Bart Stam
Ingenieursbureau Bilfinger Tebodin heeft het conceptontwerp gemaakt voor een innovatief warmtenet in de wijk Paddepoel-Noord (Groningen). Bodemwarmte vervangt aardgas, elektriciteit komt van windturbines op zee.
Als de gemeente Groningen akkoord gaat, krijgen 450 woningen in Paddepoel-Noord vanaf 2021 warmte uit de bodem en elektriciteit van windturbines op de Noordzee. Bijzonder is dat de bewoners zelf het initiatief hebben genomen voor dit power-to-heat netwerk. Zij worden ook eigenaar via de Stichting 050 Buurtwarmte.
‘De bewoners zijn de motor van dit project,’ meent ing. André Knol (25), projectmanager bij Bilfiger Tebodin. Hij is verantwoordelijk voor de engineering en het conceptontwerp. Knol weet waarover hij praat: hij woont zelf net buiten de wijk Paddepoel en was zeven jaar geleden betrokken bij de plannen voor een duurzame energievoorziening. Knol was destijds student civiel techniek aan de Hanzehogeschool Groningen.
De woningen in Paddepoel-Noord zijn grotendeels gebouwd in de jaren zestig en zeventig. Volgens de betrokken partijen een ideale wijk om de energievoorziening te verduurzamen. De stad Groningen wil in 2035 helemaal ‘aardgasloos’ én CO2-neutraal zijn.
Bilfinger Tebodin heeft voor de initiatiefnemers – naast de Stichting 050 Buurtwarmte, ook energiecoöperatie Grunneger Power en Shell New Energies – een multidisciplinair ontwerp gemaakt. Dit behandelt alle technische, economische, financiële en sociale aspecten van het project. Knol: ‘Onze consultants hebben ook gekeken naar de veiligheid, de onttrekking van warmte aan de bodem, het geluidsniveau, de invloed op de luchtkwaliteit en de vergunningen.’
In Paddepoel-Noord gaat bodemwarmte dus de plaats innemen van aardgas. Vlakbij het Reitdiep, de waterverbinding tussen de stad Groningen en het Lauwersmeer, komt een buurtcentrale van 15 x 17 m. Deze centrale gaat warmte leveren aan de bewoners in de wijk.
De eerste stap is het oppompen grondwater op 170 m diepte naar de centrale. Dit water heeft een temperatuur van 12°C. Een warmtepomp in het gebouw verhoogt de temperatuur naar 70 à 85 graden. Deze warmte gaat naar grote buffervaten waarin zich water bevindt. Via ondergrondse leidingen gaat dit heetwater naar de kruipruimte van de woningen. Via verticale leidingen aan de gevel komt het bij de warmtewisselaars op zolder.
Mocht de warmtevraag in de winter erg groot zijn, dan kan een hulpketel in de centrale bijspringen. Deze ketel gebruikt synthese olie als energiebron.
In de zomermaanden onttrekken de warmtewisselaars in de centrale ook water uit het Reitdiep. Het water koelt hierdoor af en kan vervolgens weer via de retourleidingen worden opgeslagen in het grondwater.
De huizen in Paddepoel-Nord beschikken elk over een warmtewisselaar op zolder die de cv-ketel vervangt. Deze warmtewisselaar, qua grootte vergelijkbaar met zijn voorganger, levert heet water aan twee gescheiden circuits: een voor de centrale verwarming en een voor de badkamer, de kranen, de vaatwasser en wasmachine. Koken doen de bewoners voortaan op inductiekookplaten.
Paddepoel-Noord is niet het eerste warmteproject in Nederland waarbij de bewoners het initiatief nemen voor hun eigen energienetwerk. In 2009 ging in Culemborg het project Thermo Bello van start in de wijk EVA-Lanxmeer. Hierop zijn inmiddels 192 woningen en acht bedrijfsgebouwen aangesloten. Zij krijgen hun energie uit de warmte die vrijkomt bij de drinkwaterwinning van Vitens. Ook hier zorgen warmtewisselaars en warmtepompen ervoor dat deze warmte terecht komt bij de huishoudens en de bedrijven.