Joop Wenstedt
Recordpoging Het Britse Bloodhound SSC wil het huidige snelheidsrecord met een ‘auto’ (1227,90 km/h) verpulveren. Doel is om de Bloodhound maar liefst Mach 1,4 – op land zo’n 1690 km/h – te laten rijden. Om deze snelheid te bereiken zal het voertuig drie motoren nodig hebben die na elkaar worden aangezet. De recordpoging wordt naar verwachting eind 2011 uitgevoerd.
Een van de grootste uitdagingen is materiaalkundig van aard. ‘De auto moet alle krachten die er vrijkomen bij deze snelheden kunnen verwerken. Omdat dit nog niet eerder op deze manier is gedaan, is het uiteindelijke product dan ook zeer innovatief’, aldus woordvoerder Jules Tipler van Bloodhound SSC.
Â
Rond het recordvoertuig hangen talloze duizelingwekkende getallen. De lengte is 13,4 m, de hoogte 2,8 m en het maximaal gewicht bedraagt 6422 kg. De drie motoren die achtereenvolgens worden aangezet zijn een Formule 1-motor met 588 kW vermogen, een raketmotor met 120 kN stuwkracht en een straalmotor met 90 kN stuwkracht. Samen jagen ze het voertuig in 45 seconden naar de beoogde topsnelheid van bijna 1700 km/h, over een trajectlengte van 16 km. Remmen gaat vervolgens met een luchtrem (vanaf 1352 km/h), parachutes (vanaf 1014 km/h) en schijfremmen (vanaf 338 km/h tot stilstand). Tijdens de versnelling zullen de g-krachten voor de bestuurder oplopen tot 3 g.
Â
De wegligging van de Bloodhound is van groot belang voor het succes van de recordpoging. Belangrijk is dat het voertuig beheersbaar en stabiel op de grond blijft. De twee voorwielen staan één meter uit elkaar en de achterwielen 2,39 meter; uit proeven en computersimulaties blijkt dit de meest stabiele en beheersbare plaatsing. Een lekke band zou funest zijn, dus koos het team voor volledig metalen wielen. De stuuruitslag naar beide zijden is niet meer dan vijf graden – met als logisch gevolg een indrukwekkende draaicirkel van 120 m – maar moet genoeg zijn voor de bestuurder om het voertuig op koers te houden.
Â
Comfort in de Bloodhound is ver te zoeken. ‘Uitgangspunt is, dat de rit kort duurt en dat het comfort voor de bestuurder (dat is overigens de Brit Andy Green, die ook het vorige snelheidsrecord neerzette, red.) niet het belangrijkste is’, stelt Tipler droog. ‘Wel is zijn veiligheid van groot belang en daarom zit hij in een speciaal geconstrueerde kuip zoals je ook ziet in de Formule 1.’
Â
In voorgaande recordauto’s werden vaak oude vliegtuigstraalmotoren toegepast. Ook de Bloodhound gebruikt een straalturbine – een splinternieuwe EJ200 van de Eurofighter Typhoon, die in diverse Europese luchtmachten vliegt – maar in eerste instantie zal een twaalfcilinder Formule 1-motor de Bloodhound in beweging brengen. Dit is gedaan omdat een straalmotor relatief veel brandstof verbruikt tijdens het in beweging brengen van een voertuig. Een tweede voordeel is, dat de Formule 1-motor nu dienst kan doen als pomp voor de raketmotor, die als tweede aan zal gaan. Als laatste schakelt de bestuurder de straalturbine aan en daarmee moet de voorspelde 1690 km/h mogelijk zijn. Tipler: ‘Met onze ervaring hebben we er alle vertrouwen in dat we die snelheid gaan halen.’