Mischa Brendel
Voor het tweede jaar op rij groeit de populariteit van bètatechnische studies, zo laten cijfers van het Platform Bèta Techniek zien. De instroom van bètatechnische studenten lijkt echter te stagneren.
Voor het tweede jaar op rij groeiden de bètatechnische studies harder dan het hele hoger onderwijs. Het aantal eerstejaarsstudenten in de bètatechnische studies nam toe van bijna 26.000 in 2000 tot bijna 34.000 in september 2010. Ten opzichte van vorig jaar is de interesse in bètatechnische studies toegenomen met 1,5 procent, terwijl deze in alle niet-exacte studies met bijna één procent daalde.
Â
Hoewel de populariteit van bètatechnische studies nog steeds stijgt, groeide de daadwerkelijke instroom van studenten in deze studies op hogescholen wel minder hard dan het jaar ervoor: er werd een stijging van 0,6 procent gemeten. De drie technische universiteiten hadden zelfs te kampen met een daling ten opzichte van 2009 met 6,0 procent. Dit terwijl de overige universiteiten een gezamenlijke groei van 7,4 procent ten opzichte van 2009 boekten.
Â
Ook blijkt uit de cijfers van Platform Bèta Techniek dat de traditionele exacte studies veel minder hard groeien dan de snijvlakstudies. Dit terwijl er de afgelopen jaren juist extra geïnvesteerd is in het aantrekkelijker maken van de traditionele opleidingen.
Â
De groei in populariteit van de snijvlakstudies ten opzichte van de traditionele studies, lijkt gelijk op te gaan met de toenemende aantal vrouwelijke studenten dat voor een exacte studie kiest. In 2000 kozen 5.447 vrouwelijke studenten voor een bètatechnische opleiding; in 2010 waren dit er 9.463. Over het algemeen wordt gedacht dat meiden meer interesse hebben voor de nieuwere snijvlakstudies dan voor de traditionele opleidingen.
Â
De cijfers tonen ook aan dat meer studenten die het Natuur & Techniek-profiel volgden uiteindelijk voor een bètatechnische studie kozen. Onder mannelijke studenten steeg dit aantal vorig jaar ten opzichte van 2009 met 9,5 procent; onder vrouwelijke studenten was deze stijging zelfs ruim 37 procent.