijke zettingen van omliggende panden direct vast te stellen. Met trillingsmeters, meetspiegeltjes (duizend prisma’s) aan gevels, 3d-laserscans, zettings-meetbouten, Feno-markers, inclinometers en grondwaterpeilbuizen monitorde de aannemer de omgeving. Twee promovendi van de TUD onderzochten met een nieuw systeem van meetbuisjes (akoestische zeshoeksmeting) op de hoeken van elk paneel of in de voegen geen grond of bentoniet was ingesloten.
Als na februari 2015 de treinen ondergronds rijden via de oostelijke tunnelbuis, kan CCL beginnen met de ‘zware dobber’ van de sloop van het in 1965 gebouwde spoorviaduct. Die dobber zit hem in het beperken van de overlast voor omwonenden die vlak naast het viaduct wonen, al zal menig bewoner van de Spoorsingel er wel wat voor over hebben als hij niet meer vanuit het slaapkamerraam op meters afstand de treinen ziet passeren.
Onder de Spoorsingel bouwt CCL een parkeergarage voor 650 auto’s. Voor fietsen zijn er bij het station straks vijfduizend parkeerplaatsen ondergronds.