Mischa Brendel
Boeing heeft een eerste autonome testvlucht gedaan met het onbemande vliegtuig (unmanned aerial vehicle; UAV) Phantom Eye, die min of meer succesvol is verlopen.
Bijzonder aan Phantom Eye is dat de UAV met een spanwijdte van bijna 46 meter vliegt op waterstof dat in vloeibare vorm wordt meegenomen. Door waterstof als brandstof te gebruiken moet Phantom Eye tot vier dagen onafgebroken in de lucht kunnen blijven op hoogtes tot circa twintig kilometer met ruim tweehonderd kilogram aan apparatuur en wapens aan boord. De drone is dan ook bedoeld voor spionage en eventueel zelfs bombardementen.
De eerste vlucht van Phantom Eye duurde 28 minuten. Na lancering vanaf een speciale kar klom de UAV tot een hoogte van 1,2 kilometer en haalde hier vervolgens een snelheid van 62 knopen (115 km/h). Het laatste gedeelte van de proefvlucht verliep echter minder voorspoedig; bij de landing brak het landingsgestel van de drone op de landingsbaan.
Een mogelijke klant voor Phantom Eye is het Amerikaanse leger, dat steeds vaker UAV’s inzet voor missies. Vooral het feit dat deze drone langere tijd onafgebroken in de lucht kan blijven maakt het toestel aantrekkelijk.
Phantom Eye is slechts de laatste in een serie van UAV’s die Boeing ontwikkelt. Andere drones uit de portefeuille van het bedrijf zijn Phantom Ray, een stealth UAV, Echo Ranger, een onbemande onderzeeër en ScanEagle Compressed Carriage, een UAV voor zowel militaire als civiele doeleinden.
Ondanks de ruwe landing gaat Phantom Eye binnenkort weer de lucht in, waarbij de drone hoger zal vliegen.