Door de stikstofcrisis zijn veel nieuwbouwprojecten in ons land stilgelegd. Gasloos bouwen met biogene materialen (zoals hout en hennep) kan dat deels oplossen. ‘Ook aan de rand van een beschermd natuurgebied kan je met biobased houtbouw goed uit de voeten’, zegt Daan Bruggink, directeur en oprichter van ORGA architecten.
Bruggink is sinds zijn afstuderen aan de TU Delft (afdeling bouwkunde en architectuur) in 2004 een warm pleitbezorger van duurzaam bouwen. Het architectenbureau dat hij vervolgens oprichtte, heeft ook nooit iets anders gedaan dan duurzame huizen en complexen ontworpen. Hij was voorzitter van de adviesgroep Nieuwbouw en Renovatie BREEAM-NL bij DGBC (Dutch Green Building Council). Volgens hem zullen we verder moeten kijken dan naar de energietransitie omdat je daarmee enkel de symptomen aanpakt en te weinig aan het onderliggende probleem doet: uitputting van eindige grondstoffen en verlies van biodiversiteit.
In het kort, wat houdt de stikstofcrisis in?
Na het arrest van de Raad van State (mei 2019) werden meer dan 18.000 nieuwbouwprojecten stopgezet. Ons land stoot veel te veel stikstof uit dat ook naar andere landen verstuift. De natuur lijdt eronder. Kijk maar eens naar bermen en beschermde natuurgebieden. Stikstof minnende soorten als brandnetels en bramen beginnen de inheemse flora te overwoekeren, dennen verdringen andere bomen. De biodiversiteit neemt in een rap tempo af. Er is maar bitter weinig van overgebleven. Volgens de EU zullen we een tandje moeten bijzetten.
In hoeverre biedt duurzaam bouwen een oplossing voor het teveel aan CO2 en NOx-emissies?
Bouwen met hout, het meest gebruikte duurzame materiaal, heeft diverse voordelen. Het is veel lichter dan staal en beton waardoor er ook minder transport voor nodig is: in plaats van vijf vrachtwagens heb je maar één truck nodig om alle onderdelen van een woning naar de bouwplaats te vervoeren. Op de bouwplek kan je elektrische machines inzetten, opnieuw vanwege de lichtere bouw. In tegenstelling tot standaard dieselmotoren stoten die geen emissies uit. Wel dien je vooraf, in de logistiek, rekening te houden met het opladen van elektrisch materieel.
Maak je een woning of complex door de toepassing van zonnepanelen en warmtepompen energieneutraal en gasloos, dan komen er ook tijdens de gebruiksfase geen CO2- en stikstofemissies vrij. ORGA architecten heeft dat gedaan bij de Wildopvang Avolare vlakbij Doorwerth, te midden van een Natura2000 gebied. Daar kon de bouw gewoon doorgaan als een van de weinige bouwprojecten in Nederland.
De stikstofcrisis treft niet alleen de landbouw maar ook de bouwsector. Wat is het verschil tussen beide?
Ruim driekwart van onze lucht bestaat uit stikstof. Problematisch wordt het wanneer stikstof zich gaat binden met andere atomen: zuurstof en waterstof. Dan ontstaan er reactieve verbindingen als NOx (stikstofoxide) en NH3 (ammoniak). Dat laatste gebeurt in de landbouw als de urine in contact komt met dierlijke mest en kunstmest. Ammoniak is niet alleen schadelijk voor onze gezondheid maar ook voor de flora en fauna.
In de bouw speelt iets anders: tijdens het bouwproces worden met name stikstofoxiden en CO2 uitgestoten, veroorzaakt door verbrandingsmotoren als diesels. Als je de uitstoot van reactief stikstof op de bouwplaats kan verminderen, reduceer je tevens de uitstoot van CO2, fijnstof en geluid. Overigens is het wel zo dat bijna de helft van de stikstofuitstoot op conto van de landbouw komt, minder dan een kwart door wegverkeer en slechts een paar procent door de bouwsector wordt veroorzaakt.
Biofilisch bouwen gaat een paar stappen verder dan duurzaam bouwen. Wat houdt biofilisch bouwen en ontwerpen in?
Voor onze gezondheid en welzijn, voor onze geest en de gemeenschappen waarin we leven, zijn we afhankelijk van de omgeving: licht, lucht en de regen, wind, bomen en velden. Ons DNA is voor 99 procent zo gecodeerd dat prikkels uit de natuur ons gezond maken en ons prettig laten voelen. Als je dat in je ontwerp en de architectuur van een gebouw integreert, neemt algemeen welzijn toe, zowel van de mens als van flora en fauna.
Aanleg van groen in en om een gebouw is slechts één aspect. Natuurlijke vormen en daglicht, zicht op het landschap en ervaring met de elementen spelen ook mee. Materialen zoals hout, vlas en hennep voegen daar het nodige aan toe door de natuurlijke warmte- en vochtregulerende werking. Pas je biofilisch ontwerpen integraal toe, dan kan je de productiviteit van werknemers met minstens tien procent verhogen en die van leerlingen en studenten met ruim twintig procent. Hotelgasten zijn bereid om veel meer voor hun kamer te betalen als ze op biofilische elementen kunnen kijken, in ziekenhuizen herstellen veel patiënten sneller, stress en ADHD nemen af en concentratie en creativiteit nemen toe, hebben diverse onderzoeken uitgewezen.
Hoe ziet u de toekomst van duurzaam bouwen?
De vraag naar en interesse in duurzame woningen zal de komende jaren sterk toenemen. Klimaatverandering en klimaatadaptatie staan op dit moment pal bovenaan de maatschappelijke agenda. De gevolgen – zoals hittegolven en overstromingen – ondervinden we aan den lijve. We zullen ons economische systeem en de huidige bouwwijzen op de schop moeten nemen. Prijzen voor fossiele brandstoffen stijgen enorm. Vooral energie-intensieve materialen als staal, beton en aluminium ondervinden daar de gevolgen van.
De prijzen van biobased materialen stegen tot voor kort ook hard, maar dat kwam door de toenemende vraag waarbij ook logistieke problemen roet in het eten gooiden. Nu vlakken die stijgingen weer af, vooral voor hout, het meest belangrijke duurzame bouwmateriaal.
Heeft Poetins oorlog in Oekraïne ook effect op duurzaam bouwen?
Weinig. Slechts twee procent van het hout voor de woningbouw komt uit Rusland, het merendeel importeren we uit Scandinavië en Duitsland. De aanwas van onze Europese bossen is groter dan het kappen van bomen. Daarin voorzie ik geen problemen, afgezien van de economische gevolgen van een oorlog en de sancties die de hele economie zullen treffen.
Welke nieuwe technieken worden in de houtbouw ontwikkeld?
Vanaf de eeuwwisseling heeft de houttechnologie een grote ontwikkeling doorgemaakt. Met kruislings verlijmde houtdelen kunnen overspanningen van meer dan vijftien meter worden bereikt. Dat was in de 20ste eeuw niet mogelijk. Voor onze bouwprojecten schrijven we standaard FSC of PEFC gecertificeerde houtsoorten voor. Het is aan de aannemer om daaruit te kiezen, bijvoorbeeld hout van Staatsbosbeheer. Wij zoeken daarna naar de esthetisch beste oplossing.